Warmdraaien

Het oordeel na 4.000 km ‘Nikenen’

Sommige motoren vragen gewoon om een uitgebreide testrit en de Yamaha Niken stond wat dat betreft al maanden bovenaan mijn lijstje. Omdat hij zo bijzonder is, maar ook omdat ik erg veel respect heb voor Yamaha’s moed om deze aparte driewieler (LMW noemen ze hem zelf, Leaning Multi Wheel) te introduceren.

Vandaar dat ik mijn ‘werkvakantie’ dus onlangs doorbracht in het zadel van een Niken GT, en dat bleek helemaal geen straf. Via Duitsland, Zwitserland en Italië reisde ik naar de MotoPlus Alpenmasters Lezersreis in het Oostenrijkse Niederthai. Samen met de 35 deelnemers van de eerste groep reed ik daar drie fraaie That Motortours-toerritten door de Alpen, waarna ik weer terug naar Italië ging om me het afsluitende weekend te laven aan het Moto Guzzi-gevoel op de Open House-dagen van het karakteristieke Italiaanse merk: ruim 30.000 Guzzisti bezochten dit jaar de fabriek in Mandello del Lario aan het Comomeer.

Prima medicijn
Over twee jaar bestaat Moto Guzzi trouwens 100 jaar, en mocht je warme gevoelens koesteren voor het merk met de adelaar – of voor het Italiaanse leven –, dan zou ik het eerste weekend van september 2021 nu alvast blokken in de agenda. Na dat Guzzi-fabrieksbezoek ging het met de Niken linea recta terug naar Nederland, waar ik na zeven dagen en 4.018 kilometer weer m’n eigen garage inrolde. Naast veel rijden met de Niken heb ik er trouwens ook veel over gepraat, want bij werkelijk elke stop wilden mensen weten wat voor motor het is, en hoe hij rijdt. Als je verlegen zit om aanspraak onderweg, is de Niken een prima medicijn: nog voordat je je helm hebt afgezet staan de eerste nieuwsgierigen er al omheen te draaien…

Ook na dik 4.000 kilometers kan ik de eerdere testconclusies alleen maar onderstrepen. Ruim een jaar geleden noemden we in MotoPlus al als pluspunten: enorm stabiel sturen, veel grip en feedback én verslavend lekker. En dat dekt de lading volledig, want de voorpartij van de Niken is echt geweldig goed. Die dubbele voorwielen bieden gevoelsmatig ook een dubbele grip. Daarbij rijdt de machine opmerkelijk normaal; als je met de ogen dicht opstapt, merk je amper dat het geen normale motor is. En ook een Niken moet je op de jiffy of middenbok parkeren, want hij valt gewoon om als je hem loslaat. Maar wie dus kan wennen aan het bijzondere uiterlijk en net als Yamaha moedig is, kan met een gerust hart kiezen voor een Niken.

De keerzijde
Al heeft ook hier de mooi glimmende medaille een keerzijde, zo ontdekte ik na mijn intensieve weekje ‘Nikenen’. De grip van het ene achterwiel is in de regen echt een stuk minder dan die van het dubbele voorwiel. En een regenritje maakt je drijfnat, omdat beide voorwielen water en straatvuil niet tegen het motorblok gooien, maar tegen je benen. Het forse frontale oppervlak begint ook op te spelen boven de 150 km/uur: gemiddeld reed ik 1 op 16,9 en rustig toerend zelfs ruim 1 op 20, maar op de Duitse snelweg kwam ik – met de nodige haast – nog geen 13 kilometer ver op een liter. Daarbij doet ook de 52 kilo meergewicht van de Niken GT ten opzichte van de Tracer 900GT zich in de bergen gelden. Remmend bergaf moet je dan flink in de voorrem knijpen en bewust insturen. En bergop accelererend moet de 115 pk driepitter alle zeilen bijzetten.

Wat dat betreft ligt de al eerder in testen geopperde Niken op basis van de 160 pk sterke MT-10 meer voor de hand. Na dit weekje rijden had ik dat ook een logischere keuze gevonden, zeker als topmodel van een nieuwe Yamaha LMW-serie. Zodat je die – zoals in de autowereld gebruikelijk – vervolgens kunt gaan downgraden naar lichtere en goedkopere modellen.

Dan was de Niken misschien ook wel eerder ‘geland’ in de motorwereld: nu kwam ik er tijdens mijn hele trip precies eentje tegen ‘in het wild’. Die rijder zwaaide zo ongeveer zijn arm uit de kom, zo blij als hij was eindelijk eens een collega Niken-rijder te zien…

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws