Nieuws

Praktijk wintertips

Geen auto. Geen reële mogelijkheid tot openbaar vervoer. Wat doe je dan ’s winters als de woonwerk-afstand 170 kilometer (enkele reis) bedraagt? Natuurlijk pak je dan – …met soms frisse tegenzin – de motor. Of wel: forenzenkilometers als ijskoud laboratorium.

Als ik om acht uur ’s ochtends op mijn werk wil zijn, dien ik met het openbaar vervoer de bus van 3:02 uur te pakken. Al lopend, treinend en bussend arriveer ik dan om 7:39 uur op het Motoplus-hoofdkwartier. Als ik na afloop van de werkdag de deur om 17.00 uur achter me dicht sla, ben ik om 20:22 uur thuis. Eerste conclusie van dit verhaal: het openbaar vervoer is geen optie als je in het uiterste westen woont en in het uiterste oosten werkt.
Gelukkig hoef ik dankzij het fenomeen thuiswerken geen vijf dagen per week op mijn werk aanwezig te zijn. Toch rij ik elke week wel een keer op en neer naar Varsseveld. Over een kilometervreter met enorme kuipruit en elektrisch verwarmd zadel beschik ik niet Sterker nog: zelfs handvatverwarming ontbreekt op mijn T7. Van het elektrische spul ben ik niet zo en dat motto wil ik doortrekken in de winter. Is het te doen om ‘s winters in het aardedonker en door vrieskou twee uur op de motor te zitten?

Zonder schroom zet ik mezelf weg als gepokte en gemazelde doorrijder, maar twee uur forenzen is nieuw voor mij. Daarom vroeg ik Motoplus-lezers om wintervaste tips zonder elektrisch verwarmde toestanden. Al slaat bij de reactie van beroepsmotorrijder Bartjan de Winkel direct de twijfel toe: “Inkoppertje: als je anno 2021 nog woon-werkverkeer rijdt in de vrieskou zonder enige ondersteuning van elektrisch comfort, dan valt dat onder het kopje naïef (of zelfpesterij).” Bij dat laatste heeft Bartjan gelijk. Alles voor een goed verhaal!
Gelukkig heeft Bartjan ook nog accu-loze tips in de aanbieding. Rode draad daarbij is lucht als isolator. Niets nieuws natuurlijk, maar fijn als een professional het nog een keer uitlegt. Daar gaan we: “Zorg voor een aantal (extreem) losse lagen dunne kleding. Te strakke dikke kleding gaat ten koste van bewegingsvrijheid. Ook handschoenen, sokken en laarzen moeten zeker niet te strak aansluiten maar wat ruimte hebben. Immers (opgesloten) lucht isoleert.”

Bartjan steekt de loftrompet over de ouderwetse papieren krant. Ik kan het bevestigen: een onder de kleding weggestoken krant voelt aangenaam warm aan. Om het verschil te testen reed ik met een krant op mijn ene bovenbeen en zonder op het andere bovenbeen. Verschil is daadwerkelijk voelbaar. Ook Olaf Woerden, Ad van Boheemen en Hein Schoone pleiten voor kranten. Die laatste kreeg een halve eeuw geleden het advies van zijn schoonvader om er zijn ‘Kleine Dinkskie’ mee warm te houden. Wat werkt voor Dinkskie, werkt voor ons!
Het leukste en goedkoopste advies van beroepsdoorrijder Bartjan is bewegen: “Calculeer in je rit dat je met regelmaat even afstapt om te bewegen. Dit bevordert de bloedsomloop enorm, dus stroomt er weer wat warm bloed naar de tenen en vingertoppen. Stap af en toe af, doe vijf squads en drie push- ups en je bent weer warm. Het kost nog geen twee minuten.” Ook dit advies is in de praktijk getest. Het werkt. Honderd procent. Met terugwerkende kracht wel excuses voor iedereen die op een parkeerplaats langs de A12 getuige moest zijn van deze zwoegende motorrijder…
Bartjan eindigt zijn advies toch met zijn stokpaardje: “Vergeet al het bovenstaande gehannes en koop een setje handvatverwarming voor zeven tientjes en een verwarmd vestje voor nog geen tweehonderd euro en de meeste problemen zijn verdwenen als…sneeuw voor de zon.”

Ook Peter de Vries gelooft in fysieke arbeid: “Tussendoor stoppen en je motor aanrennen. Dan heb je het overal warm. Of voor je vertrekt heel warm douchen en in de badkamer je kleding aantrekken.” Wat De Vries als een voordeel ziet, vind ik zelf een pijnpunt. Warm aankleden is geen punt, maar voordat ik überhaupt kan vertrekken ben ik puffend en zuchtend veertien verdiepingen lager, heb ik een motorfiets uit een stalling gedrukt en het laatste wat ik voorafgaand aan een lange koude rit wil is zweten. De eerste laag kleding is dus sowieso technisch ondergoed dat zweet afvoert naar de volgende laag.
De Vries is voorstander van gratis plastic handschoentjes onder je winterhandschoenen. Daarin staat hij niet alleen. Ook Paul Akkerman, Joop Hans en Olaf Woerden raden het aan. Van een totaal doorweekte rit van Zuid-Spanje naar Nederland herinner ik me inderdaad nog de weldadige warmte van een bij elke benzinepomp gratis te verkrijgen paar handschoentjes. Toch verdampt dat voordeel ’s winters omdat je dan sowieso met winddichte handschoenen rijdt.

