Premium

Test BMW M1000XR: hoe omschrijf je een crossover met 201 pk?

Na de M1000RR en M1000R lanceerde BMW eerder dit jaar met de M1000XR een derde model in de exclusieve M-lijn. Vol behangen met dure M-spulletjes kunnen we spreken van de sterkste crossover tot dusver: liefst 201 pk levert dit afgetrainde krachthonk. Maar hoe moet je dat eigenlijk omschrijven? We doen een poging en zadelen op voor een snelle trip op en neer naar Zuid-Duitsland.

Dat BMW de M-lijn na de eerste M1000RR en vervolgens de M1000R zou doortrekken, was een logische een-twee. Maar waar sommigen misschien hoopten op een eerste M-boxer in de vorm van een M1300GS, koos BMW dus opnieuw voor een viercilinder in het persoontje van deze M1000XR. En ook dit keer liegen de specs er niet bepaald om, maar hoe moet je dit nu precies noemen? Een hypersport-tourer? Een sportfiets voor de lange baan? Of een opper-crossover op steroïden?

Dat laatste dekt de lading heel behoorlijk, want vergeleken met de 170 pk sterke S1000XR, modelmatig toch de basis onder deze laatste M-loot, doet de M1000XR er nog eens een hele flinke schep bovenop als het om het motorblok én het vermogen gaat. De M is namelijk voorzien van een licht geknepen uitvoering van de ShiftCam-viercilinder met variabele klepbediening van de S1000RR superbike. Licht geknepen, dat lees je inderdaad goed. Normaal gesproken levert dit blok liefst 212 pk, en in de M1000XR zijn het er ‘slechts’ 201. En voor de volledigheid: er zijn ook nog 113 newtonmeters aan boord.

Dat zijn behoorlijke cijfers voor een crossover, maar ook qua rijwielgedeelte ontbreekt er weinig op de M1000XR. Hoe de BMW het deed op onze (letterlijk) snelle trip lees je in MotoPlus 20/2024!

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws