Amerongen blijft open voor motorrijders
Afgelopen week werd in verschillende media bericht dat Amerongen op slot gaat voor motorrijders. Voorbarig, zo blijkt…Wel is het zo dat de grote hoeveelheid motorrijders in het oude dorp van Amerongen blijkbaar om maatregelen vraagt. Na een door 24 van de 29 gemeenteraadsleden van Utrechtse Heuvelrug aangenomen motie met die opdracht ging de gemeente onlangs in gesprek met MAG en KNMV.
Het oude dorp van Amerongen ligt aan het oostelijke uiteinde van de populaire Lekdijk. Motorrijders die dat deel van de dijk in hun route opnemen en boven de rivier willen blijven, komen er dus allemaal doorheen. In de smalle straatjes kan die kwantiteit voor overlast zorgen, beamen ook MAG en KNMV. Een totale afsluiting van het oude dorp, waarbij alle motorrijders gedwongen worden om dit deel van de Lekdijk via de pont ten zuiden van Amerongen te benaderen of te verlaten, is echter onacceptabel.
Motorrijders maken nu gebruik van drie wegen door het dorp. De MAG en KNMV hebben nu voorgesteld om de Kersweg, de kortste van die drie wegen, voor motorrijders open te houden. De aan de westzijde onder het oude dorp lopende Kersweg is nu een fietsstraat waar auto’s met gedeeltelijk eenrichtingsverkeer door mogen rijden. Deze weg zou voor motorrijders en fietsers tweerichtingsverkeer moeten worden. Ter compensatie komt er dan een inrijverbod voor auto’s, vanzelfsprekend met een uitzondering voor aanwonenden.
Motorrijders vanuit of in oostelijke en zuidelijke richting kunnen er in deze situatie voor kiezen om de pont te pakken. Het aantal motorrijders dat door het dorp rijdt wordt zo gereduceerd. De wethouder legt het voorstel van MAG en KNMV voor aan de gemeenteraad. MAG-beleidsmedewerker Vera de Bruijn: “Mocht de gemeenteraad ons voorstel niet accepteren en Amerongen in de weekenden definitief voor motorrijders op slot willen doen, dan laten we het er natuurlijk niet bij zitten. De route via de pont kan voor een deel van de motorrijders een optie zijn, maar is dat voor een minstens even groot deel absoluut niet.”