De bijzondere classic-enduro’s van Mark Reul
Hoewel Mark Reul niet uit een noppen-milieu komt, zit het sleutelen en crossen er al vanaf zijn jeugd in. Waar hij het vroeger vooral spijtig vond dat hij nooit een Zesdaagse reed, is hij nu blij met hetgeen hij wel heeft gedaan. Een van die dingen is het verzamelen van klassieke enduromotoren, die hij voor schrootprijzen kocht toen niemand er nog belangstelling voor had.
Zelf ging Reul dus nooit van start in een Zes daagse, maar zijn eerste Zesdaagse als volgrijder, in 1976, staat hem nog scherp voor de geest. Hij was toen lid van de gerenommeerde Motorunie Leuven, de bekende organisator van de jaarlijkse internationale Paastrofee-motocrossen. Tijdens een clubvergadering over de naderende ISDE (Zesdaagse) in het Oostenrijkse Zeltweg gaf hij zich spontaan op als helper en volgrijder. “Ik had wel een motor, maar geen auto, dus ben ik met een vriend in zijn Mini Cooper naar Oostenrijk gereden, met zijn Hercules 175 en mijn KTM 125 op de aanhanger. Ik had geen geld en wist ook niet waar we zouden gaan slapen, noch wat we gingen eten en hoe alles zou gaan. Echt het vijfde wiel aan de wagen dus, maar ik heb mij daar wel geweldig geamuseerd en er ging een wereld voor mij open.” Mark reed op dat moment zelf al een paar jaar enduro’s in België, maar zonder veel succes. Na een eigenbouw-crosser kreeg hij op zijn zestiende van zijn vader een Garelli-brommer om mee naar school te gaan. “Ik wist toen ook ergens een Garelli Tiger Cross te staan, waar een Zündapp-motor in was gezet. Dat project was al lange tijd onafgewerkt en stond daar maar te staan. Ik kon die Garelli overkopen en bouwde er weer een Garelli-blok in en daarmee heb ik mijn eerste enduro gereden.”
Dat project zou later uitgroeien tot een fraaie verzameling van oude enduromotoren, die Reul voor schrootprijzen kon kopen. Hoe dat kon en welke motoren Reul in zijn collectie heeft lees je natuurlijk in Het Motorrijwiel 189. Nog geen abonnee? Klik dan hier.