Oud vs. nieuw – Moto Guzzi V7 Sport

De V7 Sport sloeg in 1971 in als een bom. Hoe anders is het als Moto Guzzi decennia later zijn gelijknamige opvolger presenteert. Doen we hiermee de retro schromelijk tekort? Een testrit door een fan en eigenaar van klassieke Guzzi’s geeft het antwoord.
Pagina gaat door onder advertenties
Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees
- Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
- 15.000+ online artikelen
- 380+ digitale magazines
Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.
Dat het geld eind jaren zestig niet tegen de plinten klotst bij Moto Guzzi is een understatement van jewelste. Slechts via overheidssteun overleeft het legendarische merk de groeiende populariteit van auto’s en de dalende interesse voor lichte en betaalbare motoren. De Italianen moeten de motorfiets opnieuw uitvinden en transformeren van een praktisch apparaat in een pure lustopwekker. De V7 uit 1967 neemt als eerste die belangrijke taak op de schouders. Vooral dankzij de door Guilio Cesare Carcano ontwikkelde krachtige V-twin. Uiteindelijk is het met de V7 Sport dat hele volksstammen in katzwijm vallen voor de motorfiets met de adelaar op de tank. Neem het ze eens kwalijk. Een halve eeuw later maakt de V7 Sport nog altijd indruk met zijn lange, lage en vooral krachtige voorkomen. Eens in de zoveel tijd wordt er een geheide klassieker geboren; deze Guzzi is er zo eentje.
Het prachtige model dat voor onze ogen schaamteloos staat te lonken is eigendom van Edwin Brouwer. De motorfiets is mooi genoeg gebleken om prijzen te veroveren. Brouwer ziet de pure schoonheid van de V7 Sport en is gelukkig niet in de verleiding gekomen om er een zogenaamde ‘Telaio Rosso’ van te maken. Deze legendarische serie Guzzi’s zijn handgemaakte homologatiemodellen met een rood chroommolybdeen staal frame en een andere benzinetank en versnellingsbak. Guzzi bouwde er honderdvijftig, maar net als met de Laverda 750SFC en Ducati 750SS rondcarter rijden er tegenwoordig een veelvoud aan zogenaamde Telaio Rosso’s rond. Zo nep als de pest! Hopelijk ontdek je dat voor je er minimaal dertigduizend euro voor neerlegt. Het veelvoud van het bedrag dat je voor een knappe ‘gewone’ V7 Sport betaalt.
Laten we zeggen dat je voor een gloednieuwe 2025 V7 Sport (€ 12.949,-) ruwweg hetzelfde betaalt als voor een stokoude. Dat maakt een directe vergelijking nog relevanter. Laten we allereerst voorop stellen dat Moto Guzzi meer dan goed werk leverde met het uiterlijk van de retro. Zeker in dat iconische groen. Wat een plaatje! Dat een jongere journalist de motor bij de introductie in het grijs mooier vond, is een absoluut gevalletje van generatiekloof en te weinig historisch besef. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat de nieuwe V7 Sport zo geslaagd is dat hij het ook zonder beroemde groene laklaag redt (in het Italiaans klinkt het helemaal als kunst: Verde Legnano).
Het valt wel op dat de oude V7 Sport een strijkplank is in vergelijking met de nieuwe die veel hoger en meer gedrongen lijkt dan het eindeloos lange en lage origineel. Het massieve en legendarische frame komt uit de koker van ontwikkelingsingenieur Lino Tonti. Om van een reguliere V7 een Sport-variant te maken, verving hij het hoge toerframe door een lage variant. Om toch ruimte te houden voor de nodige noodzakelijke onderdelen kreeg de dynamo een plekje voor het motorblok.
Dat soort ingrepen hoeft Moto Guzzi tegenwoordig niet meer toe te passen op de V7-reeks. De basis van de retro-modellen staat al een tijdje als een huis. Het begin van de retro’s gaat terug tot 2008 en eerlijk gezegd nog wel verder ook. Oneervol gezegd is de eerste V7 uit de Classic-serie een verfrissend vormgegeven Nevada 750. Die is op zijn beurt een afgeleide van de V75 en die dateert alweer uit 1985. Oud spul inderdaad, maar nog altijd vol charme en hartveroverend. Dat geldt ook voor de nieuwe V7 Sport. Al heeft die gelukkig niet langer het blok van – dinosaurus – V75 in het vooronder, maar het veel sportievere en modernere exemplaar uit de V85TT.
Het woord sportief is hiermee gevallen, kan de V7 Sport aan de verwachtingen voldoen? Moto Guzzi geeft hem in ieder geval de nodige sportieve kwaliteiten mee: lichtere wielen, twee remschijven vooraan en een upside down-vork. Volledig onzichtbaar staan bochten-ABS en -tractiecontrole de rijder terzijde. Net als het origineel is de V7 Sport dus echt wel de meest sportieve Moto Guzzi van het moment. Al tellen we de V100 voor het gemak even niet mee.
Tijd om oud en nieuw tegenover elkaar af te zetten. Dat zou je zeggen althans. Had ik al vermeld dat het motorblok van de historische V7 geen oliefilter heeft, maar een rudimentair zeefje? Daardoor moet de krukas zo rond de veertigduizend kilometer uit het blok om gereinigd te worden. Drie keer raden hoeveel kilometer op Brouwers V7 Sport staan…. Met die kilometerstand durft de Guzzi-liefhebber de rijtest niet aan, eerst moet er preventief onderhoud plaats vinden. Voor het betere historische gevoel klimmen we wel in het zadel. Een moderne V7 Sport is niet overdreven ruim, vooral de knieën maken een redelijk sportieve hoek, maar plaats nemen op de oude V7 plaatst alles in perspectief. Waar de armen – ondanks de lage stuurhelften – nog wel voldoende plek hebben, is het proppen met de benen. Het kost je weinig moeite om een opkomende krampaanval en de bijbehorende paniek voor te stellen. Ben je ondertussen net zo oud als de motorfiets zelf, dan is toerfiets V7 Special een beter idee.
Voor een motorfiets waar niets te veel op zit tovert Brouwer toch steeds weer leuke details tevoorschijn. Neem het opklapbare achterspatbord dat het sneller wisselen van het achterwiel in de racerij makkelijker maakt. Of het lampje onder de buddy en wat te denken van de ontbrekende knipperlichten. De ‘Ferrari-sleufjes’ in de – what’s in a name – Silentium uitlaatdempers zijn ook al zo’n mooi detail. Door zijn imposante afmetingen kun je de massieve Four leading remtrommel onmogelijk een detail noemen, maar mooi is het wel. Brouwer is een ware ambassadeur van het kunstwerkje waarvan velen de werking als matig afdoen. Wie de moeite neemt om de rem goed af te stellen claimt Brouwer, krijgt er een prima remwerking voor terug. Al blijft het oppassen na regen. De eerste rit na een regenbui is de gecorrodeerde remschoen in eerste instantie goed voor een te gretig toebijtende rem.
Over het stuur- en motorkarakter van de retro kunnen we hele boeken volschrijven, maar over de klassieke V7 Sport kunnen we niets meer zeggen dan dat het rode gebied bij 7.250 tpm begint en de kilometerteller lekker optimistisch tot 240 km/uur aangeeft. Maar als we niet kunnen rijden op het origineel, dan laten we Brouwer toch rijden op de nieuwe Sport. Wat voelt hij dan? Al moeten we wel aangeven dat Brouwer eerder al reed met de V7 Classic van zijn vrouw Marian. Helemaal nieuw is een Italiaanse retro dus niet voor hem.
