+ Plus

Van Zero tot Hero (3): Assen

Na twee weekenden intensief trainen op de roemruchte circuits van respectievelijk Le Mans en Hockenheim is het tijd voor de grote finale van deze ‘zero to hero’ reeks. En waar beter dan jezelf tot ‘held’ te kronen dan tijdens twee dagen laagvliegen over ons eigen TT circuit? Het werd een weekend van uitersten.Volgens velen, en dan heb ik het over mensen die het kunnen weten, is Assen één van de mooiste circuits ter wereld. Niet dat mijn referentiekader op dit gebied bijzonder ruim bemeten is, maar na een weekendje knallen in Drenthe kan ik me er in ieder geval een aardige voorstelling van maken. Le Mans was uitdagend, redelijk technisch – en natuurlijk doordrenkt met een bijna honderdjarige racehistorie – terwijl Hockenheim je op sommige punten trakteert op werkelijk fabelachtige snelheden waarvan je adrenalinepeil door het dak schiet. En Assen? Assen doet het allebei, bochtencombinaties waar je je rijtechnisch flink op stuk kunt bijten, gecombineerd met hoge bochtensnelheden en ultrarappe passages waar het missen van het instuurpunt je akelig dicht aan de rand van de afgrond, of beter gezegd de grindbak, brengt. In één woord: fantastisch. Voor ik echter lijfelijk aan befaamde en bovenal beruchte passages als de Strubben, Ruskenhoek, Mandeveen, Duikersloot en natuurlijk de Ramshoek mag ruiken, wordt het geduld behoorlijk op de proef gesteld. Niet direct mijn sterkste karaktereigenschap, en dan druk ik het nog zachtjes uit.Het gaat al mis op weg naar Assen. Door het WK Triathlon dat voor de nodige wegversperringen zorgt, mis ik de briefing voorafgaand aan ieder evenement. Niet zo’n punt, want na twee keer ken ik het riedeltje van EYBIS frontman Frank Slabbink wel. Ware het niet dat het in Assen net even anders gaat. Wanneer ik richting pitstraat rij voor de eerste sessie pikken twee marshals me uit de rij. Waar mijn transponder en rijnummer zijn? Zonder kom ik de baan niet op. Ik denk eerst nog dat het een grapje is, maar besef al snel dat Nederland en regeltjes net zo nauw met elkaar verbonden zijn als Amerikanen met fastfood en Italianen met corruptie. En wie regeltjes zegt, zegt tegenwoordig Assen, dat zichzelf zelfs verplicht ziet een decibelzak in het leven te roepen. En dat is niet de bijnaam van de buitengewoon opsporingsambtenaar die het geluidsniveau moet controleren, maar deze term mag je letterlijk nemen. Komt het geluidspeil boven de geldende norm dan vult de zak zich, en wanneer die vol is, is het direct over met de pret. Vandaar ook de transponder en het rijnummer, wordt er een overtreding van het geluidsniveau geconstateerd dan kun je tenminste snel de schuldige eruit pikken zonder dat anderen er de dupe van worden. Enfin, om een kort verhaal lang te maken, ik stond dus als enige onreglementair in de wachtrij, blijkbaar had de rest van het startveld de briefing wel gehaald. In allerijl dus transponder en startnummer (26 van Pedrosa, dus met het vertrouwen van de organisatie in mijn persoontje zat het wel snor) geregeld en eindelijk kan de Fireblade de baan op.De natte baan op beter gezegd, want waar het thuisfront de koffie onder een stralend blauwe hemel in de tuinset achterover slaat, hangt er boven Assen een loodgrijze deken die van geen wijken wil weten. Een deken bovendien die het asfalt van een constante waterfilm voorziet. Een scenario waar ik dan weer geen rekening mee heb gehouden. Instructeur Sliding Pino, ik durf niet eens te vragen waar die bijnaam nu weer vandaan komt (ooit iets oneerbaars gedaan met die grote blauwe vogel uit Sesamstraat? Je weet het niet.), probeert de moed erin te houden en meldt dat je in de regen het meeste leert. Naar het schijnt kun je door de adrenaline ook veel harder rennen wanneer je wordt achtervolgd door een kudde op hol geslagen buffels. Maar net zo min dat ik ooit de behoefte heb gevoeld om dat in de praktijk te testen, zou mijn leven zonder een natte circuitervaring niet minder compleet zijn. Maar à la, het hoort er nu eenmaal bij. Bovendien geeft het me wel mooi de gelegenheid om de laptimer even secuur in te stellen en tempert het ook enigszins m’n gretigheid, misschien ook niet zo verkeerd.Een ander bijkomend voordeel blijkt dat ik even in alle rust het circuit kan leren kennen. Al ligt de snelheid wel zo laag dat rem- en instuurpunten absoluut niet aan de orde zijn, dan maar concentreren op de ideale lijn. Echt vrolijk word ik er niet van. ’t Is toch een circuit en op een circuit wil je hard gaan. Of in ieder geval het gevoel hebben hard te gaan, maar dat zit er nu echt even niet in. Na een rondje of drie de GT uitkomend het rechte eind op, met een snelheid waarvoor een trekker zich nog zou schamen, laat een plotseling verhogend toerental in combinatie met een fel slingerende achterzijde weten dat de grenzen van grip vandaag even niet oneindig zijn. En aangezien ik niet weer met een schade Blade richting huis wil, kies ik eieren voor mijn geld. Zeker in de wetenschap dat het de volgende dag fantastisch weer wordt, neem ik vandaag geen onnodige risico’s. Een nobele gedachte die precies één sessie stand houdt, dan overwint het ongeduld weer en ga ik ondanks de nog altijd kletterende regen wederom het circuit op. Brengt ook weinig voldoening. De gasten met regenbanden fluiten me werkelijk om de oren, terwijl ik zelf alleen maar bezig ben met rijden tegen de eigen frustratie. Frustratie omdat ik zo graag wil, maar niet kan. Als die volle snoeppot op het aanrecht waar je als kind nèt niet bij kon.Maar zoals Bassie & Adriaan al zongen, achter de wolken schijnt de zon en na de regen komt weer zonneschijn. In dit geval net op tijd zodat we de laatste sessie van de dag op een volledig droge baan kunnen rijden. Zelden zo oprecht blij geweest en het duurt dan ook veel langer dan me lief is voor we de baan op mogen. Het temperen van dat ongeduld blijkt ook tijdens het rijden meteen de grootste uitdaging. De verleiding om alles wat me de eerste twee weekenden is geleerd eventjes naar de achtergrond te schuiven om een potje ongegeneerd aan het gashendel te draaien is groot. Erg groot. Het akkefietje in Hockenheim sluimert echter nog altijd ergens achter in de hersenpan en onderdrukt de behoefte tot hersenloos harken, in plaats daarvan is het vooral zoeken naar de juiste rijhouding. De paar natte rondjes hebben er namelijk wel in geresulteerd dat de layout van het circuit en de ideale lijn er grofweg al redelijk in zitten. Hoef ik daar de sessie tenminste niet helemaal aan op te offeren. Het vertrouwde gevoel is er gelukkig direct weer, bevrijdend bijna. Tuurlijk, her en der moet er nog (flink) aan de techniek geschaafd worden, maar de basis staat. Enige dat maar niet fatsoenlijk wil lukken zijn de passages Ossebroeken en Mandeveen/Duikersloot. Daar gaan we morgen dan maar eens aan werken.Stipt elf uur ’s morgens staat de Fireblade er weer helemaal rijklaar bij, net als z’n baasje. De twee Pro groepen rijden eerst, aansluitend is het de beurt aan Expert 1, mijn clubje. Net als gisteren moet ik het vandaag alleen rooien. Frank Slabbynck rijdt wel mee, maar puur ter observatie. De basis van het racen heb ik volgens hem na vijf circuitdagen aardig onder de knie en vanaf nu is het eigenlijk vooral zaak om de techniek verder te verfijnen. Oftewel, vooral veel rijden en track time pakken. En de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik ook wel aardig lekker in het zadel zit. Het geforceerde gevoel van de eerste dagen op het circuit is volledig verdwenen, alles gaat redelijk vanzelfsprekend. Veel meer dan in het begin kan ik me nu puur concentreren op het verleggen van rempunten, hogere bochtensnelheden, eerder uitaccelereren, kortom snellere tijden klokken. En dat rijdt lekker. Gewoon helemaal opgaan in het rijden, constant zoeken naar punten waar nog wat te halen valt. En dat is niet een gevalletje van speld in hooiberg, op elk punt waar het asfalt ook maar licht neigt naar knikken is nog winst te boeken. Weet ik zelf ook wel, maar dat is bijzaak. De pijnpunten Ossebroeken en Mandeveen/Duikersloot worden met behulp van instructeur Luc Vandijck aangepakt. Die had me zien worstelen met beide bochtencombinaties en kwam met de verlossende oplossing: eerder insturen en de machine meer wijd laten lopen. Ik had het zelf kunnen bedenken. Bovendien is hem opgevallen dat ik het bovenlichaam in een bocht nog meer richting asfalt moet dirigeren en ook daarvoor heeft hij de oplossing voorhanden: de binnenste elleboog naar het asfalt wijzen en zo ver ernaast hangen dat de andere onderarm tegen de tank klemt. Gouden tip, want makkelijk in de praktijk te brengen met direct resultaat op de koop toe.Ongemerkt vliegen de sessies voorbij en eer ik er erg in heb rij ik weer de pitstraat uit, voor de laatste keer dit keer. Nog een paar keer vlammen van Duikersloot naar de GT, veruit mijn favoriete stuk van het circuit, en dan is het voorlopig weer gedaan met de circuitpret. Spijtig, er zat lekker progressie in en, veel belangrijker, ik had de smaak zo goed te pakken. En mag de zero zich nu een hero noemen? Daarover kan ik kort zijn: absoluut! Al ben ik waarschijnlijk de enige die er zo over denkt. Maakt ook niet uit, het gaat om het spel tenslotte, niet om de knikkers!________________________________________[KASTEN]OOK EEN HET CIRCUIT OP?Deze ‘Zero to hero’ serie kwam mede tot stand dankzij de medewerking van EYBIS.com. Deze Belgische organisator van circuitevenementen, met inmiddels 34 circuitdagen verdeeld over zes landen en elf circuits op haar kalender, werkt volgens een beproefd recept waardoor zowel beginners als zeer ervaren rijders optimaal kunnen genieten van het racen. De deelnemers zijn verdeeld in vier groepen oplopend van geen of bijzonder weinig ervaring (Expert 2) tot hardcore circuitrijder (Pro 1). Daarnaast is er ook nog de Rookie groep, zoals de naam al zegt beginnende circuitrijders, die eerst minimaal vier sessies onder begeleiding van een ervaren instructeur kennismaken met de grondbeginselen van het racen. Voor de volledigheid: voor de stap naar het circuit heb je niet meteen een echte racer nodig. Legio deelnemers komen gewoon met hun wegmotor naar het circuit, plakken koplamp, achterlicht en knipperlichten af, om na een enerverend dagje stuurwerk weer met dezelfde motor huiswaarts te keren. Vraag maar aan Europarlementariër Wim van de Camp, die deed het op dezelfde manier in Assen.Zelf eens het circuit op, kijk op www.eybis.com voor tarieven, circuits en data.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-