Warmdraaien – China klopt op de deur
Het moet een jaar of vijftien terug zijn, toen er voor het eerst in grote getalen Chinese standhouders op de EICMA motorshow in Milaan aanwezig waren. Daar werd destijds nog kostelijk om gegniffeld, maar inmiddels begint China een serieuze speler op de motormarkt te worden met tentakels in diverse grote fabrikanten, zo bleek nog maar eens op de 2022-editie van de EICMA.
Voor die eerste Chinese standhouders was destijds op het gigantische beurscomplex in Milaan een aparte hal ingericht. En dat leek met recht ‘China Town’, met dicht op elkaar gepakte kleurrijke standjes die vooral werden bevolkt door accessoirefabrikanten met een bonte keur aan tandwielen, kabels, leidingen, remblokken, voetsteunen, rem- en koppelingshendels, gekleurde boutjes en moertjes en hier en daar een verdwaalde (lichte) motorfiets.
Een van die lichte modellen, de Shineray XY125GY, legden we in MotoPlus 13/2007 langs de meetlat op ons Toptest-parcours. In de conclusie van die voor de Shineray niet al te best verlopen test schreven we destijds: “Wanneer je er begrip voor kan hebben dat de kleine Chinees leuk is zolang hij het doet en je er van uit gaat dat reizen belangrijker is dan je doel bereiken, dan kun je er best schik mee hebben. Desondanks lijk het ons verstandig om de Shineray links te laten liggen. Laten we over een jaar of vijf à tien maar eens verder kijken.”
Die tijd is ruimschoots verstreken, en in de eerste jaren er na werd die Chinese hal op de EICMA door velen vaak nog besmuikt lachend doorkruist. Het zou toch niet zo’n vaart lopen met dat Chinese spul, klonk het dan smalend. Nou, dat zou ik na de 2022-editie van de EICMA niet hardop meer durven te beweren. Links en rechts liep je nog wel eens tegen zo’n aandoenlijk Chinees standje vol kleurig knipperende led-lampjes en een aanstekelijk noedelluchtje aan, maar veel Chinese motorfabrikanten hebben inmiddels de weg naar de hallen met de gerenommeerde merken gevonden en overtroffen sommige van die stands ruimschoots in vierkante meters. Een goed voorbeeld daarvan was QJ Motor, dat met een enorme stand met twee verdiepingen kantoorruimte uitpakte. Nu doet QJ Motor bij de meesten waarschijnlijk niet meteen een belletje rinkelen, maar in combinatie met Benelli begint er misschien iets te dagen. Beide merken horen bij de Zhejiang Qianjiang Motorcycle Group Co., wat weer onderdeel is van Geely Holding. En als je weet dat daaronder bijvoorbeeld automerken als Volvo, Polestar, Smart en Lynk & Co vallen, dan kun je je wellicht een idee vormen van de enorme slagkracht van dit soort Chinese industriële reuzen. En dan had Benelli ook nog eens een eigen, niet bepaald kinderachtige stand…. Moraal van het verhaal: ook met QJ Motor wil het concern voet aan Europese wal krijgen, en dat mag duidelijk wat kosten.
Daarnaast zijn Chinese fabrikanten inmiddels strategisch al heel nauw verweven met Europese merken als bijvoorbeeld BMW en KTM, waarvoor ze onder andere motorblokken produceren. Zo doet Loncin dat voor BMW, waarvoor het onder andere de paralleltwins voor de F850GS en F900’s produceert. Blijkbaar is onderdeel van de deal dat de Chinese fabrikant die techniek nu ook onder eigen label mag uitbrengen, want met de Voge 900 DS, een van de merken van het concern, zet het nu een eigen allroad met Duitse techniek op de markt. Hetzelfde zien we gebeuren bij CFMoto, dat met KTM-motorblokken flink aan de deur begint te kloppen.
Benelli haalde ik al even aan, maar ook Moto Morini zet onder Chinese vleugels inmiddels heel behoorlijke motorfietsen op de markt. En dan is er nog een hele trits aan ‘Europese’ klinkende merkjes, zoals bijvoorbeeld Brixton, Mutt Motorcycles of Mash, dat op Europese tekentafels een motorfiets ontwerpt, maar ze volledig in China laat bouwen. Kortom, als er één ding duidelijk is, dan is het wel dat ‘China Town’ in heel rap tempo een metropool aan het worden is.
Jeroen Hidding – hoofdredacteur MotoPlus