Vincent Hondebrink – Track T800 CDI

« Terug naar Mijn Trots
De Track T-800CDI is het best te omschrijven als een prachtig stukje Nederlandse techniek die nooit het grote publiek bereikt heeft. De motor in het wild tegenkomen is dan ook best bijzonder. Hem bezitten gaat nog een stapje verder. Maar er een vinden die te koop staat, dat komt eigenlijk niet voor. Vincent had geluk en kreeg er één aangeboden. Een keuze waar hij niet lang over na hoefde te denken.

“Ik ben een echte techniek-nerd. Dus als iemand besluit een driecilinder turbodiesel in feitelijk een KTM-frame te hangen, dan heb je mijn aandacht. Ik kwam het idee van Eric Vegt om precies dat te doen, bij toeval tegen op een BMW GS-forum. Hij had er een topic geopend waarin hij de ideale wereldreis-motorfiets beschreef. En op papier is de motor dat denk ik ook. Uiteindelijk heb ik de ontwikkeling van de Track een jaar of vier gevolgd en al die tijd zag ik het als mijn droommotor. Oké, ik was niet kapot van het uiterlijk en ook de keuze om de motor een CVT en een cardan van een cruiser te geven had niet mijn voorkeur. Maar door het volgen van het proces en het zien van het ontstaan van de motor vond ik het toch wel erg tof. Helaas kwam het beloofde bouwpakket nooit op de markt en een kant-en-klare Track T-800CDI kopen – met een prijs van € 18.000,- – lag ver buiten mijn studentenbudget. Een gebrek aan klanten zorgde er in 2013 uiteindelijk voor dat Eric de stekker uit de Track trok. Daarmee was mijn kans om zelf een nieuwe dieselmotorfiets van zijn hand te bezitten, dus vervlogen. Je kunt je voorstellen dat ik maar wat blij was toen ik vier jaar geleden ineens de kans kreeg een tweedehands Track te kopen. Ik kreeg een mailtje van iemand dat hij zijn Track wilde verkopen. Hij stond op het punt om naar Portugal te verhuizen en kreeg het niet voor elkaar om de Track op Portugees kenteken te zetten. Niet veel later had ik deze motor thuis staan. Voor een vakantiefiets is de motor ideaal. Gooi een tentje achterop en je rijdt zo op en neer naar Joegoslavië. Daarnaast behoeft de Track weinig onderhoud, het is namelijk simpele techniek en rijdt hij erg zuinig. 450 kilometer met één tank (19 liter) is prima te doen. Verder is het wel een motor waar je van moet leren houden. Hij rijdt heel anders dan andere motoren. Als de motor koud is trilt en stinkt-ie als een oude Ford Transit. Eenmaal warm, is dat weg en rij je heel comfortabel. Je hebt ook geen snelheidsbeleving. Het voelt alsof iemand je met z’n hand in je rug duwt. Maar als je vervolgens op je teller kijkt blijk je een stuk harder te rijden dan dat het voelt. Het is natuurlijk geen racer, dus verwacht geen bizarre snelheden. Maar 130 km/uur op de GPS is prima een dag vol te houden. Zoals ik al zei, ben ik verzot op techniek. Het onderhoud aan de Track doe ik daarom zelf. Dat is wel uit nood geboren. Mijn eerste motor was een afgetrapte Moto Guzzi en op dat moment had ik geen geld om hem op te laten knappen. Dus dan moet je wel leren sleutelen. Daar had ik zoveel plezier in, dat het een hobby is geworden. Met het opknappen van oude motoren en deze weer te verkopen, heb ik destijds zelfs mijn studie en vakanties betaald. Sleutelen aan de Track is wel een uitdaging hoor. De motor is ondertussen bijna museum-materiaal geworden. Onderdelen zijn niet meer te krijgen. Alles wat er nog was is opgekocht, maar door wie is niet bekend. Dat betekent dus wel dat als ik nu onderuit ga, ik zelf vervangende onderdelen moet vinden. Dat is op technisch vlak nog wel te doen. Maar bij het kuipwerk niet. Ik moet er dus niet aan denken dat ik ermee val. Maar ja, hem stil in de schuur laten staan is ook zonde. Ik rij daarom maar met beleid. Alles om de de motor zo origineel mogelijk te houden. Je kunt dus best zeggen dat ik trots ben dat ik deze Track heb. Normaal wissel ik nog wel eens van motor, maar ik denk dat dit de uitzondering is.”