+ Plus

Eerste Test Husqvarna Svartpilen 125

De adelijke KTM Duke 125 krijgt op korte termijn een zusje in de vorm van deze Husqvarna Svartpilen 125. Na de 701 en 401 Svartpilen is er nu dus ook een kleine ‘zwarte pijl’ met 125 cc. En met 11 kW (15 pk), zodat iedereen er met een A1-rijbewijs mee op pad kan. Mede door deze kruisbestuiving zie je de modelprogramma’s van KTM en Husqvarna steeds verder ineen schuiven.

Hoewel de eerste Husqvarna motorfiets al in 1903 de fabriek in het Zweedse Huskvarna uitrolde, bestaat de merknaam al veel langer. Sinds 1689 om precies te zijn. Die eerste jaren was Husqvarna vooral een bedrijf waar (ijzeren) wapens en kogels gemaakt werden, later vormden geweren de hoofdmoot van de bezigheden. Het huidige logo verwijst nog steeds naar die tijd: de gestileerde O met drie puntjes is in feite een vizier op de loop van een geweer…

Maar nadat er ook huishoudelijke producten als kachels, ovens en naaimachines werden gemaakt, volgden in het begin van de vorige eeuw dus fietsen en niet veel later dus ook motorfietsen. Husqvarna is daarmee één van de alleroudste nog bestaande motormerken, maar dat laatste was op het nippertje, want als motormerk kenden ze een roerige geschiedenis. Nadat het Husqvarna-concern ongeveer 50 jaar geleden door Electrolux werd ingelijfd, werd al ras besloten de motortak af te splitsen van de rest, die vooral nog bestond uit naaimachines, grasmaaiers en kettingzagen. En die motortak verhuisde in de jaren tachtig naar Italië, waar de gebroeders Castiglioni – van Cagiva en MV Agusta – er wel brood in zagen. Uiteindelijk werd Husqvarna een kleine 15 jaar geleden overgenomen door BMW, maar een Italiaanse pizza met Duits weissbier bleek achteraf geen goede combinatie. De verlossing kwam voor Husqvarna in 2013, nota bene van aartsvijand KTM. KTM-baas Pierer lijfde Husqvarna Motorcycles in, waardoor het merk dus nu als Oostenrijks te boek staat. Waarbij Pierer rucksichtlos sneed in het Husqvarna-gamma: de eigen modellenlijn werd aan de kant gezet en sinds de overname zijn alle Husqvarna’s technisch gebaseerd op de KTM motoren. Net zoals dat gedaan wordt bij Pierer’s grote voorbeeld Volkswagen. Dat concern heeft immers ook meerdere automerken (Volkswagen, Audi, Skoda en Seat) met dezelfde technische basis.
Op de Eicma van 2014 presenteerde Stefan Pierer zijn plannen rond Husqvarna en riep toen dat Husqvarna al in 2020 het derde motormerk van Europa moest zijn, achter BMW en KTM. Dat bleek achteraf iets te optimistisch, maar met een productiecijfer van 48.555 in 2020 is Husqvarna ook geen kleine speler in de marge meer. Terwijl het gevoelsmatig nog een beetje moet beginnen voor het oorspronkelijk Zweedse merk, want tot op dit moment worden er vooral Husqvarna motorcross- en enduromotoren gemaakt in het Oostenrijkse Mattighofen.
De eerste stappen op straat zijn al wel gezet, maar met extra straatmodellen zal daar de komende tijd de groei vandaan moeten komen. Zoals met deze 5.800 euro kostende (België: 5.099 euro) 125 Svartpilen bijvoorbeeld, die toch als massamodel wordt gezien en in grotere getale moet worden geproduceerd en verkocht. Daarnaast wachten veel allroad-liefhebbers natuurlijk met smart op de Norden 900; die fraaie allroad op KTM 890-basis wordt naar verwachting eind dit jaar uitgebracht. En niet ondenkbaar is het dat we in de toekomst ook nog de KTM 1290 V-twins in een Husqvarna-jasje gaan zien; dan gaat het merk dus echt stappen zetten en lijkt een verdubbeling van de productiecijfers inderdaad best mogelijk.

