Warmdraaien 16 – 2017

Zo, welkom terug! Onze vakantie zit er op en in deze ‘tweede helft’ van het jaar beginnen we met een half oog alweer een beetje vooruit te kijken naar wat het komende jaar gaat brengen. In de afgelopen edities van MotoPlus hebben we al een aantal spionagefoto’s, al dan niet keurig geregisseerd door de fabrikanten zelf, laten zien van modellen, die in 2018 wellicht op de markt gaan komen. De komende maanden zullen de puzzelstukjes voor komend jaar langzaam maar zeker op hun plek gaan vallen, met in november de grote EICMA-motorshow in Milaan als voorlopige hoogtepunt. Daar is het gros van het motornieuws voor het eerst live te zien, waarna voor ons journalisten de eerste testritten met de nieuwe modellen volgen voor ze bij de dealers in de showroom staan.

Die testen vinden af en toe plaats in verre, exotische oorden, maar grotendeels in het zuiden van Spanje. Daar is de temperatuur ook in de wintermaanden in de regel aangenaam, laat de zon zich van zijn vrolijkste kant zien en – rijtechnisch misschien nog wel belangrijker – het achterland is bezaaid met de meest fantastische, biljartlakenstrakke stuurwegen, die in die tijd van het jaar ook nog eens nagenoeg verlaten zijn. Het ideale testterrein dus.

Nu wil het toeval dat ik een paar weken geleden ook op een lijnvlucht naar Zuid-Spanje zat, naar Malaga om precies te zijn. Niet in het gezelschap van een horde uitgelaten journalisten op schoolreisje, maar van vrouw en kinderen, klaar voor twee weken vakantie in Spanje. Nu zijn de woorden ‘uitgelaten’ en ‘schoolreisje’ ook één-op-één overdraagbaar op mijn beide jongens, zeker en vooral tijdens de vakantie, maar je bent toch net even anders op stap. Bij aankomst in Malaga stond dan ook niet het gebruikelijke welkomstcomité van een motorfabrikant klaar, maar wachtte de desk van een autoverhuurder. Plan de campagne: het binnenland van Andalusië in, met eerst een paar dagen in Montejaque, een karakteristiek ‘wit’ dorpje in de buurt van Ronda, vervolgens een paar dagen in een grotwoning in de buurt van Guadix en aan het eind van de rit nog een paar dagen uitblazen in het pittoreske Nerja aan de Middellandse Zee.

“Maar in die omgeving ben je toch al tig-duizend keer voor het werk geweest?”, luidde het commentaar van familie en vrienden toen de vakantieplannen voor het eerst op tafel kwamen. Klopt, maar al die tig-duizend keren heb ik niet of nauwelijks de kans gehad om ook maar het kleinste snufje cultuur op te snuiven. Ronda? Wel eens lang geflitst in een verwoede poging om in het spoor van een volledig ontketende lokale testrijder te blijven. En ja, op het naburige Ascari-circuit van de Nederlandse zakenman Klaas Zwart had ik wel eens wat rondjes geknald. Het Alhambra? Van gehoord, voor de rest waarschijnlijk hetzelfde verhaal als met Ronda, als een konijn gefocust op het remlicht van de voorrijder. Kortom, de Andalusische wegen kenden geen geheimen voor me, maar ondanks de tig-duizend bliksembezoeken was ik een volledige cultuurbarbaar als het om de lokale cultuur naast het asfalt ging en daarmee deed ik deze prachtige en trotse streek toch wel tekort.

Dat heb ik de afgelopen weken aardig ingehaald, moet ik zeggen. Ronda is een fascinerend oud stadje met prachtige bruggen, die de diepe kloven rondom de stad overbruggen, en het Alhambra-paleis is, alhoewel mega-toeristisch (vooraf reserveren!), ronduit overweldigend. En een kustplaatsje als Nerja heeft niet alleen een boulevard met lekker asfalt, maar ook een aangenaam strand, waar het bijzonder lekker toeven is. Alleen…die auto om van A naar B te komen. Dat is toch een beetje alsof je het landschap als een goudvis in een aquarium aan je voorbij ziet trekken…blub…. Zeker als je op de geweldige A-397 van Marbella naar Ronda, vaste prik in iedere testronde in de omgeving, in je binnenspiegel een groepje motorrijders achterop ziet komen. Grrr, zij wel. Nog een paar maandjes geduld, dan mag ik zelf weer…maar wel in de wetenschap dat er in Andalusië meer is dan asfalt alleen.

Jeroen Hidding, adjunct-hoofdredacteur MotoPlus