Tijd voor de volgende generatie
Natuurlijk vinden we alle soorten motorfietsen leuk. Ook klassiekers. En uit onze ooghoeken bemerkten we een verschijnsel dat ons eerst verbaasde, maar toen duidelijk werd:
Het aanbod van recentelijk nog best zeldzame klassiekers stijgt. En dan hebben we het over machines uit de vijftiger en zestiger jaren.
Dat heeft net zo als alles in Europa te maken met de vergrijzing. De aanstaande ex eigenaars van dat klassieke moois zijn nog al eens motorliefhebbers van een jaar of 65+. En hoe kwiek en dynamisch je dan ook bent: het aantrappen van een 500 cc Britse eencilinder of twin wordt dan toch wat begrotelijker. En en vierentachtigjarige Matchlessrijder is toch wat strammer in zijn bochtentechniek. Dat maakt hem onzeker. En verstandig als hij is doet hij dan de motor weg. Als in: “In overleg met vrouw en kinderen hebben zij besloten dat ik met motorrijden moet stoppen”.
Duits, Brits. Engels of Amerikaans: klassiekers uit de jaren vijftig en zestig zijn hele echte, pure motorfietsen. Ze zijn nog geen ‘computersystemen op twee wielen’. Maar over-romantiseer ze niet.
Ze vragen technische kennis en vaardigheden van de berijder die de meeste motorrijders niet meer hebben. En olie verversen, ontsteking en kleppen stellen is doorgaans een actie die om de 2000-2500 km moet gebeuren.
Maar wanneer je ook maar een druppel olie door je aderen hebt lopen, dan kan het nu het moment zijn om een oudgediende te adopteren en hem toch weer een generatie verder in de tijdlijn te brengen. En die onderhoudsintervallen? Ach; zo’n oud kavalje heb je voor een ritje op een mooie weekenddag.