Trots Remco van Wingerden

Remco van Wingerden besteedde een dikke twee jaar aan de ombouw van een Yamaha YZF750R tot streetfighter Duitse stijl. Niet alleen voor de leuk, maar vooral ook om op te rijden. ‘’Op slingerende dijkweggetjes is er geen supersport die me bij kan houden.’’ “Je zou het bijna niet zeggen, maar het origineel was een Yamaha YZF750R uit 1993. Dat komt natuurlijk met name door die extreme kont, een typisch kenmerk van een streetfighter in Duitse stijl. Omdat motortuning er vanwege de strenge TÜV-eisen niet is toegestaan, focussen de Duitsers heel erg op uiterlijk met een korte, gedrongen en bullige uitstraling. Tuning kan wel, maar dan is de motor niet langer straatlegaal. In Engeland kom je daarentegen veel meer turbo’s en geflowde koppen in het streetfighterwereldje tegen. Dik twee jaar terug ben ik begonnen met een blok, frame en tank van die YZF en van daaruit ben ik onderdelen gaan verzamelen via internet. Een voorvork, swingarm, wielen, remklauwen, alles wat je nodig hebt. En het is een bonte verzameling geworden, want het 6 inch Suzuki achterwiel zit bijvoorbeeld in een swingarm van een Aprilia RSV mille. De vork is ook van een Suzuki, een GSX-R750 uit 1996, en daar zitten ‘homemade’ aluminium balhoofdplaten bij. Het voorwiel is van een GS-je 500, mijn eerste motortje, en ook de remklauwen zijn weer van een Suzuki, een Hayabusa uit 2005. Samen met de ISR rempomp rem je daarmee je oogbollen tegen het vizier! In principe heb ik bijna alles zelf gedaan en dat is goed te doen. Als je een momentsleutel hebt en je denkt logisch na, dan kan iedereen met twee linker handen bij wijze van spreken een motor in elkaar zetten. Voor alle pasbusjes, afstandhouders en alle andere dingen die nodig waren om de verschillende onderdelen met elkaar te laten matchen, heb ik heel wat uurtjes achter de draaibank gestaan. Mijn vader heeft een machinefabriekje, dus ik mocht dan achter het oudste draaibankje knutselen. Ook het uitlaatsysteem is eigenbouw. De demper is puur een reflectiedemper met twee schotten en zonder dempingswol. Bij een gangetje van 50, 60 km/uur is ‘ie hartstikke mooi stil, maar daarboven kun je hem goed horen. Slapeloze nachten heb ik nooit van het hele project gehad, alleen duurde het af en toe wel eens langer dan vijf minuten voor ik in slaap viel. Alles ging goed, behalve de elektra. Dat was een enorme frustratie. In plaats van de standaard plastic kasten wilde ik van die kleine schakelaars in het stuur verwerken, maar dat kreeg ik niet aan de praat. Toen heb ik na een paar weken de knoop door gehakt en het originele spul er weer op gezet, maar dan ben je al een berg frustratie verder. Maar goed, afgelopen zomer was hij klaar en heb ik er lekker mee gereden, daar heb ik hem per slot van rekening voor gebouwd. Qua rijeigenschappen is hij beter dan toen hij uit de fabriek kwam. Hij is twintig à dertig kilo lichter geworden en op lekker slingerende dijkjes is er geen supersport die je bij kan houden. Alsof je op een mountainbike zit. Geweldig! Het zou toch zonde zijn om daar geen gebruik van te maken?Daarnaast is het hartstikke leuk als er bijvoorbeeld bij een stoplicht een duim van een automobilist omhoog gaat. Dat maakt me trots. Helemaal omdat ik normaal gesproken met hout en spijkers in de bouw werk en geen opleiding tot monteur heb gehad. Maar met een beetje sturing van anderen en links en rechts wat afkijken, kun je iets heel moois bij elkaar sleutelen. Toch heb ik nog een grote droomfiets. Ooit wil ik een Honda CBX1000 zescilinder verbouwen en als het nodig is dat ik deze Yamaha daar op moet inruilen, dan zou dat zomaar kunnen. Zo’n zescilinder, dat jankt en gilt. Krijg ik kippenvel van.” [kader]OOK IETS OM TROTS OP TE ZIJN?Mijn Trots is een nieuwe rubriek in MotoPlus en daarvoor zijn we op zoek naar bijzondere motoren en hun verhaal. Bijzonder is in dit geval een breed begrip en loopt uiteen van deze opvallende Yamaha tot een in de puntjes gerestaureerde Vincent Black Shadow of een compleet vervallen ‘rat bike’. Kortom, heb jij iets bijzonders staan en ben je er vooral trots op, meld je dan aan via mail@motoplus.nl. Stuur ook even een foto van je ‘trots’ mee.