Jan van Ingen – vroeger- “doorrijder zonder handvatverwarming, tegenwoordig BMW-rijder mét” – raadt poolwanten aan. Nieuwsgierig probeerde ik bij outdoor specialist Soellaart een paar Dakine Diablo wanten. De weldadige warmte voelt hemels. Tot ik het volledige gebrek aan bescherming opmerk en tegelijk ook het gebrek aan gevoel. Dat durf ik niet aan op de motor.
Gebrek aan gevoel houdt me ook tegen bij de aanschaf van wanten en stuurmoffen. Pjotr van Dalfsen, Joop Hans en Sjoerd Bakker zweren bij het laatste, maar ik ben huiverig. Blindelings weet ik de knopjes op mijn stuur te vinden, maar met stuurmoffen op het stuur vrees ik plotseling de kill-switch aan te zetten als ik rechtsaf wil…. Bakker kiest daarom voor stuurmoffen met een doorzichtig bovenstuk. “Het enige nadeel: ziet er niet uit. Maar ze zijn in een poep en een scheet te monteren en goedkoop.” Als ik eindelijk mijn bezwaren tegenover stuurmoffen opzij heb gezet en een paar bestel bij Klim, blijken ze deze winter niet meer op voorraad. Mijn ervaringen met moffen schuiven we dus noodgedwongen door naar 2023.
Winterleed draait zoals u merkt in mijn geval bijna altijd om de handen. Ouderwets je handen op je bovenbenen slaan werkt volgens ervaringsdeskundige Leo Luycks prima, maar “slechts tijdelijk”. Dat geldt ook voor Stef Wismans tip om handschoenen bij een pauze tussen het warme motorblok te proppen. Fotograaf Jacco is nog drastischer. Die stopt zijn handschoenen bij een tussenstop rustig een paar seconden in de magnetron van het tankstation.

Voordat we overgaan naar de koude praktijk van december tot maart sluit ik me aan bij het advies van Sven Los. Zijn tip? “Draag puur wol en Goretex. Wol is de truc en niet synthetische materialen.” Uiteindelijk ga ik voor een combinatie, maar het onvolprezen merino-wol zit er altijd bij.
Het winterseizoen 2021/2022 stelt uiteindelijk geen flut voor. Misschien roert maart alsnog zijn staart, maar deze winter is tot nu toe winderiger dan koud. Voor 22 december maak ik een uitzondering. De temperatuur schommelt die dag tussen de nul en min vier graden. Zo dicht op de kortste dag begint het pas te dagen na Arnhem. Het landschap blijkt een kerstkaart. Rijp heeft alle bomen en velden wit gekleurd. Met alle laagjes aan is de temperatuur best te doen. Mijn voeten worden pas koud na Arnhem. Een beetje op de voetsteunen stampen helpt, eventjes…

Van ‘eventjes’ is geen sprake bij het aan- en uitkleden. Het ensemble bestaat uit vier lange onderbroeken: eerst Brubeck technisch ondergoed (€ 44,-), dan Rukka Outlast TRS (€ 60,-), een laag merkloos merino-wol en dan weer een stokoude laag Forcefield Outlast met windstopper. Dat kan minder, maar mag ik ter verdediging aanvoeren dat mijn instapmodel Rukka Start-R combi (€ 770,- met rugprotector) geen wintervoering heeft. Daarom draag ik deze koude ochtend zelfs vijf lagen op mijn bovenlijf. Het begint met Brubeck technisch ondergoed (€ 60,-), Rukka Outlast TRS (€ 60,-), merino-wol, gewatteerd jasje Rukka Wiima (€ 100,-), donsjasje Rukka Down (€ 159,-) en het – noodzakelijke – Centre Jacket (zie kader Ruggengraatloos gefaald) van Macna. Met het verstrijken van de kilometers ontpopt het Finse donsjasje tot persoonlijke favoriet. Er schijnt ook een broek van te zijn, toch maar eens shoppen voor volgend jaar.

Van dikke colletjes houd ik niet, ook met alleen een buff red ik het ook. Die draag ik wel altijd in combinatie met een helmmuts. Die heb ik het liefst zo dun mogelijk en naadloos. Panty-dunne helmmutsjes zijn amper nog te vinden, iemand een goed adres? Natuurlijk zet ik de ventilatieopeningen van mijn helm dicht. Van koude voeten heb ik amper last. Met een enkel paar wollen sokken in gewone Held Segrino GTX (€ 250,-) laarzen kom ik moeiteloos de winter door.

Conclusie
Winters doorrijden doe ik al ongeveer sinds 1990. Dat een enkele reis woon-werk goed is voor 170 kilometer is desondanks nieuw. Wat leerde de afgelopen maanden me? Genoeg, anders had ik geen zaken als donzen lange onderbroek, stuurmoffen en kabels voor de elektrische handschoenen op de verlanglijst gezet. Het kan dus nog beter, maar met veel laagjes en wat tips die niet hadden misstaan bij Klazien uit Zalk kun je ver komen. Oké het is tot nu toe een winter van niks en hoogmoed komt voor de val, maar doorrijden is geen straf. Ook niet bij langere ritten. Echte eyeopeners en de ultieme tip heb ik niet, maar met een mix van natuurlijk en kunststof materialen, isolerende luchtlaagjes, waterdichte bovenlaag, tussentijdse gymoefeningen, wat ‘smokkelen’ met een batterij en mechanische warmhouders komt iedere Jan Splinter door de winter.

Lees meer over

BMW

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...
Rij-impressie BMW M1000XR

Rij-impressie BMW M1000XR

17 oktober, 2024

Na de M1000RR en M1000R lanceerde BMW eerder dit jaar met de M1000XR een derde model in de exclusieve M-lijn. Vol ...