Eicma 2017: Ducati

Ducati en V-twins, twee zaken die al decennia lang onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Nu echter breekt er voor de Italianen een nieuwe tijdperk aan, in Milaan presenteerde Ducati namelijk de eerste productie V4 superbike ooit. Daarentegen maakte ook een oudgediende haar rentree, met de nieuwe Scrambler 1100 keert de gelauwerde lucht- en oliegekoelde 1.079 cc L-twin terug in het gamma. En er was nog meer nieuws!

PANIGALE V4
De Eicma is een echte thuiswedstrijd voor Ducati en ook dit jaar werd het publiek zeker niet teleurgesteld. Bij Italianen stroomt stijl en sportiviteit door de aderen, twee zaken die de nieuwe Panigale V4 feilloos weet te combineren. Optisch is de nieuwe Panigale zoals je mag verwachten, hij verwent net als de huidige 1299 met een scherpe, wulpse lijnen, een compact voorkomen en een overall extreem sportief uiterlijk. Eigenlijk oogt hij helemaal niet spectaculair veel anders dat de huidige Panigale. Qua prestaties echter legt de nieuwe Italiaanse superbike de lat op een heel nieuwe niveau. Daarvoor moesten de Italianen echter wel uit een heel nieuw vaatje tappen en breken met één van haar misschien wel meest diepgewortelde tradities. De V-twin bleek wel zo’n beetje uit geëvolueerd, hogere prestaties zouden vooral uit (nog) meer cilinderinhoud moeten komen, wat Ducati deed besluiten om over te stappen naar een nieuwe blokconfiguratie. Eentje waar ze in de GP’s al de nodige ervaring mee hebben opgedaan, een V4. Goed nieuws, want mede daardoor hebben ook GP-technieken hun weg hebben gevonden in het tot Desmosedici Stradale gedoopte blok. Zo kreeg de 90° viercilinder V-motor onder meer een contra-roterende krukas (enerzijds voor het deels opheffen van het gyroscopisch effect van de wielen, anderzijds vermindert dit de wheelie-neiging door een tegengestelde massagtraagheid kracht), uiteraard desmodromische klepbediening, evenals een hoge compressieverhouding van 14,0 op 1. Ook is het blok licht achterover gekanteld in het frame gemonteerd, waardoor onder meer het scharnierpunt van de swingarm zo ver mogelijk naar voren komt. En net als de GP-machines heeft ook de Stradale een 70° krukas, waarmee een zogenaamde Twin Pulse ontstekingsvolgorde wordt gecreëerd. Zowel de twee linker als twee rechter cilinder ontsteken vlak (90°) na elkaar voor een extra koppelboost. Komt het evenwel op de cilinderinhoud aan, dan lopen de Stradale en de MotoGP-machine enigszins uit de pas. De V4 kreeg wel dezelfde 81 mm boring, voor een goed gevuld middengebied echter koos Ducati voor een iets langere slag van 53,5 mm, waarmee de cilinderinhoud uitkomt op 1.103 cc. Onder de streep is de viercilinder goed voor maximaal 214 pk bij 13.000 toeren en 124 newtonmeter koppel bij 10.000 tpm. Ruim voldoende voor wat kwiek stuurwerk, maar onder het motto ‘mag het ietsje meer zijn’ is er ook nog een Ducati Corse titanium uitlaatsysteem van Akrapovic in de aanbieding, waarmee het vermogen wordt opgekrikt tot 226 pk. En dat in combinatie met een rijklaar gewicht van minder dan 200 kilo.
Om dat een beetje gecontroleerd op straat te kunnen overbrengen vertrouwt de Panigale op een compleet arsenaal aan hightech elektronica, met als middelpunt een 6-assige Bosch IMU. De waslijst aan hulpmiddelen omvat onder meer meervoudige, hellingshoekafhankelijke tractiecontrole, bochten ABS, slide-control, wheelie-control, instelbare motorrem, launch control, verschillende rijmodi (Race, Sport en Street) en een up/down quickshifter. Voor de standaard Panigale V4 dat is, er komen namelijk ook nog een S- en Speciale-versie. Die onderscheiden zich onder meer door elektronisch instelbare Öhlins-vering (standaarduitvoering heeft een Showa voorvork en Sachs achterschokbreker), aluminium gietwielen, magnesium subframe voor en een lithium-ion accu. De Speciale heeft daarbij bovenop nog diverse carbon componenten en andere race-onderdelen.
De nieuwe Panigale V4 staat vanaf januari bij de dealer, met een vanaf prijs van € 26.190,00.

