De gezondheid staat voorop, maar ik mis het buitenland wel
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar voor m’n gevoel zit ik al twee jaar thuis, in plaats van twee maanden. Voor een uithuizig type als ik, is het wennen. Aanvankelijk stond m’n voorjaar behoorlijk volgepland met buitenlandse motorreizen, die uiteraard allemaal gecanceld werden. De gezondheid staat immers voorop.
Nu ben ik ook wel de laatste die mag klagen: ik was nog in de gelukkige omstandigheid om dit jaar voor de lockdown al motor te mogen rijden in Spanje (met de nieuwe Suzuki V-Strom), in Marokko (met de nieuwe Triumph Tigers) en in Frankrijk (met de nieuwe Zero SR/S), maar toch kan ik niet wachten weer op pad te gaan. Of om gewoon weer eens een normaal ‘benzine-gesprek’ te hebben over motorfietsen, want met een volledig thuis werkende redactie en alle afgelaste motorclubritjes ga je ook die sociale aspecten missen.
Daags na Hemelvaart mocht ik echter voor het eerst weer naar het buitenland, helemaal naar België! Om daar een dagje met de elektrische Zero FX te kunnen rijden. Zelfs zo’n eendaags tripje naar België – met een ‘attest’ op zak om overijverige douanebeambten te overtuigen – voelt dan toch opeens spannend aan. Het onderstreept vooral dat ons argeloze rondreizen over de hele wereld voorlopig van de baan is en we beter moeten gaan nadenken over ons reisgedrag. Wat ook geen kwaad kan; persoonlijk heb ik altijd al een gezonde aversie gehad tegen stedentrips waarbij je voor de prijs van een tank benzine heel Europa doorvloog om ergens een paar oude gebouwen te gaan bekijken, te winkelen en op een terrasje te zitten. Voor mijn gevoel klopte daar iets niet aan.
Maar ja, ieder zijn meug: ongetwijfeld wijzen er ook mensen naar hun voorhoofd als ze horen dat ik jaarlijks graag een keer of drie, vier serieus op stap ga met de motor. Het liefst naar de Alpen. Of naar Italië, een land én een volk dat ik in mijn hart gesloten heb. Nergens verstaan ze de kunst van het leven – inclusief het genieten van mooie auto’s en motoren – namelijk beter dan daar! De discussie over de Europese steun aan de zuidelijke, zwaar door het coronavirus getroffen landen raakte me in het hart, want natuurlijk wil ik helpen, maar tegelijk vind ik ook dat ze hun financiële huishouding op orde moeten brengen. Dus stond ik ondanks mijn Italiaanse affectie volledig achter onze minister Hoekstra in die discussie. Gelukkig kon ik uit een mailwisseling met Karen en Maurice van Hotel Lory – het bekende Nederlandse motorhotel in de Dolomieten – opmaken dat we als Nederlanders nog steeds met open armen worden ontvangen in Italië: “Laat je niet misleiden door de schreeuw-media of het NOS Journaal, want het lijkt wel een wedstrijd om de meeste clicks en kijkers, waarbij opruiende koppen en opgeklopte artikelen voor hen gewoon business zijn geworden. Ze besteden meer tijd aan het zoeken naar een boze Italiaan die voor de camera lekker afgeeft op Nederland, dan aan het overbrengen van echte feiten. Alsof Italië levensgevaarlijk zou zijn en Nederlanders niet welkom. Alsjeblieft, laat je niet afschrikken! Wij gaan in principe op 13 juni weer open met Hotel Lory en alle Nederlandse motorrijders zijn in onze mooie regio echt van harte welkom!”
Een soortgelijk verhaal vertelde Jan Wilmink van Aparthotel Vivaldi uit het Oostenrijkse See mij, toen hij een paar weken geleden even in Nederland was. Zijn regio, onder de rook van Ischgl, werd ook zwaar getroffen door de corona: hun belangrijke wintersportseizoen kwam daardoor met de noodrem tot stilstand. Gelukkig is dat nu voorbij; Jan opent net als zijn acht Oostenrijkse Kurven & Knödel collega-motorhotels op 15 juni weer de deuren en nodigt iedereen uit om weer te komen genieten van de bergen, de wegen en de Oostenrijkse gemütlichkeit! Het wachten is nu alleen op het definitief open gaan van de grenzen tussen Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Italië; mijn motor staat al warm te draaien!
– Eric Bulsink,
Hoofdredacteur MotoPlus
Reageren? Stuur een e-mail naar reageren@motoplus.nl