Nieuws

GP Wegrace Spanje en Japan

Al voor het derde jaar op rij stelde Ducati in Aragon de constructeurstitel veilig. Heel veel vreugde bracht dat niet te weeg. Want Ducati’s paradepaadje Pecco Bagnaia werd in Spanje verslagen door zijn toekomstige teamgenoot Enea Bastianini, terwijl Bagnaia in Japan zelfs puntloos bleef. Bagnaia’s teamgenoot Jack Miller werd daar na een foutloze race de zesde winnaar van 2022. En een ontevreden Fabio Quartararo liep na een dramatische race in Aragon toch uit in Motegi.

Naar Marc Marquez’ comeback na zes wedstrijden afwezigheid werd in Aragon met veel spanning uitgekeken. Maar na een valpartij in de vrije training en een dertiende startplaats sprak Marquez nog uit dat hij niet in de positie was om met een al te ambitieus strijdplan te starten. Na de start ‘nam het instinct het over’, gaf hij later toe. Marquez startte briljant, passeerde een aantal rijders buitenom en stak bij het ingaan van de tweede bocht ook de als zesde gestarte Quartararo binnendoor voorbij. Eén bocht later anticipeerde hij op wijd gaande Aleix Espargaro en Enea Bastianini, maar voelde toen zijn machine opzij stappen. Daarop kon Quartararo hem niet meer ontwijken. De Fransman crashte en werd geraakt door zijn eigen machine, waardoor zijn pak open sprong. Met frictiewonden op buik en borst kwam Quartararo er nog genadig af. Even verder in de openingsronde zorgde Marquez wéér voor opschudding, toen hij in aanraking kwam met Takaaki Nakagami. De Japanner kwam hard ten val en kon ternauwernood ontweken worden door de achtervolgende rijders. “Toen wilde ik het ‘ride height device’ inschakelen, en vervolgens voelde ik het achterwiel blokkeren”, legde Marquez uit. Bij het contact tussen hem en Quartararo was een stuk van de Yamaha-stroomlijn tussen het ride height device en de achterband bekneld geraakt, waardoor de machine naar rechts uitweek – in het pad van Nakagami. De Japanner werd op maandag aan twee zwaar beschadigde vingers geopereerd. “Het was niet zijn fout, het was een race-incident”, vond Nakagami. Ook Quartararo en het Yamaha-management waren clement voor Marquez.
Polesitter Pecco Bagnaia zag op de videoschermen langs het circuit dat Quartararo uit de race was en realiseerde zich al snel dat hij een enorme kans had om iets te doen aan zijn achterstand van dertig punten op Quartararo. “Ik wilde een hoog tempo aanhouden en netjes met het gas omgaan. Daarna begon ik steeds iets meer te pushen. Ik wist dat alleen Enea bij kon blijven.”
Dat had Bagnaia goed ingeschat. In de negende van 23 ronden passeerde Bastianini de Ducati-fabriekscoureur zelfs, om vervolgens wijd te gaan. “Toen wist ik dat ik rustig moest blijven om het gat te dichten naar Pecco, want hij was echt heel snel”, aldus de Gresini-kopman. In de laatste ronde was duidelijk dat Bastianini zich niet aan Ducati-stalorders hoefde te onderwerpen en op fraaie wijze dook hij binnendoor bij Bagnaia. Ook met een slipstream kon Bagnaia niet counteren. “Ik dacht niet na over waar ik hem wilde passeren, maar toen ik heel dicht achter Pecco zat, dacht ik ‘dit is het moment om in te halen’”, glom Bastianini na zijn vierde zege op de één jaar oude Ducati.
Bastianini werd zo de eerste satellietteamrijder sinds 2004 die vier GP’s wist te winnen. Destijds lukte dat Sete Gibernau, óók voor het Gresini Team, maar dan op een Honda. Bagnaia nam het verlies gelaten. “Het was heel belangrijk om geen fouten te maken, vanwege Fabio’s pech”, bekeek de Italiaan de zaken rationeel. “Daarom was het in de laatste ronde vooral belangrijk om te finishen. Ik dacht ‘als hij me inhaalt, neem ik geen risico’. Ik zou gewoon zo goed mogelijk finishen.”
Twee ronden voor het einde passeerde Aleix Espargaro de fantastisch gestarte Brad Binder met wie hij om de laatste podiumplek vocht. Jack Miller zat in hun slipstream. Binders prestatie was opmerkelijk, omdat hij op zaterdag bij een crash zijn rechter enkel blesseerde. Ook Espargaro was de trainingen niet ongeschonden uit gekomen met twee valpartijen. Misschien was hij wel iets te gespannen aan het weekend begonnen, deed Espargaro aan zelfreflectie. De schuivers zorgden voor een deuk in zijn zelfvertrouwen. “De verwachtingen waren hoog voor deze race in Aragon, omdat ik wist dat dit één van de beste banen in het laatste deel van het seizoen was”, legde de Aprilia-rijder uit na zijn eerste podium in zeven races. “In de race wist ik dat Enea en Pecco iets extra’s hadden. Wetend dat Fabio uit de race was, wilde ik geen fouten maken.”

