Eerste indruk: Kawasaki ZX-4RR
Als een Olympische gymnast die in een ketel met XTC is gevallen klimt de toerentellernaald richting de toerenbegrenzer. Die heeft niet veel haast, pas bij zestienduizend toeren dempt deze namelijk pas de feestvreugde. Tikkie met de linkervoet, en de klauterpartij begint opnieuw. Waar het normaal op een superbike alle hens aan dek is, is het nu domweg een kwestie van lol trappen. Met de ZX-4RR laat Kawasaki oude tijden herleven. Tijden die ik zonder het wist, echt hebt gemist!
Vroeger was alles beter dus? Nee joh, natuurlijk niet, maar dat de in de jaren 80 en 90 zo populaire 400 cc sportmotoren het veld hebben geruimd, is ontegenzeggelijk spijtig. De lichtvoetige en hoogtoerige machines waren simpelweg een feest om te rijden en vonden gretig aftrek. Opvallend, want eigenlijk was deze klasse specifiek ontwikkeld voor de Japanse markt, waar er een aparte rijbewijscategorie was voor motoren van 50 tot 400 cc. Via de grijze import kwamen ze echter toch naar Europa, waar ze gretig aftrek vonden. Eind jaren 90 hield dat feest echter op. Niet alleen de 400’s verdwenen, sowieso werd het aanbod aan middenklasse sportmotoren steeds kleiner en kleiner. Met onder meer de komst van de Aprilia RS660 en Yamaha R7 zit er echter weer muziek in deze klasse. Helemaal toen Kawasaki afgelopen begin februari van dit jaar de komst van een nieuwe ZX-4RR aankondigde.
Met 399cc doet hij qua cc’s weliswaar onder voor bijvoorbeeld de Yamaha R7, maar met zijn 77 pk (80 pk met Ram-Air) kun je ‘m toch best wel als middenklasser bestempelen. Die pk’s haalt de RR uit een volledig nieuw ontwikkelde, vloeistofgekoelde vier-in-lijn. Uiteraard conform de actuele standaard, met onder meer een remkoppelbegrenzer (anti-hop) en ride-by-wire. Aan boord ook de nodige hulpsystemen, zoals naast het obligate ABS ook nog vier rijmodi (Sport, Road, Rain en Rider), waarin vermogensafgifte (Full en Low) en tractiecontrole (3 standen, uitschakelbaar) gebundeld zijn. De Rider-modus kun je zoals wellicht bekend zelfs inrichten.
Op het Circuit Calafat, een bescheiden maar prachtig baantje een kleine 150 kilometer onder Barcelona, maken we kennis met de ADHD Kawa en zoals De Dijk ooit al treffende verwoordde: een man (of vrouw) weet pas wat ‘ie mist, als ze er niet is. Och, wat een feest is het toch om met een sportief beestje onderweg te zijn, waarbij je gevoelsmatig weer eens echt het onderste uit de kan kunt halen. Dat je zelf grotendeels in controle bent en een haperend stukje elektronica niet direct resulteert in een 200pk-plus machine die je richting horizon katapulteert. De hele rijbeleving is zeker niet alleen toe te schrijven aan het heerlijk orgastische draaien van het blok alleen. Wat er allemaal nog meer debet aan is? Dat lees je in de uitgebreide eerste test in MotoPlus 20/2023 (vanaf vrijdag 13 oktober in de winkel)!