+ Plus

Vergelijkingstest Ducati Diavel V4 – Triumph Rocket 3R Chrome Edition

Motorrijden is sowieso al een feest voor de zintuigen, maar helemaal in het zadel van een echt karakterhonk. Toch zijn er vandaag de dag, voorzichtig uitgedrukt, nog maar weinig echt markante types. Dat geldt niet voor het duo dat zich hier in de spotlights rijdt, dat grossiert in kilo’s, kracht en karakter. Het zal me wel een dagje worden!

Snerende gitaarrifs die als een liefdevolle zoen voor kippenvel zorgen, diepe bastonen die de lucht doen trillen en het lichaam doen beven en slagwerkpartijen die het ritme van de hartslag niet alleen aangeven, maar ook naar een steeds hogere frequentie tillen. Voeg aan deze geluidsextase een duizelingwekkend kleurenpallet van duizenden lichtarmaturen op en voor het podium toe, evenals een indrukwekkende muur van tientallen Marshall versterkers en je hebt een setting die zelfs in stilte al het signaal afgeeft: hier ga je een twee uur durende, luide, rauwe en onvergetelijke beleving tegemoet. Voor degenen die het nog niet kunnen volgen: we hebben het natuurlijk over een onvervalst rockconcert, dat bij de bezoeker een kort moment alle zintuigen overprikkelt, alle emoties bundelt en zich vereeuwigt in het geheugen als een tatoeage op de huid. Over de praktische zin van zo’n concertervaring hoeven we het natuurlijk helemaal niet te hebben. Het gaat om loslaten, de alledaagse sleur vergeten en – al is het maar voor even – jezelf onderdompelen in een wereld vol emoties en endorfine.

Een ritje met de Ducati Diavel V4 en Triumph Rocket 3R heeft ook veel weg van een bezoek aan een concert. Misschien nog wel meer dan dat, want hier maak je deel uit van een orkestrale kracht die in de hedendaagse motorwereld nog maar uiterst zeldzaam is. Paralleltwins met een 270° krukas hier, nieuwe allroads in welke vorm dan ook daar. Over het algemeen zijn er simpelweg veel ‘veilige’ tweewielers die met hun allround kwaliteiten vooral bij een heel groot en breed publiek in de smaak moeten vallen. Dat is allemaal leuk en aardig, maar het voelt daarom ook vaak nogal doorsnee, veel van hetzelfde. Vergelijk het maar met alledaagse popmuziek of die continue stroom aan dezelfde ‘boom-boom-itz-itz’ elektrodeuntjes waarin een iets té strak geboetseerd zangeresje constant hetzelfde zinnetje herhaalt. Niet dat het per definitie onaangenaam is om naar te luisteren, maar echt spannend of verrassend is ook anders. Dit dus geheel in tegenstelling tot het hier aanwezige duo, dat in stilstand al getuigt van een heel eigen ontwerpfilosofie: dit zijn motoren waar je je nog echt aan kunt vergapen. Weelde en anarchie heersen hier in gelijke mate. De gigantische Triumph kroont het asfalt werkelijk, oogt krachtig, gespierd en imposant.

Het is echt een grote motorfiets en hij barst van de visuele kracht. Een stoere voorpartij met een paar pakkende ronde koplampen, enkelzijdige swingarm die qua stijfheid ogenschijnlijk kan wedijveren met een H-balk en de opulente, maar ook elegant gevormde achterkant met verzonken achterlicht. En dan die lengte: een wielbasis van maar liefst 1.677 millimeter! Ondanks al deze gigantomanie geeft de weegschaal van de Rocket aan dat hij ‘slechts’ 318 kilogram volgetankt weegt. Dat is objectief gezien natuurlijk geen beste waarde. Bijzaak, motorfietsen uit deze categorie der onbegrensde mogelijkheden dragen graag wat meer vet op de heupjes, ondanks hun verder best wel minimalistische voorkomen. Dat de machine minder weegt dan het oog doet vermoeden, is te danken aan de ruime hoeveelheid aluminium. Naast de Engelse raket doet de Italiaanse duivel bijna klein aan. Toch is de Diavel allesbehalve een rock ’n roll kabouter, iets dat je al kunt afleiden uit de bepaald niet korte wielbasis van 1.594 millimeter, die ook hier een statement maakt. Die ruime proporties zijn echter slim verpakt. De scherp gesneden bouwdelen nestelen zich strak tegen het aluminium chassis. Een combinatie van het fysiek van een bodybuilder met een vleugje elegantie van Eros Ramazotti. Je zou bijna geneigd zijn om Prada slippers te combineren met een leren James Dean jack op de Diavel. Het wat minder opulente design laat zich ook op een ander gebied gelden trouwens. Qua kilo’s legt de Ducati met 235 kg namelijk rijklaar heel wat minder gewicht in de weegschaal dan de Triumph.