Zoals dat altijd gaat na een geslaagde testrit begint Brouwer direct zijn conclusie te spuien over de nieuwe V7 Sport: “De modelnaam suggereert dat je een ervaren rijder moet zijn om dit beest te temmen, maar ze blijkt bijzonder makkelijk hanteerbaar. In een mum van tijd voel je je vertrouwd op deze motor. Het blijft een feit dat een beginnende motorrijder moet oppassen, maar eenmaal aan een Guzzi V7 gewend, of het nu de oude Sport is of een retro V7, ben je er zo mee weg. Hopelijk lukt het Guzzi om met de nieuwe V7-modellen jongere en tegelijk ervaren motorrijders aan te spreken. Aan techniek, karakter en soepelheid ontbreekt het alvast niet.”
Het is schrapen voor Brouwer om een minpunt te benoemen, maar het schakelgedrag tussen de eerste en tweede versnelling en het vinden van de vrijstand is volgens hem voor verbetering vatbaar. Tegelijk hanteert hij grif de mantel der liefde: “Mogelijk is dat het gevolg van de cardanaandrijving. Al mijn klassieke Guzzi’s hebben dat ook, dus neem ik het voor lief.” Een suggestie heeft Brouwer nog wel, of noem het een wens: “Moto Guzzi had als eerbetoon aan de eerste Sport misschien een extra chroomelement of -versiering op de nieuwe Sport kunnen toepassen. Of de prachtige haaienvinnen in de Silentium uitlaatdempers van de eerste serie kunnen kopiëren als een knipoog naar het verleden.”
Oké in zowel de oude als de nieuwe V7 Sport domineert een luchtgekoelde tweecilinder het uitzicht, maar er zit wel een halve eeuw ontwikkeling tussen. Hoe bevalt het nieuwe motorblok? “Het imposante blok is ontzettend soepel, heeft veel power en er is veel koppel aanwezig. Vreemd genoeg heeft de nieuwe V7 Sport twee pk minder dan de oude, maar het voelt veel sterker en krachtiger. Mogelijk is het vliegwiel minder massief uitgevoerd, op zo’n oude weegt dat onderdeel zo maar tien kilo. De accelaratie is altijd indrukwekkend, in alle versnellingen is voldoende power voorhanden en de motor laat zich vlot doorschakelen naar hoge snelheden. De uitlaten produceren daarbij een prachtig donkerbruin geluid en bij gas afsluiten ontstaat er een heerlijke donkere roffel achter je. Het is een veel mooier geluid dan de V7 Classic van mijn vrouw Marian, die Classic klinkt juist blikkerig.”
De V7 Sport ging van sportieve geweldenaar naar stijlvolle beginnersfiets. Het blijkt geen consequenties te hebben voor het (sportieve) stuurgedrag. “De wegligging is geweldig. De nieuwe lijkt een keer zo zwaar en stevig als de oude V7Sport, de oude lijkt zelfs een grote brommer in een directe vergelijking, maar de nieuwe geeft je onmiddellijk het gevoel dat je stevig op de weg ligt. Hij is amper windgevoelig en elk gevoel van onveiligheid ontbreekt dan ook. De motor is uitgerust met prima vering die ook nog eens op diverse rijstijlen is in te stellen. Geweldig. De testmotor was een tikkie straf geveerd, vooral op klinkerwegen, maar op glad asfalt was het super comfortabel.” De four leading trommelrem op de oude V7 mag dan machtig ogen, de twee bescheiden remschijven op de nieuwe doen het voor Brouwer fantastisch.
Brouwer kon laag of hoog springen, maar echtgenote Marian pikte hoe dan ook een deel van de testtijd in. De geringe zadelhoogte kreeg direct een pluim van haar, net als de gemakkelijk te bedienen elektronica. Alles werkt even logisch en ook het rijden ging automatisch en vol vertrouwen. De testrit mondde uit in een verzoek dat aan duidelijkheid niets te wensen overliet: “Bestel hem maar.” Zo ver komt het uiteindelijk niet want eerst komt er nog een klassieke V7 bij. Mocht de nieuwe er toch ooit komen, is er geen enkele twijfel over de kleur: Verde Legnano natuurlijk.
Pagina gaat door onder advertenties
Pagina gaat door onder advertenties