+ Plus

Toeren Slag om de Somme 1916

Oorlog en krijgskunst, waarom fascineert ons mannen dat in historisch en militair opzicht? Ligt deze interesse genetisch in ons DNA verankerd? Het antwoord vinden we wellicht tijdens onze trip naar de voormalige slagvelden van De Somme van 1916. Daar vierden de meest krankzinnige militaire beslissingen uit de menselijke geschiedenis hun vernietigende hoogtij.Hoe beter kun je een dergelijke reis maken dan op onze duocavalerie, een keizerlijke krijgsheer van BMW, de GS Adventure, met als nietsontziende vijand de ‘Tommy’ Tiger Triumph SE. Een voor de hand liggende combinatie aangezien bij De Somme de Duitsers en Britten elkaar maandenlang voor het vaderland lieten afslachten. Deze strategie leidde in De Somme tot een climax van wederzijdse wanhoop, behalve bij de Britse legerleiding die stug volhield bij het voeren van een uitputtingsslag. De krijgshistorie ligt er zelfs vandaag de dag nog letterlijk voor het oprapen. In de zonovergoten namiddag houden we in Noord-Frankrijk het plaatsje Albert in ons vizier. We passeren de uitgestrekte glooiende velden van koolzaad en groene tarwehalmen. De akkers lijken op enorme golven door de wind die over de buigende gewassen waait. Dit ordentelijke agrarische landschap verraadt niets van de oorlog die hier in 1916 een dubieuze plaats in de geschiedenis heeft veroverd. De eerste rechtstreekse aanwijzing is een bordje aan een boom waarop de frontlinie van destijds staat aangegeven. Geen kanonnen, geen mitrailleursnesten, geen kraterig landschap. Nothing at all chap, Nichts! Niet dat we verwachten in een loopgraaf te crashen, maar tot dusver is er niets bijzonders te zien waarvoor we zo triomfantelijk uitgerukt zijn. Kort daarna doemt echter, pal aan de kant van de D929, een Brits zandkleurig oorlogskerkhof op. We parkeren onze motoren en openen het zware gietijzeren hek. Met militaire precisie prijken honderden zerken pal naast elkaar binnen deze geallieerde muren. Het gemaaide gras doet niet onder voor het Centre Court van Wimbledon. Bij veel graven groeien kleurige bloemen. Kransjes van rode klaproosjes symboliseren op gevoelige wijze de nagedachtenis aan strijd en slachtoffers. Immers waren de klaprozen ,of op z’n Engels Poppies, de enige bloemen die tijdens de strijd nog groeiden in het vernietigde landschap. Bij enkele zerken ligt een troostend briefje of recent gedicht van een liefhebbende nabestaande of respectvolleorlogstoerist. Verbluffend is de sereniteit, een combinatie van perfectie en onderhoud van deze tijdloze rustplaats. Hier liggen soldaten waar je vroeger als jochie tegen opkeek, echte kerels die in een heuse oorlog hadden gevochten. Het besef dat het veelal volwassen kinderen zijn die hier rusten, dringt langzaam tot ons door als we langs hun namen lopen. We verlaten de rustplaats bij Pozieres met een gevoel van bezinning, de slag om De Somme is voor ons net pas begonnen.Een paar kilometer verderop houden we halt bij Trou de Mine, oftewel de Lochnagar Crater. Een krater van zo’n honderd meter breed en dertig meter diep. Met open mond staan we beiden naar deze symmetrische megatrechter te staren. De Britten groeven voorafgaand aan de slag, letterlijk in het diepste geheim, tunnels tot onder de Duitse stellingen. De twee mijnschachten, tezamen gevuld met 24.500 kilo springstof, werden op 1 juli 1916 iets voor half acht in de ochtend tot ontploffing gebracht. Een modderzuil van uiteengereten Duitse legereenheden en wapentuig reikte tot ver in de hemel. De ontploffing was hét megalomane startschot voor de zelfverzekerde Tommies om hun loopgraven uit te klauteren en vol verwachting de aanval in te zetten. Diezelfde dag brachten de Britten nog 16 mijnen onder het slagveld tot ontploffing. Voorafgaand aan deze explosies hadden de Britten de vijand al bijna zeven dagen onophoudelijk met ruim anderhalf miljoen (!) granaten bestookt. Onder bevel van de vastberaden generaals Rawlinson en Haig werd met de aanhoudende explosieve regen ‘The road to Victory’ ingeleid. Van de Duitse vijand zou immers niets meer over zijn. Althans, dat dacht men… Sinds 1979 is deze locatie in handen van een Engelsman, die de krater wil behoeden voor bebouwing of dichtstorten. Lochnagar Crater is een van de meest