+ Plus

Ducati Clubrace 2008

Eén week voor de Ducati Club Races rinkelt de telefoon met de vraag of ik wil rijden op een Benelli Tornado 1130. Mijn machine (de BMW HP2 Sport) was op het allerlaatste moment “niet beschikbaar”, dus ik neem deze kans met beide handschoenen aan! “En de Benelli fabriek zendt hun endurance machine en twee monteurs”. Ben ik nu ineens fabrieksrijder? Is dit een groen-zilveren droom? Cool!Het initiatief om de Tornado 1130 tijdens de Ducati Club Races (hierna DCR) onder de aandacht te brengen, was afkomstig van de Benelli Club Nederland. En terecht, aangezien de Tornado een volbloed Italiaanse sportmotor is die niet zo bekend is bij het grote publiek, ondanks dat de Tornado zeker wat te bieden heeft zoals 124 Nm koppel, 163 PK en boeiende techniek als een uit aluminium gietstukken en buizenframe samengesteld chassis en de radiator onder het zadel, geaccentueerd door gele koelvinnetjes. Daarbij is dit geheel verpakt in een boeiende outfit met stylingelementen als de gestapelde koplamp, afgerond door een sportief-chique kleurenschema. Het DCR weekeinde is een unieke mengelmoes van bijster serieuze raceteams en een hoog uitvindersgehalte. Voor klassieker liefhebbers is er prachtspul, wat veelal in actie komt op de baan. In totaal trekt de 29e editie van dit jaarlijkse festijn liefst 7.000 bezoekers. De Benelli Club was eventjes “vergeten” te melden dat we aantreden in de Sound of Thunder (SoT), veruit de snelste klasse waarin slechts internationale licentiehouders aantreden. Liefst dertien 1098’s strijden mee, waarvan een flinke portie R-ren, zodat ik reden heb me stevig achter de oren te krabben. Ach ja, uitdagingen drijven ‘den mensch’ tot grootse hoogten en eens zien hoe hoog we ditmaal kunnen komen. Dit laatste bij voorkeur gemeten in sportieve zin en niet in meters ten gevolge van een highsider of ander rijtechnisch ongemak.De endurancemachine die Steffan en Roberto vanuit Pesaro, Italië, naar Assen meebrachten is een standaard machine met wat detailaanpassingen als een racekuip, een Öhlins achterschokdemper en een stuurdemper van de LE (Limited Edition). Verder was het achterkettingwiel van 36 tanden ingewisseld voor eentje met een vier tanden ruimer bemeten gebit. Aangezien we zouden proberen hoe goed een vrijwel standaard motorfiets zou kunnen meedraaien in een dergelijke pittige raceklasse, rijden we op straatlegale ContiRaceAttack banden. En dat in de wetenschap dat er in deze klasse slicks zijn toegestaan. Vóór beschikken we over de medium compound en voor de achterband kunnen we kiezen uit medium en soft. O ja, we hebben ook nog een setje regenbanden bij ons…wat niet onverstandig zou blijken.De Benelli Club had dit hele plan bekokstoofd, met als belangrijkste doel om het grote publiek de Tornado te tonen. Goed plan, maar zoiets gaat pas echt leven als die machine ook een serieuze vuist kan maken. Ter voorbereiding rijden we vrijdag voorafgaand aan de DCR drie sessies op Assen en in de eerste sessie ben ik positief verrast door de oerkracht van de driepitter. Een 1098 kan ik op elk recht stuk riant voorbij, niet slecht! Voor de rest zinkt de moed me in de racelaarzen, want de Tornado lijkt wel een hobbelpaard: puddingzachte voorvering, knetterharde ‘stuit-tuit-tuiterige’ achterkant en totaal geen gevoel in langzame bochten. Ze zendt allerlei signalen uit, maar ik versta ze allerminst. Hoofdschuddend als Casey Stoner in zijn slechtste dagen kom ik de pitbox ingedraaid. Tijd: 1.59. Auw. Even analyserend zijn er ook heldere pluspunten, zoals een hoog topvermogen uitgesmeerd over een heerlijk breed gebied, fantastische voorrem, goede zitpositie, goede kuip (topsnelheid!) en een stijf frame met veel feedback. Nu is deze feedback alleen nog niet wat ik zoek, maar dat is een tweede zaak. Al nadenkend over de situatie concluderen we dat de problemen in vering, demping en geometrie schuilen. Voor sessie twee wisselen we de (te zwaar dempende) LE stuurdemper voor het standaard exemplaar, we stellen de demping van de voorvork fors zwaarder in en de compressiedemping van achtervering véél lichter.In de tweede sessie draai ik in het allereerste rondje al een snellere tijd dan in de hele eerste sessie: 1.57. Na de eerste ronde rookt de Benelli vanwege een kleine olielekkage en dus word ik middels rood-gele vlag tot stoppen gebracht. De olie lekt langs de keerring achter het koppelingshuis van de droge koppeling. Dit probleem blijkt een gevolgschade van een vroegere crash en valt nu niet te repareren. De reservemotor moet er dus aan geloven, maar die blijkt nul kilometer op de teller te hebben en dus smeekt Roberto me om rustig aan te doen. Echt niet, vooral omdat er nog slechts vier sessies resten om de Benelli competitief te krijgen. De