Joan Mir schrijft Suzuki-geschiedenis
Joan Mir schreef afgelopen weekend op het Spaanse Valencia geschiedenis door voor Suzuki de MotoGP-wereldtitel te pakken. Een zevende plek op Valencia was voor Mir voldoende voor de titel, waarmee de Spanjaard de eerste Moto3-kampioen is die ook de MotoGP-titel pakt en de eerste Suzuki-wereldkampioen in twintig jaar tijd.
Voor Joan Mir, die 2020-seizoen startte met een crash tijdens de eerste race in Jerez, vielen de puzzelstukjes van de Oostenrijkse GP op de goede plek met een tweede plaats. De tweede Oostenrijkse GP was goed voor een vierde plek, waarna opnieuw podiums volgden in San Marino, Emilia Romagna en de Catalaanse GP’s. In Le Mans stokten de goede resultaten met een elfde plek, maar ook andere titelkandidaten zoals Fabio Quartarao en Maverick Vinales lieten steken vallen in dit knotsgekke seizoen, dat vele racewinnaars kende, waardoor de titelstrijd voor Mir verre van verloren was.
In Aragon volgden opnieuw twee derde plaatsen en daarmee ook de leiding in het kampioenschap. Een overwinning ontbrak echter nog, die volgde uiteindelijk in de eerste race op Valencia, waarmee Mir zijn voorsprong in de titelstrijd op 37 punten bracht. Hierdoor was tijdens de tweede race op Valencia een handvol punten voldoende voor de titel. En die greep de Spanjaard met een zevende plek.
Met zijn wereldtitel is Mir de eerste Suzuki-rijder die de titel in de hoogste klasse pakt sinds Kenny Roberts Jr. in 2000 (en de eerste ooit in het MotoGP-tijdperk). Het is de zevende wereldtitel voor een Suzuki-rijder op het mondiale podium. Ernst Degner (50 cc, 1962), Hugh Anderson (50 cc, 1963, 1964; 125 cc, 1963, 1965), Hans-Georg Anscheidt (50 cc, 1966, 1967, 1968), Dieter Braun (125 cc, 1970), Barry Sheen (500 cc, 1976, 1977), Marco Luccinelli (500 cc, 1981), Franco Uncini (500 cc, 1082), Kevin Schwantz (500 cc, 1993) en Kenny Roberts Jr. (500 cc, 2000) gingen Mir voor.
Mir: “Ik heb waarschijnlijk eerst een lange douche nodig om het te beseffen! Dit is iets waar ik mijn hele leven voor heb geknokt. Ik heb er vanaf mijn tiende van gedroomd. Wat kan ik zeggen? Ik had het niet verwacht om eerlijk te zijn. Ik dacht dat het nog wel eventjes zou duren. Maar we hebben de titel nu en dat maakt me enorm blij!”