SCRAMBLER 1100
De in 2015 gelanceerde Ducati Scrambler is in zijn korte bestaan uitgegroeid tot een waar succesnummer. Bij de Scrambler staat pure rijbeleving voorop, aan ingewikkelde hightech snufjes heeft ‘ie dan ook een broertje dood. Plezier, stijl en vrijheid, daar draait het om volgens Ducati, elementaire deugden waarvoor geen overbodige ‘opschmuck’ nodig is. Ziehier de nieuwe Scrambler 1100, die het credo ‘what you see, is what you get’ duidelijk hoog in het vaandel heeft staan. Een echte no-nonsense fiets die zich met zijn herkenbare voorkomen naadloos in het Scrambler-gamma voegt. Naast de 400 cc Sixty2 en de in verschillende uitvoeringen verkrijgbare 800 wordt dat gamma nu dus naar boven uitgebreid. Fiks uitgebreid, want de 1100 komt er meteen in drie versies: naast een standaardversie komt er nog een Special en Sport uitvoering.
Naast onder meer de stalen ‘teardrop’ tank, de ronde koplamp, het LED achterlicht en het speelse, tweeledige LCD-dashboard, delen ze ook alle drie hetzelfde blok. De inmiddels meer dan bekende lucht- en oliegekoelde 1.079 cc L-twin, die onder meer ook dienst heeft gedaan in de Multistrada, Hypermotard en Monster 1100. De tweekleps twin is Euro 4 proof gemaakt en goed voor maximaal 86 pk en 88,4 newtonmeter koppel. Een in de basis traditioneel opgetuigd blok dus, dat in een al even traditioneel, prachtig strak vakwerkframe hangt. Goed passend wel bij een concept als de Scrambler, die ondanks zijn pure inborst wat betreft elektronische hulpmiddelen niet helemaal onbeslagen ten ijs komt. Aan het wettelijk voorgeschreven ABS, hellingshoek afhankelijk trouwens, ontkom je nu eenmaal niet, maar daarnaast behoren ook een viervoudig instelbare tractiecontrole en drie rijmodi tot de standaarduitrusting.
Naast de in het geel en zwart verkrijgbare standaarduitvoering komt de 1100 er zoals gezegd ook in een Custom en Sport versie. Die eerste kenmerkt zich naast zijn grijze kleurstelling door onder meer zwarte spaakwielen, chromen dempers, aluminium spatborden, een ‘brushed effect’ swingarm, goudkleurige vorkpoten en een bruine buddy. Ook de zwart/gele Sport heeft een aangepaste buddy, en kreeg daarnaast nog machinaal bewerkte aluminium velgen en Öhlins veerelementen. Dit speelse trio staat al in december in de showroom, prijzen beginnen bij € 15.890,00.

MULTISTRADA 1260
Bijna niet te geloven, maar de eerste generatie Multistrada 1200 stamt alweer uit 2010. Tussentijds is de ‘four bikes in one’ allroad uiteraard wel steeds een beetje bijgepunt, zo kwamen er tussentijds onder meer updates als de elektronische Skyhook vering en de variabele kleptiming DVT (Desmodromic Variable Timing). En ook voor komend jaar mag twin zich verheugen op een flinke oppepper. Optisch bleef het weliswaar bij wat fijnslijperij aan de zijkuipen, onderhuis echter zijn de wijzigingen duidelijk groter.
De nieuwe Multistrada krijgt namelijk het blok van de in 2016 gepresenteerde XDiavel. De Testastretta 90° V-twin, die zijn carrière ooit begon als aanjager van de 1198 superbike, betreft een doorontwikkelde versie van het blok met de variabele kleptiming (DVT), dat sinds 2015 in de Multistrada-range te vinden is. Voor transplantatie in de XDiavel echter, kreeg de twin een langere slag (van 67,9 naar 71,5 mm), waarmee de cilinderinhoud werd vergroot tot 1.262 cc. En ziehier waaraan de jongste Multistrada-generatie haar naam dankt. Door onder andere wat aanpassingen aan het in- en uitlaattraject is het blok ten opzichte van de XDiavel wel wat sterker geworden. Maximaal staat er 158 pk bij 9.750 toeren en 129,4 newtonmeter koppel bij 7.500 tot je beschikking. Indrukwekkende getallen, helemaal in de wetenschap dat 85% van het maximale koppel al vanaf 3.500 tpm beschikbaar is.
Niet alleen motorisch, maar ook qua uitrusting is de allroad naar een hoger plan getild. Uiteraard is vastgehouden aan het ‘vier-motoren-in-een principe’, waarbij de vier verschillende rijmodi Sport, Touring, Urban en Enduro niet alleen een passend motorkarakter hebben, in Urban en Enduro wordt het vermogen bijvoorbeeld teruggeschroefd naar 100 pk, maar ook een bijpassende regelniveaus van alle elektronische hulpmiddelen. En dat zijn er nogal wat, standaard aan boord zijn onder meer tractie- en wheelie-controle (beide acht standen, uitschakelbaar), evenals bochten-ABS (drie standen, uitschakelbaar). En in het geval van de S-versie (de standaard Multistrada is uitgerust met een Kayaba voorvork en Sachs achterschokbreker, beide volledig instelbaar) krijgt ook de elektronische, semi-actieve Skyhook vering een passende afstelling. De S is standaard ook uitgerust met de up/down quickshifter, waarvoor je bij de standaarduitvoering dan weer een beroep op het accessoiresgamma moet doen. Het nieuwe Vehicle Hold Control (wegrijhulp) is overigens voor beide weggelegd, evenals het nieuwe 5 inch TFT kleurendisplay.
Een flinke upgrade dus voor de Italiaanse alleskunner, die vanaf december bij de dealer staat. Prijzen beginnen bij € 21.190,00.

959 PANIGALE CORSE
Van de instap Panigale, voor zover je daar met 150 pk überhaupt nog van mag spreken, werd op de Eicma deze speciale Corse-versie onthuld. Die valt in eerste instantie vooral op door het speciale, sportieve kleurenschema, maar heeft daarnaast nog duidelijk meer race-features paraat. Zo is ‘ie volledig Öhlins afgeveerd: voor prijkt een NIX30 upside-down vork, achter de bekende TTX36 schokdemper. En ook de stuurdemper komt bij de dezelfde Zweedse firma vandaan. Daarnaast kreeg de Superquadro-twin ook een lithium-ion accu en een titanium einddemper aangemeten, waardoor het rijklaar gewicht met 2,5 kilo werd verminderd. De standaarduitrusting van de 959 Panigale omvat onder meer verschillende rijmodi (Race, Sport en Wet), ABS, tractiecontrole, wheelie-controle, een quickshifter, evenals een instelbare motorrem. De 959 Panigale Corse is verkrijgbaar vanaf februari, de prijs bedraagt € 21.690,00.