eerste sessie op de nieuwe motor is een verademing: alle wijzigingen zijn in de juiste richting. De lichtere stuurdemper zorgt voor een veel preciezere terugkoppeling van het voorwiel, de zwaarder gedempte voorvork geeft veel meer rust bij insturen en dankzij de zachtere achtervering is er én meer grip én meer gevoel. De slipperkoppeling van de nieuwe machine blijkt een juwééltje. Tijd: 1.55. Zaterdag rijden we één vrije training en twee kwalificaties. Het moet nog veel beter, met name wat betreft de geometrie valt er nog veel te winnen. De Tornado veert nu behoorlijk en dempt goed, maar is nog niet goed op lijn te houden, met name in bochten waar zeer diep ingestuurd moet worden zoals Strubben, Ruskenhoek en Stekkenwal. De machine voelt daar zwaar en dat klopt ook wel, want zonder benzine weegt de Italiaan vóór 99 kg en achter 96 kg, in totaal dus 195 kg. Een 1098 weegt in racetrim hooguit 160 kg. Daarnaast slaat de voorvork tijdens hard remmen nog op de aanslag, dus we schuiven de voorvork verder door de kroonplaten en verhogen tegelijkertijd de veervoorspanning en om twee vliegen in één klap te slaan: de neus gaat omlaag en de positieve veerweg wordt groter.Nu gaan we de goede kant op: 1.53. Voor de eerste kwalificatie gaat de soft achterband erop en het resultaat is 1.52.4. Dit is de eerste sessie waarin het leuk wordt. De tweede kwalificatie maken we nog eens dezelfde slag wat betreft voorvork en dat is wederom een verbetering, maar nu begint de voorband toch wat grip in te leveren, wat zich openbaart bij het insturen van de Ramshoek. Mag ook wel na zes sessies. Ik rij constant 1.52-ers en als snelste 1.52.0. Dit geeft een 19e plek op de startgrid en dus doen we serieus mee met dit spelletje, één van de doelstellingen. We hebben nog een warm-up en de wedstrijddag en ik denk 1.49-ers te kunnen draaien als de set-up piekfijn in orde is. En let wel: dan is die Tornado dus echt geen verkeerd apparaat, want dan ben je slechts zo’n 5 seconden van het podium in de Dutch Superbikes verwijderd! De Tornado en ik beginnen nu ernstig goede vriendjes te worden.Op zondag rij ik in de warm up de laatste vegen fatsoenlijk rubber van de banden, maar kan verbazingwekkend genoeg op de oude banden nog riant in de 1.52-ers rijden. Dat belooft wat voor de wedstrijd op vers rubber. Helaas, terwijl in heel Nederland de zon schijnt regent het in Assen pijpenstelen. Dit betekent dat ik de wedstrijd begin op een motor waarmee ik nog niet één meter op een natte baan heb gereden evenmin als op de Conti regenbanden. Een interessant experiment. In ieder geval verwijder ik de stuurdemper voor een preciezer stuurgevoel en ik zet de demping rondom wat lichter. Eén grote gok en daar heb ik eigenlijk een broertje dood aan. Afijn, we worden richting startgrid gedirigeerd, het rode licht gaat uit en ik heb een prima start. Bij het ingaan van de Haarbocht heb ik zeker een rij ingehaald, maar bij het insturen komt een beuk van rechtsachter en ik moet de motorfiets oprichten, vlieg de baan af maar weet de machine wel op de wielen te houden. Ik kom de eerste ronde als 30e door, wat natuurlijk he-le-maal niet volgens plan is. In de tweede ronde krijgen we wegens een paar valpartijen de rode vlag te zien en dus wordt de wedstrijd opnieuw verreden. We vervangen snel de ophangbeugel van de uitlaatdemper, die door de aanvaring is gebroken. Na een goede start ben ik te voorzichtig in de eerste halve ronde, waardoor ik plaatsen weggeef en als 23e door kom. Elke ronde leer ik de Tornado beter kennen en gestaag kruip ik naar voren, totdat ik twee ronden voor het einde op de 14e plek ben aangekomen en ik nader een groepje van drie rijders. Ik ga flink pushen om te zien of ik ze nog voorbij kan in die slotfase, maar drie serieuze zwiepers binnen één ronde doen me besluiten de race gewoon uit te rijden en die twee punten voor het SoT-kampioenschap te pakken. Bij binnenkomst vallen Steffan en Roberto me om de schouders, mooi gebaar van die mannen. Het hele team, incluis de Benelli Club Nederland, is zo blij als een hond met zeven pikken (voordat u geagiteerd in de pen klimt: deze uitdrukking komt uit de Dikke van Dale). Het duurde even, maar uiteindelijk werden de dappere grijs-zilveren Benelli en ik toch nog vrienden. Dikke vrienden zelfs. Vanaf hier scheiden onze wegen zich en ik neem afscheid met een hartelijke aai over de tank. Hopelijk kruisen onze paden zich spoedig weer. En anders: adieu mon ami.

Lees meer over

BMW Ducati

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Toptest BMW R1300GS

Toptest BMW R1300GS

1 februari, 2024

De nieuwe BMW R1300GS treedt in de voetsporen van de succesvolle 1250 en moet vooral qua sportiviteit nieuwe ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-