 

Maar eerst dus de Svartpilen 125, zoals gezegd het zusje van de KTM 125 Duke. Die KTM is een topper in de Europese 125 cc-markt en daar zal men ook met deze Husqvarna ook graag een graantje van mee willen pikken. Technisch is de nieuwe Svartpilen volledig op de kleine KTM gebaseerd en dat is geen schande, want in 2018 werd die nog flink gemoderniseerd en voorzien van een piekfijn 125 cc-blokje met twee bovenliggende nokkenassen, vier kleppen, balansas, injectie en geregelde katalysator.
Blok, frame en voor- en achtervork werden 1 op 1 overgenomen van de Duke, net als de bandenmaten. Maar waar de KTM op gietwielen en Michelin Pilot Street-banden staat, heeft de Svartpilen gespaakte wielen met aluminium velgen en Pirelli Scorpion Rally STR-banden. Samen met de typische styling en de zwarte kleur geven die wielen en banden de Huskie een minimalistisch scrambler-uiterlijk.
Waar de Duke nog een fors TFT-dashboard heeft, kreeg de Svartpilen een nostalgisch ogende ronde klok voor het cross-stuur. In die klok is wel een compact digitaal LCD-scherm verwerkt, maar dat steekt toch wat schril af bij de nieuwe TFT-trend, zeker bij zo’n machine die verder zo high-end is. Over de geboden info heb je trouwens geen klagen, al is alle info behoorlijk samengeperst in een paar vierkante centimeter, en connectiviteit moet je helaas ook ontberen.
Waarmee de Svartpilen wel veel verschilt van de machine waarvan hij de techniek ‘leent’, is natuurlijk het markante uiterlijk. De flitsende KTM Duke naked-bike is bij Huskie tot een klassiek ogende scrambler met een heel eigen gezicht getransformeerd. Eentje die naadloos past in de Svartpilen 401- en 701-lijn. Als gevolg van die ver doorgevoerde transformatie is de zithoogte van de Svartpilen op een eerbiedwaardige 835 mm gekomen, met als verzachtende omstandigheid dat de buddy wel vrij smal is gebleven, zodat je ook met kortere benen bij de grond kunt komen. Maar heel uitnodigend is de Svartpilen daardoor toch ook weer niet voor beginners, terwijl de dunne polstering van de buddy ook niet uitnodigt tot hele lange ritten. De metamorfose tot Svartpilen ging verder ook ten koste van de benzinevoorraad: van de oorspronkelijke 13,4 liter van de Duke bleef op de Svartpilen 9,5 liter over. Maar officiële verbruiksmetingen lieten zelfs waardes boven de 1 op 40 zien, en met de in de praktijk haalbare 1 op 30 kun je ook met die 9,5 liter best heel ver komen.
Door het hoge cross-stuur is de zitpositie lekker ontspannen op Huskies ‘zwarte pijltje’. Bovendien heb je als rijder veel overzicht en zeker in stadsverkeer is dat absoluut een voordeel, net als de handelbaarheid en stuurprecisie die zo’n relatief hoog en breed stuur met zich meebrengt. Ideaal in de stadsjungle, ook al omdat de machine zich prima laat bedienen. Al moet worden gezegd dat de koppeling van deze 125 niet ultralicht gaat, en dat ook de zesbak ietwat hakerig schakelt, maar dat zal ook met de maagdelijke kilometerstand van onze testmotor te maken hebben gehad.
Het kleine motorblokje weert zich dapper. Natuurlijk: met de A1-waardige 11 kilowatt (15 ouderwetse paardenkrachten) zul je geen potten breken, maar binnen die marge voelt de sympathieke en compacte éénpitter echt goed aan. Door de balansas draait hij mooi trillingvrij en trekt zonder enig manco door naar het rode gebied bij 11.000 tpm. Tegen die tijd staat de rode shift-light al flink te knipperen, een leuke gimmick op zo’n A1-machine.
Het topvermogen wordt bij 9.500 tpm behaald, en voor flink opschieten moet je wel boven de 6.000 toeren blijven. Toch blijft het blokje ook onderin heel mooi lopen en sputtert hij nooit tegen, maar veel gang zit er dan niet in. Maar je leert wel van rijden en schakelen van zo’n 125, want door de relatief beperkte powerband moet je flink in de versnellingsbak roeren om lekker vooruit te komen. Binnen de kortste keren voel je jezelf dan ook een heuse Moto3-GP-wegracecoureur die op jacht is naar de allerlaatste kilometer topsnelheid.
Die topsnelheid is niet verrassend: uit ervaring weten we dat een A1-machine flink uitgeperst rond 120 km/uur haalt, eenmaal tikten wij zelf 124 aan. Maar daarvoor heb je wel ruimte nodig, en het liefste ook een dalend wegdek. Tot een kleine 100 km/uur is er niets aan de hand en kun je prima mee met het verkeer, maar door de rechtop-zitpositie en het brede stuur, waardoor je als rijder toch een beetje een menselijke remparachute vormt, moet de Huskie best knokken voor elke kilometer aan de andere kant van die 100. Maar in Nederland is het ruim voldoende om overdag zonder enig probleem de snelweg op te gaan en mee te komen met de rest van het verkeer. En ook op secundaire wegen kun je prima je draai vinden en is de Svartpilen is heerlijk speelgoed. Met als enige probleem de potentiële zelfoverschatting bij een inhaalpoging: een (vracht-)auto inhalen op een secundaire weg kan best enerverend worden met 15 pk, dat weten we nu ook weer uit eigen ervaring…