Hoe dan ook, het moge duidelijk zijn dat deze machines niet worden aangedreven door een paar doordeweekse krachtbronnen. In de kolossale Rocket van Triumph schuilt niets minder dan de grootste productiemotor ter wereld. De in de lengterichting ingebouwde driecilinder-lijnmotor heeft een bijna ongelooflijke 2.458 cc cilinderinhoud. Wanneer je de startknop indrukt, komt de monstermotor tot leven met een grom en een snauw waarvan de nekharen overeind komen. Vervolgens rolt ‘ie majestueus naar voren. Al vanaf stationair toerental levert het machtige aggregaat een vette 160 newtonmeter koppel, met een piek van maar liefst 210 Nm bij vierduizend toeren. Niemand, absoluut niemand, mist ook maar een greintje bottompower tijdens het rijden met de 3R, dat is altijd en overal beschikbaar. Tot de begrenzer bij ongeveer zevenduizend toeren ingrijpt, stuwt dit monsterlijke blok de Rocket voort als een groovende ZZ Top shuffle, zonder enige pauze of onderbrekingen. De driecilindermotor loopt daarbij heel verfijnd en lekker trillingsarm, enkel de dikke 240 mm achterslof heeft te lijden onder zware acceleratieorgieën. Zwarte strepen trekken op het asfalt is met de Rocket net zo’n zekerheidje als een roze hoedje op Pinkpop, mits de keurig werkende tractiecontrole is uitgeschakeld althans. Met deze immense kracht aan boord is het voor de Ducati helemaal niet eenvoudig om achter de Triumph te kruipen. De V4 Granturismo in de Diavel, geleend van zijn verre broer Multistrada V4, doet in vergelijking bijna normaal aan.

Toch is ook hier een echte krachtpatser aan het werk, die wel een klein beetje aanloop nodig heeft. Onderin is de motor nog wat braafjes, zeker in vergelijking met de Triumph. Maar gewaarschuwd zij de geest die een slinger aan het gashendel durft te geven! Zodra de V4 boven de 5.500 toeren komt, sluit de Diavel de deur van zijn premie A-woning en opent zich de Highway to Hell. Het is te gek hoe de aanvankelijk rustige Duc dan naar voren speert, alsof een enorme vlammenzee de kudde van 167 paarden in het vooronder op hol doet slaan. De fijngevoelig ingrijpende tractiecontrole doet zijn werk perfect, zonder zich overmatig te bemoeien met het gejuich van de duivel. Het briljante staccato van de V4 dat daarbij uit het kwartet einddempers klinkt, is bovendien geniaal. Net als de beroemde gitaarsolo van Angus Young in ‘The Jack’ begint het rustig en bereikt het vervolgens de heerlijke climax bij 11.200 toeren. Wanneer althans niet al eerder naar een hogere versnelling wordt geschakeld middels de uitstekend opererende up/down quickshifter. Die de Brit overigens ook aan boord heeft.

Vol energie kruipt de Ducati naar de Britse kernreactor toe en begint al voor de volgende bocht met inhalen. Uitgerust met top-of-the-bill Brembo Stylema remklauwen kan de Diavel behoorlijk scherp ankeren, maar de Rocket eruit remmen? Dat gaat helemaal nog niet zo makkelijk. De Triumph, ook uitgerust met edele Stylema’s, doet het asfalt namelijk niet alleen plooien bij het accelereren, maar ook bij het remmen. Het gecombineerde remsysteem – achter wordt er altijd afhankelijk van de remdruk in meer of minder mate mee geremd – vertraagt als de beste! Hier plukt de zware Triumph de vruchten van zijn enorme wielbasis. Lengte zorgt stabiliteit immers, ook bij het remmen.

Bij het insturen weet de rankere Ducati er dan uiteindelijk toch langs te glippen en verdwijnt vervolgens in de wirwar aan bochten aan de horizon. De vering van de Diavel doet simpelweg uitstekend zijn werk, geeft een berg vertrouwen. Bovendien is de motorfiets perfect in balans. De V4 vertoont een lichtvoetigheid die je al snel doet vergeten dat er aan de achterzijde een dikke 240 band prijkt. In de bochten valt ook het veel lagere gewicht van de Duc in positieve zin op, ondanks dat de Triumph wel degelijk veel meer is dan een snelle rechtuit raket. Ook hier acteren de veercomponenten op hoog niveau. Vooral de machtige Ø 47 mm upside-down voorvork overtuigt met prima feedback, waardoor je toch snel vertrouwen opbouwt in de ietwat over gedimensioneerde voorband (150/80R17). Dat gezegd hebbende vraagt de Rocket wel om een stevige stuurimpuls bij het omgooien.

Na een paar uur stap je weliswaar met het zweet op de rug, maar ook volledig gelukkig en tevreden van dit krachtige duo af. Natuurlijk zijn de Diavel V4 of Rocket 3R geen motorfietsen voor dagelijks woon-werkverkeer, daar zijn ze nu eenmaal te veeleisend en te extreem voor. Daarentegen bieden ze altijd weer voer voor een paar speciale uurtjes die qua ervaring met niets of niemand te vergelijken zijn. Buiten een stevig rockconcert dan…

Conclusie
De Triumph Rocket 3R en Ducati Diavel V4, een meer speciaal duo dan dit vind je niet snel. Twee allesbehalve normale machines die voelen als een endorfine-injectie met een net iets te grote dosis. Alles is hier groot, sterk en extreem. En elk biedt op zijn eigen manier precies dat wat motorrijden zou moeten zijn: een pure, speciale beleving. Misschien niet iets voor alledag, maar het zorgt in ieder geval voor een onvergetelijke beleving!

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Triumph Daytona 660

Eerste Test Triumph Daytona 660

28 maart, 2024

Ook Triumph wil een graantje meepikken in het groeiende segment van betaalbare sportieve motorfietsen. Waar de ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-