Grootste motormagazine van NL Grootste motormagazine van Nederland
15.000+ online artikelen 15.000+ online artikelen
1.000+ online testen 1.000+ online testen
Gratis thuisbezorgd in NL Gratis thuisbezorgd in Nederland
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info
Hier adverteren met jouw bedrijf? Bereik 2+ miljoen motorrijders. Meer info

MotoGP – Valencia, Spanje 2025

Alsof het zo moest zijn: de nummers 2 en 3 van het MotoGP-seizoen 2025 eisten onder het toeziend oog van de kampioen de twee laatste overwinningen van het seizoen op. Op zaterdag won Alex Marquez de Sprint en op zondag reed Marco Bezzecchi vanaf pole naar zijn derde overwinning van het jaar. Marc Marquez zag het allemaal gebeuren. En, alsof ook dat zo moest zijn: als afsluiting van een zwaar tegenvallend seizoen kwam Pecco Bagnaia door toedoen van een ander ten val.

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Lang geleden, toen nog niet alle races meetelden voor de titelstrijd, wilden coureurs weleens besluiten om de laatste race te laten schieten als de buit al binnen was. Barry Sheene behaalde in 1976 zijn eerste 500 cc-wereldtitel en liet vervolgens met liefde de Duitse Grand Prix op de gevaarlijke, ruim twintig kilometer lange Nürburgring schieten. Bijna vijftig jaar later ontbrak ook Marc Marquez bij de seizoensfinale. Hoewel, de 2025-wereldkampioen was in Valencia om onder meer als beste qualifier voor de achtste keer de sleutels op te halen van een BMW en om ’s avonds aanwezig te zijn bij het kampioenenbal, maar zijn race-outfit aantrekken deed Marquez niet vanwege zijn in Indonesië opgelopen schouderblessure. Toch klom de Spanjaard met de Ducati GP25 dit jaar vanuit het tranendal terug op de troon door al vijf weekends voor het eind van het jaar zijn zevende MotoGP-wereldtitel veilig te stellen.

Het waren niet alleen de elf Grand Prix-zeges, de veertien Sprint-overwinningen, de zestien podiums in Sprints en GP’s, de acht poles en de negen snelste ronden die indruk maakten. Met alleen al zijn 355 behaalde punten in de zondagse GP’s zou Marquez achter zijn broer Alex tweede zijn geworden in het kampioenschap, zijn zondagse punten alleen waren er meer dan het totaal van derde man Marco Bezzecchi én zijn 190 gescoorde punten in achttien Sprints zouden hem nog altijd een plek in de top 10 hebben opgeleverd achter negende man Fabio Quartararo. Samen met zijn drie jaar jongere broer Alex was Marquez voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk voor Ducati’s zesde opeenvolgende constructeurstitel. Geen enkele rijder slaagde er in 2025 in om zich op vrijdagmiddag al rechtstreeks te plaatsen voor de zo belangrijke Q2-kwalificatie, wel was Alex Marquez de enige die zich – éénmaal via de ‘sluiproute’ van de Q1 – telkens bij de beste twaalf qualifiers kon melden. In Valencia won hij op zaterdagmiddag voor Pedro Acosta een foutloos gereden Sprint.

Op zondag viel Marquez na een goed begin achter kopman Marco Bezzecchi door nog onbekende oorzaak steeds verder terug. In de laatste bocht liet hij de deur openstaan voor teamgenoot Fermin Aldeguer, die zo vijfde werd. Met drie Grand Prix-overwinningen, drie Sprint-zeges en negen zondagse podiums kon Marquez echter terugkijken op een geweldig seizoen én op een nog niet eerder vertoond familiefeestje in de MotoGP. “Ik heb me vooral verbeterd op circuits waar ik het eerder moeilijk had. Zoals in Valencia, niet een van mijn favoriete banen. En dat is nodig als je ergens voor wilt vechten”, wist Marquez. En: “Ik ben trots dat ik de enige ben geweest die hem (broer Marc, red.) op de baan heeft verslagen.” Omdat hij op zaterdag pas in de tweede bocht zijn holeshot-device kon ontkoppelen, kon Marco Bezzecchi zijn vijfde pole van het jaar niet verzilveren.

Op zondag nam hij overtuigend revanche met zijn tweede start-finish- overwinning op rij. Daarmee schreef de Italiaan nog eens extra Aprilia-geschiedenis nadat hij op zaterdag met een teleurstellende vijfde plek de derde plaats in de eindstand had veiliggesteld, want niet eerder won een Aprilia-fabriekscoureur drie GP’s (naast ook nog eens drie Sprints) in één seizoen. “Ik ben heel tevreden over 2025”, zei Bezzecchi dan ook na afloop. “Na de Sprint was ik boos en gemotiveerd, want die vijfde plaats was een klap in het gezicht.” Grijnzend vertelde Bezzecchi over de fraaie bijvangst die zijn eindklassering in het kampioenschap hem opleverde. “Ik had een weddenschap metMassimo (Rivola, Racing CEO, red.). Als ik derde zou worden, zou ik een motor mee naar huis mogen nemen.” Achter Ducati, vér achter Ducati, werd Aprilia tweede in het constructeurskampioenschap.

Van de 418 punten kwamen er maar liefst 299 op het conto van Bezzecchi, 60 punten werden gescoord door Raul Fernandez. Met een vierde plaats in de Sprint verraste de Trackhouse MotoGP-rijder al, omdat hij zich een week eerder in Portugal na een zeer zware crash met een schouderkwetsuur afmeldde voor de Sprint en de Grand Prix. Op zijn geliefde Circuit Ricardo Tormo kon Fernandez, eerder de onverwachte winnaar van de Australische Grand Prix, op zondag nog eens dieper in de reserves graven. Fernandez passeerde eerst derde man Fabio Di Giannantonio en vanaf de elfde van 27 ronden bezette hij de tweede positie. Toen hij zag dat Bezzecchi een paar kleine foutjes maakte, hoopte Fernandez op een wondertje; een tweede plaats op slechts 0,686 seconde van de winnaar was echter ook niets minder dan mirakels goed.

Pedro Acosta moest op zaterdag na een foutje Alex Marquez laten gaan, en hoewel hij zich een dag later door hardnekkige bandenproblemen niet met de strijd om de overwinning kon bemoeien, werd de KTM-hoop wel vierde in de eindstand, twee posities beter dan in zijn debuutseizoen 2024. Opmerkelijk, na een rumoerige seizoenstart. “Zoals ik het seizoen begon, had ik nooit gedacht dat we het jaar zo zouden kunnen eindigen”, gaf Acosta toe. “Ik heb het erg naar mijn zin op de machine. Eerst was ik super gefocust op de resultaten, nu heb ik een doel aan het eind van de tunnel. Eerst maar eens een race winnen. Dat is het doel op de middellange termijn, binnen één jaar. Want we weten dat onze beperkingen niet klein zijn, dus we moeten geduld hebben. Volgend jaar moet ik beginnen zonder verwachtingen. Ik was heel verrast over hoe slecht we aan dit seizoen begonnen en ik wil dat gevoel niet nog eens meemaken. We wachten tot Sepang, kijken wat onze problemen zijn en daarna moeten we daarmee aan de slag gaan.” Pecco Bagnaia scoorde vorig jaar 498 punten in twintig weekends, dit jaar bleef hij steken op 288 punten in 22 weekenden. Bagnaia’s Valencia-weekend was tekenend voor zijn hele seizoen. Op zaterdag viel hij tijdens de kwalificatie stil met een lege tank, en na een anonieme veertiende plaats in de Sprint werd hij op zondag al in de eerste ronde van zijn GP25 gereden door Johann Zarco. Dat hij naast teamgenoot Marc Marquez de enige rijder was die dit seizoen een hattrick scoorde – een pole en overwinningen in de Sprint en de GP – kon niet wegnemen dat Bagnaia’s seizoen dramatisch was. Slechts in Motegi was ‘het goede gevoel’ er, zei Bagnaia op zaterdag in Valencia. “Verder was het altijd hetzelfde. Een slecht gevoel aan de voorkant en een gebrek aan stabiliteit”, vertelde de nummer 5 van 2025 bijna berustend. In een klassement van de tien weekends na de zomerstop zou Bagnaia niet hoger zijn geëindigd dan een tiende plaats. Fabio Di Giannantonio benoemde ook het wispelturige en onvoorspelbare karakter van de GP25, maar beleefde in Valencia een weekend waarin de Ducati zich van zijn betere kant liet zien.

Voor het eerst dit seizoen finishte de VR46-rijder in beide wedstrijden in de top 3. Wel gaf Di Giannan nio toe dat hij twee jaar geleden beter zijn banden heel kon houden met de GP22 dan dit jaar. Een zesde plaats in de eindstand voor teamgenoot Franco Morbidelli was ‘Diggia’s’ beste klassering in de MotoGP. De top 10 overall werd verder volgemaakt door rookie Fermin Aldeguer – één van de zeven winnaars in 2025 – en Fabio Quartararo en Raul Fernandez. Quartararo sloot zijn 133e en laatste race op de Yamaha M1 4-in-lijn af in de grindbak. “Ik deed niks anders dan eerder. Een race om te vergeten”, vond de Fransman die in Valencia zijn 200e GP reed. Of de V4 in maart 2026 echt klaar is om de strijd aan te gaan met de concurrentie is nog maar zeer de vraag. Quartararo zelf maakte in 2025 echter geregeld grote indruk, waarbij vooral de sterk verbeterde resultaten in de kwalificaties opvielen. Vorig jaar haalde de 2021-wereldkampioen de Q2-sessies slechts negenmaal met twee zesde plaatsen als beste startplekken. Dit jaar claimde specialist Quartararo niet minder dan vijf poles en in 21 van de 22 weekends veroverde hij een plek in de Q2-kwalificatie.

Dat het voor Quartararo bij die ene zwaarbevochten tweede plaats in Jerez bleef, was vooral te wijten aan weerbarstige techniek: als bij een voorsprong van 4,5 seconden op Marco Bezzecchi zijn Ride Height Device in Silverstone niet was geblokkeerd, had Yamaha voor het eerst sinds 2022 weer eens een Grand Prix gewonnen. Achter Brad Binder was Johann Zarco met een twaalfde plaats de best geklasseerde Honda-coureur in 2025. Het was echter Luca Marini die er op zondag met een zevende plaats voor zorgde dat Honda volgend jaar in de concessions- indeling klimt naar categorie C, de klasse waarin ook Aprilia en KTM zich bevinden. Daardoor zullen de vier Honda-rijders geen tien maar acht blokken tot hun beschikking hebben, terwijl ontwikkeling gedurende het seizoen niet meer toegestaan is, net als vrije testen voor de vaste Grand Prix-rijders. “Dat is een doel en een erezaak voor Honda”, legde Zarco uit. “De Japanners schamen zich ervoor dat ze zo laag in de ranking staan en dus is het belangrijk om weer op te klimmen.”

Marini gaf aan dat de ‘promotie’ een doel was geweest sinds halverwege het seizoen. “Ook voor ons fabrieksrijders zou het fijn zijn, want deze twee jaar hebben we zoveel energie verbruikt náást de GP’s. Iedereen denkt dat het een voordeel is, maar de extra inzet met extra reizen die je maakt, is niet makkelijk”, aldus Marini. De Italiaan, achter Zarco dertiende in de eindstand, gaf echter wel toe dat de extra concessions noodzakelijk waren geweest om de achterstand op de concurrentie in te lopen. “Want tijdens GP’s kun je niks testen en ’s maandags na een GP is het ook anders. Da’s niet helemaal de realiteit. Maar als je zo ver achter de rest staat, is het belangrijk om het zo te doen.” Met een spectaculaire overwinning in het natte Le Mans voor Zarco, diens tweede plaats in Silverstone en Joan Mir’s derde plaatsen in Motegi en Sepang was Honda’s progressie een bewijs van het nut van het concessions-systeem. Vorig jaar was Zarco de enige Honda-rijder die zich plaatste voor Q2, dit jaar kwalificeerden hij en Mir zich zelfs op de eerste startrij.