bezochte herdenkingsplaatsen van de Eerste Wereldoorlog.Weldra rollen we op onze Duitse Kaiser en Britse Tommy het stadje Albert binnen. Bij de plaatselijke VVV worden we uitgebreid voorzien van wetenswaardigheden en brochures door een medewerkster. Al converserend verspreidt de charmante dame een penetrante walm van knoflook. Haar odeur locale is vast een subtiele truc om bezoekers in een historische roes te krijgen. We snakken weldra naar frisse lucht of een gasmasker, want het gebruik ervan is hier blijkbaar nog steeds noodzakelijk. Middels een plattegrond van de omgeving zien we dat de bezienswaardigheden overzichtelijk dicht bij elkaar liggen. De pratende gasgranaat, die informatief op scherp staat, beveelt een Bed & Breakfast aan. Het ligt op een granaatworpafstand van Albert. Vervolgens ploffen we voldaan neer op het enige behoorlijke terrasje in het dorpscentrum en laven onze kelen met een alcoholvrij brouwsel. Met genoegen absorberen we de geringe dorpsactiviteiten. We zijn hier ook in het gebied waar de tank z’n afschrikwekkende vuurdoop kreeg en waar ene Adolf H, korporaal, tijdens één van de vele veldslagen in het gezicht gewond geraakt. Wat als hij gesneuveld was? De kans daarop was relatief gezien aanzienlijk te noemen, alleen al op de eerste dag van de aanval sneuvelden er 19.240 Britten. De slachting kreeg daarmee een ongeëvenaarde, macabere ereplek op het schavot der gevallenen. Hier is hier waar de Duitse verdediging na de zeven dagen granaatterreur uit hun bunkers kropen en vastberaden stelling namen achter hun mitrailleurs. De nietsvermoedende Britten verwachtten dat er niets meer in leven zou en liepen met dertig kilo bagage op de rug hun eind tegemoet. De ‘Hunns’, zoals de scheldnaam voor Duitsers luidde, lieten de Britten ver binnen hun schootsveld komen en openden vervolgens het vuur. In het smeulende maanlandschap konden de Tommies geen kant op en werden massaal afgeslacht. Later zijn de aanvalstactieken wel wat gewijzigd, maar de zinloze offensieven van de loopgravenoorlog gingen gewoon door. De Britse legerleiding ging er van uit dat de Duitsers uiteindelijk wel zouden bezwijken. Er doet zelfs een absurd verhaal de ronde over een Britse officier die een premie uitloofde aan de eerste soldaat die een voetbal in de Duitse loopgraven wist te trappen. Z’n hele bataljon werd, net als vele andere, compleet weggevaagd. De wanhoop onder de soldaten was ongekend, maar er moest doorgevochten worden. Pas maanden later, op 18 november 1916, werd de aanval gestaakt. De treurige balans was ruim 300.000 slachtoffers, omgerekend drie doden en ruim acht gewonden per veroverde vierkante meter grond. We maken kwartier in de Bed and Breakfast c.q. boerderij, waar het onder andere wemelt van de katten. In het eetzaaltje prijken achter vitrineglas meerdere authentieke handgranaten, patronen, helmen, munten en soldatenpersonalia. We bestuderen de tijdcapsules met interesse. Op het kleine trappetje naar het slaapverblijf staat een zwaar verroeste opengereten granaat. Pal ernaast houdt een dikke zwarte kater parmantig de wacht over zijn linies. Het loppt al tegen de avond maar we trekken er toch nog even op uit. Het is opvallend rustig op de wegen. Er strijkt een warm oranjerood licht over het voormalige krijgsgebied. Wat al rijdend opvalt zijn de afgelegen oorlogskerkhoven, die verspreid over de golvende mega-akkers liggen. Soms leidt er enkel een afgetraprt karrenspoor naar toe. Stuk voor stuk zijn de Britse rustplaatsen keurig onderhouden in een oase van stilte en gepaste gedenkwaardigheid. Inmiddels hangt de zon net boven de kraakheldere kim. Onze nieuwe missie verordend het doorkruisen van de landerijen via de hobbelige boerenlandweggetjes. Midden in de agrarische landerijen liggen de rechthoekige begraafplaatsen als lichte lappen stof op enorme groene dekens. Tijdens de invallende schemer arriveren we bij het Mémorial Franco Brittanique nabij Thiepval, een 45 meter hoog pompeus monument waarin de namen van 73.367 slachtoffers zijn gegraveerd. Het formaat, de locatie en de architectonische perfectie zijn indrukwekkend. Al is er na de bouw door een enkeling wel kritiek geuit, het gebouw zou geen recht doen aan het leed dat hier is geschied. Ook wordt het gezien