Vroeger was niet alles beter
Er zijn mensen die mopperen over de huidige stand van zaken in de motorwereld. Motoren zijn te groot, te snel en elektronisch overladen met gadgets die Iemand die Echt Goed Kan Rijden niet nodig heeft.
Dat zijn waarschijnlijk ook de mensen die hun leasebak aan slingeren, hun vlees bakken boven een houtvuur in de berm en zich over een beekje gebogen scheren met een bot mes.
Ook in de motorfietswereld worden de grenzen van het haalbare onderzocht. Die grenzen liggen in het hogere segment intussen ver boven de capaciteiten van de aller-allermeeste rijders. Gelukkig zijn er nog plenty motorfietsen die wel actueel, maar niet over de top zijn. Gewoon, betalbare motorfietsen waar je enorm veel schik op kunt hebben zonder een afgestudeerde HTS’er werktuigbouwkunde en elektronica te zijn.
Om de zaak eens te kaderen zijn we op weg geweest met een Buffel van vroeger: een Moto Guzzi V7 Special uit het begin van de zeventiger jaren. En als we die machine met de ogen van nu bekijken, dat stuurt hij niet, remt hij niet en zit er geen gang in. Technisch staat de voormalige Bahnburner gevoelsmatig op het niveau van een tweedehands middelzwaar landbouw voertuig.
Je voelt je er eerder een machinist op, dan een coureur.
Maar oh: Wat kan je als machinist en hoop schik hebben!
Vroeger was niet alles beter. Hoogstens waren sommige dingen overzichtelijker, begrijpelijker. En de 60 pk waar de grote Guzzi voor werd op gegeven? Dat waren Italiaanse paarden. Ons Duitse zusterblad das Motorrad zette indertijd zo’n dikke Italiaan op de testbank en mat ruim 40 pk.
En dat kan ook gewoon genoeg zijn