Vanwege de haastige spoed en de krappe tijd die iedereen had om van Spanje naar Motegi te komen voor de eerste Japanse Grand Prix sinds 2019 werd de vrijdagochtendtraining geschrapt, terwijl de middagtraning werd verlengd van 45 naar 75 minuten. Een dag later werd Motegi geteisterd door zware regenval – en een wervelwind van vlees en bloed: Marc Marquez veroverde op het kletsnatte ‘stop & go-circuit’ dat eigendom is van zijn baas Honda zijn eerste pole in 1071 dagen, vóór Johann Zarco en Brad Binder. Van de titelkandidaten was Aleix Espargaro met een zesde startplaats nog de beste, met Fabio Quartararo exact een rij achter hem en weer een rij verderop Pecco Bagnaia. Aragon-winnaar Bastianini kwam na twee valpartijen niet verder dan de vijftiende plaats. Voor hen was echter slechts een bijrol weggelegd op de weer droge zondag. Want de sterk gestarte Jack Miller reed in drie ronden onstuitbaar van een zevende startplek naar de leiding. Vanaf dat moment reed de Australiër gecontroleerd de resterende 21 ronden uit. Het was een indrukwekkende voorstelling van snelheid, lef en een goed harde compound achterband. De 27-jarige Miller tekende voor zijn eerste overwinning sinds de Franse Grand Prix van vorig jaar en Ducati’s elfde van het seizoen. Binder, die voor het eerst in zijn MotoGP-carrière vanaf de eerste rij vertrok, passeerde in de laatste ronde op fraaie wijze de met bandenproblemen worstelende Martin en werd zo knap tweede – zijn eerste podium sinds zijn tweede plek in de seizoensopener in Qatar. Miller noemde zijn vierde MotoGP-zege ‘de race van m’n leven’. “Dit ging beter dan gepland”, vond de man die ook al op de droge vrijdag de snelste was geweest. “Ik voelde me het hele weekend al snel, maar in de kwalificatie lukte het niet om een goede tijd te rijden. Toch dacht ik wel dat ik het hier goed kon doen, want in de warm-up was ik heel constant met de harde achterband. Maar ik was blij dat ik geen duel hoefde aan te gaan aan het eind, want hij was op.” In de uitloopronde werd Miller door emoties overmand. “Ik zat te janken als een baby. Mijn grootste tegenstander is dat mannetje in m’n hoofd. Vandaag heb ik niet naar hem geluisterd. Ik kan best een beetje motorrijden af en toe.”
Binder ging zonder een ronde met de harde compound te hebben gereden toch met die band de race in. Die gok betaalde zich uit. “In het begin wist ik niet hoeveel ik kon pushen met die band, maar achter Jack en Jorge zag ik waar ik me kon verbeteren en waar ik sterker was. Aan het eind zag ik dat Jorge het moeilijk kreeg en hoewel hij geen foutje maakte, was hij wel die wortel die me werd voorgehouden. Ik zag hem meer glijden. Dit podium hadden we als team nodig.”
Al op zaterdag meende Martin vanaf een vijfde startplaats een kans te hebben op een plek in de top 3. Met een snelste tijd in de warm-up benadrukte hij dat nog eens. De Ducati-coureur koos echter voor de medium achterband. “Jammer dat we de harde niet geprobeerd hebben, want dat was duidelijk de beste keus geweest voor de race”, wist hij. “Achter Jack zag ik dat ik te veel van de band vroeg en daarom drukte ik het tempo wat om de band te managen. Ik vloog er bijna een keer af met een highsider en ik zag Brad komen. Ik kon hem niet houden.”
Een eerste volledig ‘Europees’ podium in Japan werd gevolgd door Marc Marquez, die drie ronden voor de finish de verrassende Miguel Oliveira van de vierde plaats verdrong. Marquez was dik tevreden met zijn beste prestatie van het jaar. Achter Oliveira finishte Luca Marini als zesde, anderhalve seconde voot Maverick Viñales. De Aprilia-coureur stond het grootste deel van de race onder druk van Quartararo, maar verder kwam de klassementsleider niet. Met een achtste plaats liep Quartararo tóch acht punten uit op Pecco Bagnaia. De Italiaan herinnerde in niets aan de coureur die in vijf races dankzij vier overwinningen en een tweede plek 81 punten had goedgemaakt op Quartararo. Pas in de slotfase kwam Bagnaia enigszins op gang, passeerde brutaal Bastianini en probeerde vervolgens in de laatste ronde Quartararo uit te remmen – met desastreuze gevolgen, want Bagnaia klapte tegen het asfalt en miste ternauwernood zijn grootste tegenstander. “Dat was een gigantische fout”, vond ook Bagnaia na zijn vijfde racecrash van het jaar. “Maar gelukkig raakte ik Fabio niet. Ik was te ambitieus. Ik wist dat ik sterk was op de remmen, maar ik zat er te ver achter en ik miste vandaag accereleratie vergeleken met de anderen.” Op vrijdag was Bagnaia na een tweede tijd achter Miller nog optimistisch en ook na de warm-up overheerste het goede gevoel. “Maar in de race voelde de machine anders aan. Ik was te veel aan het vechten. Nog een geluk dat Fabio maar achtste werd.”
Daar was de wereldkampioen ook niet blij mee. “Ik heb geen moment genoten”, was hij duidelijk. “Maar je moet altijd naar de positieve dingen kijken en dat was dat ik uitgelopen ben in de tussenstand. Maar leuk was het niet. Ik kon totaal niet inhalen en de enige keer dat dat lukte was met Marini. Dat was op de grens, want we raakten elkaar. Het verschil lag ‘m in acceleratie. Het was onmogelijk om maar iets te doen.” Dat Bagnaia in de slotfase het gat naar hem dichtte, had Quartararo gemerkt. “Ik hoorde ook meteen het geluid van Pecco’s crash. Ik had geluk dat ik niet werd geraakt. Verder verandert er niks. Vier wedstrijden, honderd punten – ik moet blijven pushen.”
Quartararo was zich ook bewust van de pech waarmee Aleix Espargaro al voor de race te maken kreeg. Bij de start van de opwarmronde merkte Espargaro dat zijn machine geen toeren wilde draaien. De elektronicaman was vergeten om de ‘spaarstand’ uit te schakelen. Op de motor kon de coureur daar zelf niets aan veranderen, waardoor hij direct de pits binnen reed en zijn tweede machine pakte. Die was voorzien van een softe compound achterband; niet de juiste keus. Toen de rest al uit zicht was, vertrok Espargaro uit de pitlane. “We hadden geen mediums meer, maar ik besloot toch door te rijden voor het geval er een rode vlag zou komen”, vertelde een boze Espargaro. Met een zestiende plaats bleef hij – de enige rijder die tot Japan in elke race had gescoord – buiten de punten. Dat Bagnaia crashte en Quartararo maar acht punten scoorde, was amper een pleister op de wonde. “Ik ben zelfs nog meer teleurgesteld, omdat ik ze vandaag had kunnen verslaan. Ik heb een kans laten liggen.”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

Eerste Test Yamaha MT-09 Y-AMT

19 september, 2024

Ruim twaalf jaar – sinds de komst van de NC700 DCT – had Honda zo’n beetje het alleenrecht op ...
Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

Alpenmasters 2024 – Mid Nakeds

5 september, 2024

Waarom de KTM 990 Duke en Yamaha MT-09 tot de succesnummers van deze twee fabrikanten behoren, wordt niet alleen op ...