als een verwijzing naar de macht en grandeur van de Britse koloniale wereldsuprematie destijds. En die koloniale overmacht was nou juist een van de gronden van dit conflict. Stilte en duisternis overvallen gebroederlijk het gebied, de camera’s zwijgen en we blazen de aftocht naar onze comfortabele B&B.Na een stevig ontbijt koersen we de volgende ochtend zonder duidelijke bestemming langs landerijen, dorpjes en veldweggetjes op zoek naar mooie locaties. Onze drang en nieuwsgierigheid naar verrassende en bijzondere zaken houdt ons scherp. De landelijke rust in het gebied valt wederom op. Er is geen verkeer, geen massatoerisme ook. De gendarmerie laat zich al helemaal niet zien. Een enkele dorpeling knikt vriendelijk, maar verder missen we het zaterdagochtend gebruis in de kleine dorpjes. Het is hier, hoe toepasselijk, een dooie boel. We houden halt bij het Mémorial Terre Neuvien en stallen de motoren nabij de zorgvuldig met prikkelloos draad afgebakende loopgraven. De geulen liggen kriskras door elkaar, als een monsterlijk grote slang die onwillekeurig zijn spoor in het landschap heeft gedrukt. Hier staat het prachtige standbeeld van een kariboe, een stille herinnering aan de Canadezen van het Newfoundland Regiment. Het bronzen dier bulkt symbolisch, bovenop z’n heuvel van origineel Canadees gesteente, over het slagveld naar de verloren manschappen. De ontroerende symboliek ervan is buitengewoon treffend. Even later laten we de oorlogsgeschiedenis op ons inwerken bij het bezoekerscentrum nabij het Mémorial Franco Brittanique. Meerdere Engelse motorrijders bezoeken deze plek in groepsverband. De tentoonstelling wordt fotografisch en tekstueel zeer goed weergegeven. Het bijbehorende winkeltje heeft een indrukwekkende keur aan literatuur over de ‘Great War’, zoals de Britten hem noemen. Bij de volgende missie stoppen we in Bray-Sur-Somme voor een klein Duits Friedhof. Opvallend is de hoeveelheid bomen op het kerkhof, met daartussen de eenvoudige metalen kruizen zonder opsmuk van divisies of beeltenissen. De kruizen zijn beschimmeld en staan soms scheef in de grond. Hier zijn geen bloemetje of briefjes te bespeuren. Een extra wrang lot voor de Duitse gesneuvelden. Bizar zijn ook de enkele uit de toon zerken met daarop onder meer Hebreeuwse tekens. Ze behoren toe aan Joden van Duitse komaf die hier gesneuveld zijn. Ook zij vochten destijds met trots voor Kaiser und Vaterland en liggen nu onwillekeurig en roemloos begraven tussen hun strijdmakkers. M’n medeverkenner op de Tiger ziet ergens langs een provinciaal weggetje een middelgrote granaat liggen. Het zware projectiel is hier door de vinder gedeponeerd en lijkt nog intact. We overhandigen elkaar enigszins verbaasd het modderige object. En dan te weten dat er nog honderdduizenden stuks van deze troep onder de grond liggen. In de middag bezoeken we het Musée Somme 1916 in Albert, dat zijn intrek heeft in de schuilkelders van het stadje. De donkere beklemmende onderaardse gangen voeren de bezoeker makkelijk terug in de tijd. In de nissen wordt het keiharde leven in de loopgraven getoond, op de achtergrond klinkt het geluid van zware beschietingen. Tal van wapens staan tentoongesteld en geven een akelig accuraat beeld van de realiteit die deze manier van oorlogsvoering met zich meebrengt. In het museumwinkeltje vergapen we ons aan de originele strijdhelmen die er voor niet al teveel pegels te koop zijn. Kopen doen we niet, gaat toch net even te ver om met een Duitse piekhelm en een omgekeerd Engels soepbord naar huis te rijden. Hoewel… Later die avond raken we in het B&B geamuseerd aan de babbel met een paar Britse bezoekers, beiden verloren een verre voorvader bij de slag om De Somme. Ze vertellen ons dat humor, satire en cynisme hun geliefden in de modderige loopgraven op de been hebben gehouden. Onvermijdelijk passeren natuurlijk fantastische anekdotes uit de serie ‘Blackadder’ met Rowan Atkinson de revue. Door dit vermakelijke onderons vergeten we bijna dat we de nacht doorbrengen op een voormalig slagveld.Voordat we van onze driedaagse missie ontheven worden, bezoeken we het 14-18 c.q. 40-45 museum, dat door onze B&B-eigenaresse wordt onderhouden. Wederom treffen we een interessante collectie aan die zeer zorgvuldig voor het publiek tentoongesteld is. Pal achter het guesthouse in Auchonvillers liggen in ere herstelde loopgraven. In 1995 zijn er nog uitvoerig opgravingen gedaan waarbij er naast loopgraven ook veel militaire artefacten aan het licht kwamen. Daar maken we, met toestemming natuurlijk, direct gebruik van. Weldra staan de Tommy Tiger en Beierse Kaiser pal naast de loopgraven. Meerdere granaten, complete rollen roestig prikkeldraad en helmen gebruiken we als fotodecoratie. Sommige granaten vinden we, weliswaar zonder springstof, argeloos in een bijschuurtje. Dichter als dit kunnen we Der Kaiser en de Tommy Tiger, als hommage aan hun rivaliserende voorvaderen, niet bij elkaar brengen. Voldaan koersen we terug naar huis. Het waren een paar enerverende dagen. Het sterk glooiende landschap van de regio rond Albert is voor motorrijders, en helemaal die met een geschiedenistik, absoluut een aanrader. De indrukwekkende monumenten, musea en rustplaatsen vormen een weldadig decor voor een mooie toerrit. Bovendien zijn de wegen er rustig en zeer overzichtelijk vanwege de schaarse hooggroei. De Somme 1916: een alles onterende veldslag die zich nooit mag herhalen. Vlak voor ons vertrek pakt een donkergrijs wolkendek zich samen boven de slagvelden. Het begint te regenen en in de loopgraven sijpelt langzaam troebel water. De nagedachtenis aan dit slagveld spoelt nooit meer weg. ________________________________________[INFOKASTEN]ALBERT / PICARDIË, NOORD-FRANKRIJKLigging: Noord-Frankrijk, Provincie Picardië, arrondissement PéronneAfstand vanaf Utrecht: 337 kmBestemming: Albert Inwonertal: 10.065Toeristische trekpleisters: Trou de Mine bij La Boisselle, Mémorial Franco-Brittannique bij Thiepval, Mémorial Terre Neuvien bij Beaumont Hamel, Museum Somme 1916 in Albert, P’tit train de la Haute Somme bij La Neuville les Bray.Taal: FransSchrift: LatijnsMunteenheid: Euro (€)Tijdsverschil: geenKlimaat: Het klimaat van Picardië is vergelijkbaar met het klimaat van de Benelux. Het is er door de meer zuidelijke ligging wel een graadje warmer. De zee heeft een grote invloed op het klimaat waardoor de zomers mild uitvallen met temperaturen van rond de 21 graden Celsius. Ook de winters zijn over het algemeen zacht met temperaturen rond de 6 graden. Neerslag valt er het hele jaar door. Kenmerkend voor Picardië is de afwisseling, mooi en slecht weer wisselen elkaar steeds af. Landschap: Het landschap van Picardië is eigenlijk in elk departement gelijk, uitgestrekte hoogvlaktes met enorme akkers domineren het beeld van de regio. Op de akkers zie je veelal graansoorten en suikerbieten, met als gevolg dat er ook relatief veel suikerraffinaderijen en distilleerderijen zijn gevestigd. Door de regio stromen meerdere rivieren zoals de Somme, Authie en de Canche.Beste tijd: Qua temperatuur vanaf mei tot en met oktober.Wetenswaardigheden: de Somme vormde het decor voor een van de grootste en wreedste slagvelden uit de geschiedenis. Totaal werden 600 miljoen zandzakken en 10 miljoen spaden naar het Duitse front vervoerd. Met zand gevuld zouden deze zakken een muur vormen van twee meter breed, drie meter hoog en 2.500 kilometer lang (afstand Berlijn-Istanbul). De eerste dag van de Slag aan de Somme werd één van de grootste fiasco’s uit de recente krijgsgeschiedenis: de totale Britse verliezen aan het einde van deze dag waren opgelopen tot 57.470 man: 19.240 doden, 35.493 gewonden, 2.152 vermisten en 585 krijgsgevangenen. Het slagveld lag letterlijk bezaaid met doden en gewonden.Contact: www.franceguide.com________________________________________[STREAMERS]DE AKKERS LIJKEN OP ENORME GOLVEN DOOR DE WIND DIE OVER DE BUIGENDE GEWASSEN WAAITKRANSJES VAN RODE KLAPROOSJES SYMBOLISEREN OP GEVOELIGE WIJZE DE NAGEDACHTENIS AAN STRIJD EN SLACHTOFFERSVAN DE DUITSE VIJAND ZOU IMMERS NIETS MEER OVER ZIJN. ALTHANS, DAT DACHT MEN…HET GAAT TOCH NET EVEN TE VER OM MET EEN DUITSE PIEKHELM EN EEN OMGEKEERD ENGELS SOEPBORD

Lees meer over

BMW Triumph

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Triumph Daytona 660

Eerste Test Triumph Daytona 660

28 maart, 2024

Ook Triumph wil een graantje meepikken in het groeiende segment van betaalbare sportieve motorfietsen. Waar de ...
Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-