+ Plus

Oud tegen nieuw – Kawasaki Z650RS

Je hebt werkpaarden en sierpaarden. Die wijsheid staat als een paal boven water, toch? Tot je een oude en nieuwe Z650 met elkaar vergelijkt. Plots is de klassieker zo gracieus dat hij als inspiratie dient van retro sierpaardje Z650RS. Is de ene Z dan toch de ander niet?

Het ligt voor de hand om een klassieke Z650 met een Z650RS te vergelijken. Het duo lijkt ondanks het leeftijdsverschil als twee druppels water op elkaar. Maar waar de RS een retro luxepaardje is die wordt gebruikt voor zonovergoten plezierritten, liggen de wortels van de klassieke Z toch echt ergens anders. Die liggen eerder bij dagelijks gebruik en transportmiddel voor de massa. En dat is weer een kolfje naar de hand van de hedendaagse Z650. Tijd om de twee aan de tand te voelen.

Als we de twee groene Kawasaki’s naast elkaar plaatsen, slaat toch weer de twijfel toe. Doen we dit echt? Zetten we daadwerkelijk een zwart gespoten watergekoelde tweecilinder tegenover een luchtgekoelde metaalblanke viercilinder? Vinden we het echt een goed idee om een motorfiets met rode gietwielen en een MotoGP-wannabee swingarm te vergelijken met aluminium spaakwielen en een iele ronde stalen achterbrug? Ja dus. Blijkbaar is dit hoe modellen voor Jan en alleman zich ontwikkelen. In 1976 lokten fabrikanten motorrijders met soepele en tegelijk krachtige viercilinders. Tegenwoordig flikt een staande twin datzelfde kunstje, al is het wel om budgettaire redenen. Daarom drijft deze tweecilinder ook de huidige Z650RS, Ninja 650 en Versys 650. Massa is in dit geval kassa.

De vier-in-lijn uit de oude Z650 ziet in 1976 het levenslicht. Het is geen Z900-blok met een aangepaste boring of slag, maar een compleet nieuw ontwikkelde krachtbron. Kawasaki heeft gillende raketten en widow-makers op zijn naam staan, maar het houdt zich bij de Z650 enorm in. Bij deze machine draait het niet om topvermogen, maar om een mooi over het gehele toerenbereik verdeeld bruikbaar vermogen. Bovendien staat het blok in het teken van comfort, hoogfrequente trillingen ontbreken. Rubber schokdempers op de koppeling maken het blok niet alleen extra stil, maar reduceren ook transmissieschokken. Het moet gezegd: ook anno 2023 is het blok mechanisch nog altijd stil.

Helaas – de kersverse eigenaar had het al verteld – heeft de klassieker nog wat liefde nodig. Het motorblok loopt rauw en het pakt pas echt lekker op vanaf 2.500 tpm. Bovendien vraagt het om flink wat spierkracht om de gasschuiven omhoog te draaien. De niet perfecte motorloop is dus bekend en is met wat vakkundig afstelwerk te verhelpen.
Van een eerdere testrit met een andere klassieke Z650 herinner ik me juist de zijdezachte loop van het blok. Bovendien voelt het van onderaf tot bovenaan lekker romig vol aan. Het schakelen verloopt al net zo soepel als het blok ronddraait en de koppeling laat zich zonder al te veel kracht bedienen. Het valt wel op dat het blok bij 100 km/uur al redelijk wat toeren draait, maar daardoor is het wel steeds mooi bij de les. Veel harder hoeft het ook niet te gaan met deze klassieker. Hij straalt in alles een aangename rust uit, die je als rijder als vanzelf overneemt. Dat het rood op het duidelijk afleesbare dashboard bij 9.000 tpm begint, geloof je wel. Daar zit zo’n blok en jij helemaal niet op te wachten.

De tweecilinder uit de nieuwe Z650 wil juist wel toeren draaien. De echte lol begint bij zo rond de 6.000 tpm. Al met al ontlopen de topvermogens van de twee- en viercilinder elkaar niet zo veel (68 om 64 pk), maar wel het gevoel dat ze geven. De nieuwe wil toeren draaien, wil zich uitsloven. De oude voelt bedaarder en volwassener. Des te opmerkelijker is het dat het maximum vermogen en koppel ruwweg op dezelfde toerentallen wordt afgegeven. Zo hetzelfde en toch zo verschillend. Dat laatste geldt zeker voor het uitlaatgeluid. De vier-in-lijn heeft het typerende hese uitlaatgeluid van vroege luchtgekoelde Japanners, de huidige Z650 de minstens zo kenmerkende tweecilinderroffel van Kawasaki.

Na al die overeenkomsten is het wel eens tijd voor verschillen. De enkele remschijf in de oude Z650 is afweziger dan mijn demente vader. Gelukkig is de achterrem wel goed bij de les. Ondanks de adequate achterrem gaan alle alarmbellen af als er geremd wordt. Kawasaki vindt het in 1976 blijkbaar nodig om bij het remmen een rood licht in dashboard te laten oplichten. Iedere keer vrees je voor een acuut laag oliepeil en slaat de schrik om het hart.
Ook de zithouding is verschillend en niet zoals je misschien verwacht. De oude Z650 zit absoluut niet slechter dan de nieuwe. Het 2023-model heeft een lagere zithoogte en daardoor is de kniehoek scherper. Bovendien zit je meer in de motorfiets dan de klassieker waarop je meer bovenop zit. Op de klassieker valt de hoogte van het stuur wel op. Het oudje voelt verder solide aan en het brede zadel maakt lange ritten geen straf.

Het rijcomfort hangt niet alleen af van het dunne stukje schuimrubber waarop je – lekker – zit. Het is ook het rijgemak. Waar het motorblok van de oude Z650 nog wat extra liefde kan gebruiken, gaat dat niet op voor het rijwielgedeelte. Het stuurgemak en -vertrouwen is groot. Sturen gaat allemaal erg gemakkelijk en neutraal. Natuurlijk gaat het tijdens de testrit niet op haren en snaren. Zo ga je niet om met andermans spullen. Toch voelt het helemaal niet aan als een motorfiets van bijna een halve eeuw oud. Een gebruiksaanwijzing is bij deze motorfiets totaal overbodig. Daarom verbazen typisch ouderwetse zaken als een kickstarter en knipperlichten zo groot als schotels elke keer weer. Ook een benzinekraan en de knoppen links en rechts aan het stuur zitten niet meer automatisch in het systeem van een hedendaagse motorrijder.

Door de prijs-kwaliteitverhouding zitten de huidige Z650’s wel in het systeem van een hedendaagse motorrijder. Het is afwachten of de nieuwe Z over een halve eeuw ook als inspiratiebron dient voor een retromodel. De Z650 van 1977 is met zijn weergaloze Z900-kontje zo tijdloos gebleken dat hij een ode heeft gekregen in de vorm van de Z650RS. Gaat dat eveneens lukken met de scherpe Sugomi-lijnen? Mocht het ooit lukken – we weten het antwoord rond 2070 – dan weet werkpaard Z650 voor de tweede maal in successie om te toveren tot sierpaard.

Lees meer over

Kawasaki Z650RS

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...