 

De wegligging en het stuurgedrag is ook prima: de Pirelli noppenbanden (17 inch voor en achter) zien er stoer uit, maar doen gelukkig weinig afbreuk aan de grip op het asfalt. Hooguit moet je aan het begin wat wennen aan het iets zwaardere insturen ten opzichte van normale wegbanden. En hoewel er aan de WP-vering afgezien van de veervoorspanning achter niets is in te stellen, blijkt dat geen probleem, want de basisinstelling van de vering is bijzonder goed gelukt. Door het soepele aanspreken worden kleine oneffenheden prima gefilterd, terwijl de stevige veerwegen van ruim 140 mm en de progressieve dempingskarakteristiek voorkomt dat hij doorslaat bij grote hobbels of zwaardere belasting. Hier komt duidelijk de high-end uitrusting van de Svartpilen om de hoek kijken. Zoals je dat ook terugziet in bijvoorbeeld de mooie afwerking, de LED-verlichting rondom, de keurig verlichte stuurschakelaars en de verstelbare hendels, allemaal zaken waar menig dikke machine echt jaloers op kan zijn. En dat geldt ook voor de fijne remmen trouwens, want de Bybre-remmen met een 320 mm voorremschijf en 230 mm achterremschijf voldoen prima en hebben geen enkele moeite met de 146 kilo wegende machine (drooggewicht). Bovendien is er een keurig Bosch 10.1 tweekanaals ABS aan boord, hetzelfde systeem dat bijvoorbeeld ook op een KTM 890 Adventure of Ducati 950 Supersport zit. Kijk, daar kun je mee thuiskomen als A1-machine! Voor de echte stuntrijders kan het ABS op het achterwiel uitgeschakeld worden, zodat je de machine à la supermoto met een blokkerend achterwiel dwars-glijdend een bocht in kunt remmen. Daar ga je op het lokale kerkplein zeker indruk mee maken, al zou ik daar persoonlijk in elk geval maar even mee wachten tot na je A1-rijexamen…

De Svartpilen-styling is ook op deze nieuwe 125 tot in de details doorgevoerd. Inclusief de ‘korte kont’ en de op de achtervork gemonteerde kentekenplaatdrager zoals ook de 701 die heeft. Om toch nog een broodtrommel mee te kunnen nemen, kreeg de 125 Svartpilen zelfs een soort bagagedrager op de tank, waarvoor ook weer een bijpassende tanktas leverbaar is. Een leuke gimmick, waardoor de Svartpilen 125 nèt even wat praktischer bruikbaar wordt. Al zal het praktische nut van deze machine nooit een verkoopargument zijn. Want hoewel hij net zoveel kost als de KTM 125 Duke (en ook vergeleken met andere 125’s best concurrerend geprijsd is) moet de Husqvarna Svartpilen 125 het gevoelsmatig toch vooral hebben van zijn verfijnde, hi-end techniek, zijn hoogwaardige afwerking en vooral zijn bijzondere en zeer onderscheidende uiterlijk.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Husqvarna Vitpilen 801

Eerste Test Husqvarna Vitpilen 801

14 november, 2024

De uitbreiding van het merk Husqvarna binnen het Pierer-imperium vordert gestaag. Na de nogal radicale 701 Vitpilen ...
Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...
Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...