Alleen al in het weekend van de Japanse Grand Prix haalde oud-wereldkampioen Mir meer punten dan in zijn volledige seizoen 2024. “De aero verbeteren, het blok, de elektronica, de grip – dat zijn allemaal dingen die we moesten doen”, schilderde Mir, vijftiende overall in 2025. “De verbeterde vermogensafgifte is voor mij misschien het belangrijkste geweest.” Aleix Espargaro beleefde als nieuwe testrijder de gestage ontwikkeling van de RC213V én meer van zeer nabij mee. “Ik vond het aanvankelijk heel moeilijk om te zien hoe de Japanners werken. Want bij Aprilia was het duidelijk: heb je een probleem met het chassis, dan ga je naar de chassis-man, voor een probleem met het blok naar de motorman, enzovoort. Bij Honda ligt dat ingewikkelder”, tekende Espargaro de situatie. “We hebben meer mensen, meer engineers en ik praat daarom met Romano (Albesiano, de ook van Aprilia overgekomen technische baas, red.). Hij is een tijd in Japan geweest, en hij snapt het beter.

De lijnen zijn nu korter en bij Honda begrijpt men dat deze manier van werken efficiënter is. We werken heel anders dan in het begin van het seizoen.” Aan het begin van het nieuwe jaar beleefde Espargaro de shakedown van de 2025-machine, maar daarna lag het testprogramma lang stil omdat duidelijk was dat rigoureuze ingrepen noodzakelijk waren. “Als Joan en Luca het blok vanaf het begin van het seizoen hadden gehad, hadden ze niet eens in de top 10 kunnen zitten”, was Espargaro’s overtuiging. “De laatste twee maanden was ik vier keer in Sepang en ook in Aragon. De 2026-machine is een stuk beter dan waarmee ik de shakedown deed in Maleisië. Ik kan gewoon zeggen dat ik niet op de grens van de machine zat. Ik pushte, maar met hard remmen, acceleratie en midcorner heeft de machine nog marge. Een goed teken.” Ook de vibraties waarover Honda-rijders sinds vorig jaar collectief klaagden, lijken geminimaliseerd. “Een compleet ander verhaal dan eerder dit jaar. Toen was het een nachtmerrie.”

Ducati en Aprilia waren vorig jaar de enige twee winnende constructeurs, dit jaar voegde Honda zich daar toch verrassend bij. Gedurende het seizoen was er echter een duidelijke ontwikkeling zichtbaar. In de eerste elf GP’s namen Ducati-rijders zevenmaal bezit van het podium op zondag. Vijfmaal waren drie verschillende merken te vinden in de top 3; driemaal gebeurde dat in de tien weekends na de zomerstop. Van de 66 Grand Prix-podiumplekken waren er in 2025 22 voor niet-Ducati- rijders. Dat vijftien van die top 3-klasseringen in de laatste tien GP’s werden behaald, lijkt een hoopvolle ontwikkeling voor 2026.

Gepubliceerd op

Pagina gaat door onder advertenties

Meer artikelen & nieuws

Pagina gaat door onder advertenties

Dit artikel is gratis beschikbaar voor MotoPlus abonnees

Word MotoPlus abonnee!

  • Onbeperkt PremiumPlus leesplezier
  • 15.000+ online artikelen
  • 380+ digitale magazines
Word abonneevanaf €0,67 per week

Al abonnee? Log in om dit artikel direct te lezen.

Word abonneevanaf €0,67 per week