Eerste test Honda XL750 Transalp

Plotseling was ‘ie er niet meer. Net als zijn grote broer Africa Twin verdween de Honda Transalp ineens van de aardbodem. En net als zijn grote broer maakt de Transalp een al net zo onverwachte comeback. In de magnifieke motorhemel Algarve, Portugal maken we kennis met de nieuwe Transalp.

Om de vergelijking maar even af te maken: beide vermaarde Honda’s kwamen niet terug met een V-twin, maar met een staande tweecilinder. De achterliggende gedachte is simpel: de productiekosten liggen lager bij dit concept. Hoe Transalperig is een Transalp met staande twin nog?
Op basis van de algemene indruk erft de nieuwe XL750 heel wat van de genen van zijn voorgangers. Zeker in het Ross White doet hij met zijn gekopieerde kleurenspel en gouden wielen denken aan de XL600V van weleer. Bij een duik in de technische gegevens blijkt dat er toch wel degelijk wat verschillen zijn.

De huidige paralleltwin is namelijk goed voor 92 pk, terwijl de oer-Alp slechts 50 pk had. De 2012-versie had er weliswaar tien meer, maar week weer op een ander niet onbelangrijk punt van de huidige versie af. In 2012 koos Honda voor een meer straatgericht 19” voorwiel, de nieuwkomer is voorzien van een 21” wiel. Op papier heeft de Transalp daarnaast heel wat troefkaarten in handen. Allereerst profiteert hij van zijn legendarische naam, maar Honda zet hem daarnaast ook messcherp op de markt. Met een prijs van €12.599,- is hij honderd euro goedkoper dan de eveneens nieuwe Suzuki V-Strom 800DE, en is hij ook nog driehonderd euro goedkoper dan Yamaha’s succesnummer: de Ténéré 700.

Het gematigde Honda lijkt dus de strijd aan te gaan met het mes tussen de tanden. Maar hoe vertalen de gegevens op papier zich naar de praktijk? Dat lees je allemaal in MotoPlus 06/2023. Niets missen en liever elke twee weken een nieuwe editie op de mat? Klik dan hier…