+ Plus

Nieuwe puntentelling + vermogensmeting

Stilstand is achteruitgang, dat geldt ook voor onze test-beoordeling en daarom hanteren we met ingang van deze MotoPlus een nieuw puntenschema met enkele grote veranderingen. Daarnaast vindt er ook een kleine verandering bij de vermogensmeting plaats. Bij de grotere testen hanteerden we tot nog toe altijd de bekende 1000-punten waardering. Deze blijven we ook het komende jaar toepassen, zij het in een ietwat gewijzigde vorm. Voornaamste reden hiervoor is het optimaliseren van onze beoordeling om een zo eerlijk mogelijk eindoordeel te kunnen vellen over de geteste machines. Dankzij de technische vooruitgang kunnen we bepaalde onderdelen beter op waarde beoordelen. Ook zijn sommige thema’s wat achterhaald, omdat de kwaliteit van de gemiddelde nieuwe motorfiets de laatste jaren naar een hoger niveau is getild. Goed voorbeeld hiervan is het onderdeel milieu/uitlaatgassen, dat door de komst van de Euro3-norm praktisch geen onderscheidende rol meer speelt en dus in de nieuwe puntentelling is komen te vervallen. De basis van het schema is behouden, alleen is het accent verschoven naar de rijdynamische kwaliteiten van de machines. Dat wil echter niet zeggen dat de kosten geen rol van betekenis meer spelen. In tegendeel zelfs, want we hebben een nieuw onderdeel in het leven geroepen: het thema “prijs-kwaliteit-verhouding” krijgt vanaf nu een apart rapportcijfer van 1 tot 10. Aan de hand van eerder gepubliceerde testen kun je ook zien dat het puntentotaal in meer of mindere mate lager ligt dan voorheen. Dat komt omdat de gemiddelde score van de testmachines bij verschillende criteria de laatste tijd behoorlijk is gestegen – wat natuurlijk erg lovenswaardig is – maar waardoor de beoordeling nu strenger kon worden. De lat komt als het ware weer een stukje hoger te liggen. Om dat even duidelijk weer te geven hebben we de oude en de nieuwe puntenlijst aan de hand van de Triumph Tiger toptest uit het vorige nummer naast elkaar gezet. In de nieuwe puntenlijst gaan de subjectieve indrukken (zeg maar het gevoel dat je bij een motor hebt) ook een zwaardere rol spelen. De totale rijbeleving van een machine wordt immers niet alleen bepaald door een rijke uitrusting of lage inspectiekosten… Naast de vernieuwde puntentelling gaat er nog iets veranderen, iedere testmachine gaat er wat gemeten vermogen betreft twee procent op vooruit. Op papier althans. Tot dusver registreerden we altijd het vermogen aan de koppeling, voortaan gaan we uit van het vermogen aan de krukas. Een kleine, desalniettemin toch belangrijke aanpassing. Om het verschil duidelijk te kunnen maken, eerst een nadere toelichting op onze oude manier van meten. Alle machines worden getest op een Dynojet-vermogensmeetbank, die éénduidige en onderling vergelijkbare waarden levert. Bij iedere meting wordt allereerst door een volgas acceleratie het vermogen aan het achterwiel bepaald. Wanneer het maximum toerental is bereikt, trekt de testrijder de koppeling in en tijdens het uitrollen wordt het totale vermogensverlies van de aandrijving gemeten. Dit is een optelsom van de wrijving tussen band en rollerbank en verlies aan ketting, tandwielen, eventuele tussenassen en indien aanwezig de haakse overbrenging van de cardan. Tel je vervolgens het totale vermogensverlies van de aandrijving op bij het vermogen aan het achterwiel, dan krijg je het vermogen aan de koppeling. Dit gegeven werd tot nog toe altijd vertaald in de door ons gepubliceerde vermogensgrafieken. Tot zover is het een heldere zaak, zij het met één nadeel: de gezamenlijke fabrikanten hebben het in hun brochures altijd over het vermogen aan de krukas, uitgaande van EU-richtlijn 95/1. Het verschil tussen vermogen aan de koppeling en dat aan de krukas is dat er zich in de regel nog altijd een primaire overbrenging bevindt tussen koppeling en krukas. Het vermogenverlies dat hierbij optreedt is echter niet exact te bepalen op een vermogensmeetbank, maar betreft in de regel genomen gemiddeld 2% van het vermogen aan de koppeling. De Europese Commissie die hierover gaat heeft in al haar wijsheid dus ook besloten om bij motorblokken met een primaire overbrenging een rekenkundige vermogenstoename van 2% te hanteren. En om onze testresultaten makkelijk en direct te kunnen vergelijken met de fabrieksopgaves, laten wij nu diezelfde rekensom los op onze testresultaten. Let op: dit geldt dus alleen voor motorfietsen met een primaire overbrenging. Drijft de krukas de koppeling rechtstreeks aan (zoals bijvoorbeeld bij de BMW-boxers en Guzzi’s), dan is er geen sprake van vermogensverlies en vervalt de 2% regel. Omdat het koppel wordt berekend op basis van het vermogen aan de krukas, zal ook deze waarde in de toekomst bij het overgrote deel van de geteste motoren een fractie hoger komen te liggen. [KADER] [STREAMER] PUNTENTELLING [KADERTEXTE] KRACHTPROEF Meer criteria, meer punten en een belangrijkere rol voor de prestaties. In het hoofdstuk aandrijving zijn 50 punten meer te vergeven dan voorheen, waarmee het totaal op 250 komt. De verhoging komt onder andere tot stand door het opwaarderen van de criteria ‘doortrekken’ en ‘acceleratie’ met 10 punten, waarmee er totaal 40 punten per onderwerp te vergeven zijn. Ook is het oude thema ‘aanspreken/lastwissel’ uit elkaar getrokken en worden beide onderwerpen nu apart beoordeeld. De laatste extra punten komen op het conto van de ‘draai-eigenschappen’ van de motor. Deze vond altijd onderdak bij ’comfort’, maar is verhuist naar ‘aandrijving’. Daarentegen is ‘secundaire overbrenging’ komen te vervallen en wordt alleen de versnellingsbakspatiëring’ nog maar beoordeeld. Achter het begrip ‘motorkarakteristiek’ schuilt het vroegere ‘vermogensafgifte’ De ‘topsnelheid’ wordt met maximaal 30 punten beloond. RIJWIELTECHNISCH Naast ‘aandrijving’ legt het thema ‘rijwielgedeelte’ nu ook meer gewicht in de schaal, eveneens gewaardeerd met 250 punten, verdeeld over elf criteria. ‘Mogelijke hellingshoek’ dat altijd onder ‘veiligheid’ te vinden was, neemt twintig punten van het totaal voor zijn rekening. Daarnaast worden er drie nieuwe onderwerpen beoordeeld: ‘instelmogelijkheden rijwielgedeelte’ (vroeger onder ‘uitrusting’), ‘feedback’ (tot nog toe onderdeel van ‘stuurprecisie’) en ‘veercomfort’ (altijd te vinden onder ‘vering solo/duo’). Door het splitsen van de veerafstelling in voor en achter, krijg je een helderder beeld, want een slappe voorvork of knikkerharde achterschokbreker trekt nu direct de aandacht. Ook zijn twee belangrijke onderwerpen allebei opgewaardeerd met 10 punten, namelijk ‘handelbaarheid’ en ‘stuurgedrag’ (was altijd ‘stuurprecisie’). Het maximum voor ‘rechtuitstabiliteit’ werd echter gereduceerd met 10 punten. HAKEN EN OGEN Om de overzichtelijkheid van het testschema te verbeteren, hebben we ervoor gekozen om de criteria van ‘comfort’ en ‘praktijk’ samen in één blok te presenteren, zijnde ‘praktijk’. Hieronder vallen bovendien de criteria ‘zicht’, ‘lichtopbrengst’(voorheen altijd onder ‘veiligheid’) en ‘afwerking’ (was altijd onderdeel van kosten/milieu’). Ook de afzonderlijke criteria zelf worden iets anders beoordeeld. Voor het onderwerp ‘uitrusting’ worden de instel- en opbergmogelijkheden nu apart beoordeeld. Dit laatste onderwerp omvat bagagehaken en -dragers, opbergvakken en seriematige koffers. Verdere verschuivingen: nog maar 10 punten voor ‘maximale belading’, terwijl ‘theoretische actieradius’ is verhoogd naar 30 punten en het ‘zicht’ maximaal 20 punten oplevert. De criteria ‘manoeuvreerbaarheid’ en ‘onderhoudsvriendelijkheid’ werden tot dusver afzonderlijk beoordeeld, maar vallen nu beide onder het kopje ‘hanteerbaarheid’. Daarmee zijn er onder ‘praktijk’ wederom 250 punten te vergeven verdeeld over elf onderwerpen. VEILIG Inzake ‘veiligheid’ zijn er nog maar 150 in plaats van 200 punten te vergeven. Dat betekent echter niet dat we weinig waarde hechten aan veiligheid, maar heeft alles te maken met de verschuiving van enkele onderwerpen. Met uitzondering van ‘grondspeling’ en ‘stuurslaan’ hebben alle criteria betrekking op de remmen. Daarbij is een hoofdrol weggelegd voor ‘remwerking’ (tot dusver ‘vertraging/bedieningskracht’), die is bestempeld met 40 punten. In dit onderwerp zit echter ook de werking van gecombineerde remmen ondergebracht, dat nu niet meer tezamen met het ABS beoordeeld wordt. De balk met daarin het subtotaal is ook komen te vervallen. ZUIVERE ZAAK Het thema ‘kosten’ zal in de toekomst minder van invloed zijn op het puntentotaal, omdat de ‘prijs-kwaliteit-verhouding’ nu een op zichzelf staand item vormt. Andere verandering betreffen minder punten voor de ‘inspectiekosten’ (maximaal 20) en het onderwerp ‘uitlaatgassen’, dat compleet is komen te vervallen. DE PRIJS IS HOT Het onderwerp ‘prijs-kwaliteit-verhouding’ krijgt per direct een eigen rapportcijfer. Deze komt tot stand door de netto verkoopprijs af te zetten tegen het totale puntenaantal. De motorfiets met het hoogste aantal punten, scoort dus niet per definitie hier ook het best. Een goede motor met een bovenmatig prijskaartje zal hier minder goed uit de verf komen dan een iets mindere motorfiets die zeer aantrekkelijk is geprijsd. [Texte bei listen] 2007 MOTOPLUS BEOORDELING NIEUW Nieuwe beoordelingsschema vanaf uitgave 03-2007 2006 MOTOPLUS BEOORDELING Originele beoordelingsschema tot uit 02-2007

Lees meer over

BMW Triumph

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Triumph Daytona 660

Eerste Test Triumph Daytona 660

28 maart, 2024

Ook Triumph wil een graantje meepikken in het groeiende segment van betaalbare sportieve motorfietsen. Waar de ...
Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-