Vergelijkingstest mid-nakeds: steeds sterker en geavanceerder

Er heerst een nieuwe trend in de naakte middenklasse: meer cc’s, meer vermogen en een royalere uitrusting. Zowel de Honda CB750 Hornet als de Suzuki GSX-8S, die onlangs het segment kwamen versterken, voldoen aan dat beeld, maar hoe verhouden de Japanners zich tegen de Britse driecilinder van de Triumph Trident 660?

Qua prestaties zit de nieuwe paralleltwin van de Hornet 750 met 92 opgegeven pk’s al bijna in de volgende vermogensklasse. Wat dat betreft doet hij de naam Hornet wel eer aan. Het motorblok van de Suzuki GSX-8S volgt weliswaar hetzelfde motorconcept van een paralleltwin met 90 graden verzette kruktappen voor een V-twin-achtige motorloop, maar toch heeft het Suzuki-blok een heel ander karakter dan dat van de Honda. Suzuki mikt meer op punch van onderuit en een dik middengebied. De Britse driepitter zit qua vermogensontplooiing in zekere zin tussen de twee Japanners in: hij heeft een heel lineaire afgifte en trekt gewoon over het hele toerenbereik.

Helaas draait hij al in de toerenbegrenzer terwijl het vermogen nog nadrukkelijk stijg, waardoor zijn motorkarakteristiek vreemd onvoltooid aandoet. Onwillekeurig vraag je je alsmaar af wat dit blok nog meer zou kunnen presteren als hij vrijuit toeren kon draaien en niet bij 10.300 toeren zou worden afgekapt. Al zijn de prestaties ook nu overigens prima. Op de sterkere Hornet verliest de Trident in de acceleratie tot 140 km/uur maar zeventiende van een seconde, en de bulligere GSX-8S volgt zijn concurrenten als een schaduw. Dankzij zijn korte gearing is de Suzuki bij de acceleratie in de zesde versnelling zelfs enkele tienden sneller dan zijn twee opponenten. Bij de verbruiksmeting op onze rustige testronde verbruikte de GSX-8S iets minder dan in het voorjaar, waardoor het nadeel van de kortere eindoverbrenging nu iets verminderd is.

In MotoPlus 20/2023 vertellen we je verder hoe het bijvoorbeeld met de rijeigenschappen zit, er is immers meer dan motorkarakteristiek en prestaties.