BMW F750GS en F850GS: de antwoorden
De eerste kilometers op de nieuwe F750GS en F850GS van BMW zijn een feit. Dus Koen kan de binnengekomen lezersvragen beantwoorden.
– Ten eerste de vraag of de F850GS nu ook met getande riem komt ipv kettingaandrijving (“de meeste allroads komen nooit in het terrein”, aldus de vraagsteller).
Het antwoord daarop is nee, ook niet als extra versie (als hij dat bedoelde). Naast het feit dat de motor daarmee ongeschikt wordt voor terreingebruik is een getande riem ook ongeschikt voor lange veerwegen, omdat de riem op de juiste spanning moet blijven. En dat gaat niet bij grote uitslagen van de swingarm. Er komt om die reden ook geen conversiekit (een extra probleem is de grotere breedte van de poelies).
– Dan de vraag ‘of hij nog steeds zo onaangenaam hard trilt’.
Simpel antwoord: nee. Het is een compleet nieuw blok met een andere krukasconfiguratie en met een ander balanceersysteem (twee balansasssen ipv de derde ‘loze’ drijfstang onderin het blok).
Dit blok loopt totaal anders en onder andere veel vloeiender en trillingsarmer bovenin. Vergelijkbaar met bijvoorbeeld een Yamaha MT-07 of Honda CRF1000L Africa Twin.
– De vraag ‘of het nieuwe blok ook in samenwerking met Rotax is gemaakt’.
Ook daarop is het antwoord nee. Het F800-blok was overigens ook gewoon een BMW-blok, Rotax was in het begin alleen een productiepartner. Van latere modellen is het F800-blok door Loncin in China geproduceerd. Hetzelfde geldt voor dit F850-blok. Ontwikkeld door BMW, geproduceerd door Loncin en in Berlijn ingebouwd in de rest van de motor.
– Tot slot de vraag over het zwaartepunt.
Allereerst even een misvatting uit de weg ruimen: bij een motor moet het zwaartepunt niet zo laag mogelijk liggen, maar op de optimale hoogte. Een te laag zwaartepunt geeft niet alleen minpunten qua grip bij acceleratie en remmen, maar geeft ook zwaarder sturen. Er is afhankelijk van het type motor een optimale positie van het zwaartepunt. Dan het concrete antwoord op de vraag: Bij de nieuwe is het zwaartepunt heel iets lager komen te liggen en ook iets verder naar voren. Hoeveel exact kon of wilde men ter plekke niet zeggen.
