Studie onderzoekt efficiëntie assistentiesystemen
Hoe goed zijn moderne assistentiesystemen op motorfietsen en scooters afgestemd? En welke rol spelen gemotoriseerde tweewielers in de ontwikkelingen rondom autonoom rijden? En wordt er voldoende rekening met deze verkeersdeelnemers gehouden?
Wie als verkeersdeelnemer met een motorfiets of scooter onderweg is, kent het wel: we zijn snel en wendbaar, maar niet per se altijd goed zichtbaar. Bovendien is het lastiger om de snelheid van een enkelsporig voertuig goed in te schatten. Dat leidt er helaas vaak toe dat onze snelheid onder- in plaats van overschat wordt. Daarom wordt er gepleit voor assistentiesystemen, zoals bijvoorbeeld de dodehoek-detectie, die kunnen helpen om botsingen met motorrijders te voorkomen.
Maar wat als door steeds meer hulpjes en assistentiesystemen in auto’s de opmerkzaamheid van een automibilist(e) te wensen overlaat? Hoe betrouwbaar zijn die systemen als het om het herkennen van gemotoriseerde tweewielers gaat? En wat betekent dat voor de verdere ontwikkeling als het gaat om autonoom rijdende auto’s? Deze vragen heeft het Connected Motorcycle Consortium (CMC), onder andere bestaand uit motorfabrikanten, toeleveranciers en onderzoekers, onderzocht in een studie naar de zichtbaarheid van gemotoriseerde tweewielers.
Het herkennen van gemotoriseerde tweewielers wordt in de wettelijke vereisten voor stuur- en lane-assist-systemen uiteengezet. Testuitslagen laten echter nog regelmatig zien dat deze systemen vaak te laat of helemaal niet reageren als het gaat om een enkelsporig en dus veel smaller voertuig dan een personenauto. In 96 procent van de gevallen werken die assistentiesystemen wel correct bij een andere personenauto, bij gemotoriseerde tweewielers bedraagt dat percentage slechts 59 procent. Als we dan aan de nabije toekomst denken en aan autonoom rijdende auto’s, vrachtwagens en bussen, lijkt de kans dat we ‘elektronisch’ over het hoofd worden gezien bijna op fifty-fifty te liggen.
Daarom komt het CMC tot de stelling dat het aantal ongelukken tussen auto’s en motorfietsen weer kunnen gaan stijgen al naar gelang het vertrouwen dat automobilisten in de assistentiesystemen van hun auto’s hebben. Het is dus uiterst wenselijk om gemotoriseerde tweewielers nog meer en vooral beter in de toekomstige ontwikkeling van deze systemen te betrekken.
Daarnaast adviseert het CMC tevens om de zichtbaarheid van gemotoriseerde tweewielers voor radarsystemen te verhogen, en wel door de toepassing van meer reflectoren op motorfietsen en scooters. Ook de V2X-communicatie (Vehicle-to-Everything) moet naar de mening van het CMC nog nadrukkelijker worden gericht op het waarschuwen van een tweewielrijder voor een naderende auto. En uiteraard stelt het CMC ook dat assistentiesystemen op een dusdanige wijze worden ontwikkeld, dat ze ook voor tweewielers betrouwbaar werken.
