Sport

‘Ik ben heel blij met de derde plaats en het team mag ook trots zijn’

Michael van der Mark heeft het WK Superbike-seizoen met een knappe derde plaats afgesloten. De Rotterdammer zal echter niet met heel veel plezier terugdenken aan het laatste raceweekend van 2018. Op de eerste trainingsdag in Qatar vloog de Yamaha-coureur al heel vroeg met een spectaculaire highsider van zijn machine.

“Het was waarschijnlijk mijn zwaarste crash ooit”, aldus Van der Mark. Zijn team slaagde er in om vijf minuten voor de start van de tweede vrije training weer een machine rijklaar te zetten. “Het ging steeds beter, maar ik voelde me nog niet comfortabel. De derde vrije training liep wel goed.”

Het doel om voor de top vijf mee te doen, werd echter niet gehaald. De bepaald niet fitte Nederlander wist uiteindelijk een zevende plaats veilig te stellen in een veld met slechts vijftien finishers. “Mijn start was oké, maar daarna was het erg druk in de eerste ronden en lukte het me niet om naar voren te komen. Daarna wel, maar toen kreeg ik problemen met het afdraaien en de drive uit de bochten. Ik kreeg halverwege de race ook last van m’n pols en dat hielp ook niet echt. Het was een zware wedstrijd”, vertelde Van der Mark naderhand.

Teammanager Paul Denning complimenteerde Van der Mark met zijn optreden, omdat ‘normale mensen met zo’n blessure thuis op de bank zouden blijven zitten’.

Dat de geplande race op zaterdag werd afgelast, was volgens Van der Mark een juiste keuze. “Ons kampioenschap was al beslist en de omstandigheden werden niet beter. Het is jammer om het seizoen af te sluiten in de pitbox, maar veiligheid gaat voor alles.”

“We hadden ons voor het seizoen doelen gesteld. We wilden vechten voor podiums en overwinningen en in de top 5 van het kampioenschap eindigen. Dat is allemaal gelukt”, concludeerde de Rotterdam terugkijkend op het seizoen. “Ik ben heel blij met die derde plaats en het team mag ook trots zijn op wat we bereikt hebben. Het was allemaal een stuk beter dan in 2017 en beide rijders hebben races gewonnen en hebben op het podium gestaan. Nu moeten we zorgen dat we volgend jaar nog sterker terugkomen.”

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws