+ Plus

Triumph Owners Club Nederland

Wanneer je op de Motorbeurs in Utrecht opeens een bekend gezicht uit een ver verleden ziet opduiken, besef je pas hoe snel de jaren eigenlijk voorbij zijn gevlogen. Want de tijd dat ik zelf lid van de Triumph Owners Club Nederland (kortweg TOCN) was? Gôh, dat was best een poos geleden.

Triumph is het enige ooit legendarische Britse motormerk, waarvan de doorstart niet alleen bij wilde dromen en een paar prototypes bleef. En het grappige van het hele verhaal is dat die ‘doorstart’ ook binnen de Triumph Owners Club Nederland volledig vlekkeloos verliep. Omstreeks 1978 besloot een stel Triumph liefhebbers in café ‘Het Makerijtje’ in Zaandam, dat het tijd was om een club op te richten. Dat werd officieel de Triumph Owners Club Holland, de TOCN dus. Van die oorspronkelijke club zijn nog altijd een heel stel leden van het eerste uur actief binnen de TOCN. Een beter voorbeeld van merk- en clubtrouw is niet snel te bedenken. In de oprichtingsakte van de vereniging is in 1979 als doel vastgelegd: ‘De vereniging heeft ten doel het bevorderen van de motorsport in het algemeen en het beoefenen van die sport met motorfietsen van het Engelse merk Triumph in het bijzonder. De club tracht haar doel te bereiken door het ten behoeve van eigenaren van motorfietsen van het Engelse merk Triumph organiseren van evenementen, het verschaffen van informatie en alle andere wettige middelen welke tot het doel bevorderlijk zijn’. Dorre taal ja, maar ook duidelijk. En tot op de dag van vandaag actueel. Die ‘wettige middelen’ bijvoorbeeld, houden in dat ze je niet met een gebroken bierfles voor je gezicht zullen dwingen je GoldWing in te ruilen voor een Triumph. Natuurlijk beseffen de clubleden dat ze op de beste en mooiste motoren ter wereld rijden, maar ze zijn mild gestemd ten opzichte van mensen die daar, op basis van foute informatie waarschijnlijk, nog niet bekend mee zijn.
De club werd opgericht in de tijd dat de liefde voor het merk de oprichters net zo in het bloed zat als hun vaardigheid om – ook onderweg – te sleutelen en te repareren. Het was de tijd dat de motorrijdersgroet nog niet tot een lifestyle gebaartje was verworden. Je groette elkaar als motorrijder, omdat je je lotgenoten herkende. En als er eens eentje met pech langs de weg stond, dan stopte je om te helpen. Engelse motoren stonden in die dagen nog al eens langs de weg en jij kon de volgende zijn. In 1983 viel het doek voor het originele Triumph in Meriden. Omdat management nu eenmaal meer kapot maakt dan je lief is. Ook toen al. De merknaam Triumph maakte echter de enige geslaagde doorstart van alle gestrande en omgevallen Britse motorfietsfabrikanten, die tot op de dag van vandaag weer met enige regelmaat met veel tamtam herrijzen, om al snel weer in de nevelen der tijd te verdwijnen. De liefde voor het merk is binnen de Triumph Owners Club Nederland maakt gelukkig geen onderscheid tussen oud en nieuw: ook trotse eigenaars van de ‘nieuwe’ Hinckley Triumphs, de machines die door John Bloors passie en zakelijk genie Triumph weer tot een mondiaal succes hebben gemaakt, worden met open armen binnen gehaald. Altijd weer blijkt op de clubtreffens dat de klassiekerrijders en ‘modernisten’ elkaar prima verstaan. En zo hoort het ook!

Dit verhaal kwam, zoals gemeld, tot stand na een toevallige ontmoeting tussen twee oude bekenden. En als twee mensen elkaar na een kwart eeuw plus tegenkomen en het gesprek weer doorgaat alsof het gisteren werd gestart, dan is dat tekenend voor een heleboel gouden herinneringen en een mooi bruggetje naar de TOCN van nu. Een club die met zijn tijd is mee gegaan, maar die qua sfeer prettig ouderwets is gebeven. Het enige dat er echt is veranderd, is de betrouwbaarheid van de motoren van de clubleden. Want de tijd dat je als armlastige student op een afgetrapte Triumph reed, die van ijzerdraad en tape aan elkaar hing, die is voorbij. En de Triumphs die indertijd liefdeloos tussen twee stakingen en een theepauze op een machinepark uit het jaar kruik in elkaar werden geflanst, bestaan die nog? Nou, in uitzonderlijke gevallen wel, maar die overlevenden hebben intussen allemaal zoveel Tender Lovin’ Care gehad dat er zich misschien nog wel eens een probleempje openbaart, maar echt op structurele basis dingen die stuk gaan, nee, dat is verleden tijd. Het legendarische plasje olie onder een geparkeerde Triumph is inmiddels niet meer dan een legende. Als er al eens een druppel onder zo’n klassieke Meriden Triumph ligt, dan betreft het geen lek, maar een machine die netjes zijn plaats markeert. Een warme club dus. Waarom ik dan als schrijver van dit opbeurende stukje toch mijn 91’er 750cc Trident wil verkopen? Omdat ik nu voor een net bedrag een T150 weet te staan, precies de machine die me indertijd in contact gekomen bracht met de TOCN!

Lees meer over

Triumph

Gerelateerde artikelen