+ Plus

Toeren door de Franse Alpen

Vanaf het Meer van Genève stijgt de weg langzaam maar zeker omhoog, de Franse bergen in. Voor me liggen zo’n 700 kilometer puur stuurplezier te wachten. Richting Middellandse Zee, over één van de mooiste motorwegen ter wereld: de Route des Grandes Alpes. Deze toerroute bestaat precies zeventig jaar en verbindt beroemde passen als Col d’Iseran, Col du Galibier en Col d’Izoard. Een weg vol pieken en dalen, vol contrasten en ervaringen. En vooral een weg vol bochten langs spectaculair natuurschoon. Een route die onvergetelijke indrukken achterlaat.Na Col des Saisies wordt het menens met de bergwereld. In het plaatsje Beaufort-Arêches boek ik een kamer, de hotel-eigenaar is president van de regionale motorclub MC Vautours Beaufortians. De voorzitter van ‘de gieren’ heeft me binnen enkele minuten zover dat ik besluit een dag langer in zijn hotel te blijven, om de volgende dag op m’n gemak de door hem aangeprezen secundaire wegen rond de Route des Grandes Alpes te verkennen. Het weer is dan helaas wisselvallig, nu en dan wat regen en boven het stuwmeer Lac de Roselend trekken wolken in razende vaart door de hemel. Ik schuil in het restaurant op de pas, waar ik de tijd doorkom met het verorberen van zo’n klassiek Franse “steack frites” opgevrolijkt met scherpe mosterd en groene sla. Na het middagmaal wil het weer niet echt beteren als ik over een van de mooiste stuwdammen van Frankrijk rij. Toch verveelt de dagtocht over naamloze binnenwegen geen moment.Aan het eind van de dag neem ik een kijkje in de plaatselijke kaasmakerij van Beaufort. Bij elke trede die ik de keldertrap afdaal slaat de kaaslucht me zwaarder op de keel. Kazen groot als karrenwielen rijpen minstens zeven maanden op houten planken.Gelukkig is de penetrante kaaslucht richting Bourg Saint Michel vervangen door frisse boslucht, die dankzij de vele bochten van alle kanten door de helm waait. Het is de volgende dag stralende weer met een strak blauwe hemel, alsof wolken en nevel in het Scheppingsplan niet voorkomen. Iedereen is in een opperbeste stemming. Motorrijders, wandelaars, vissers, fietsers, autotoeristen, militaire colonnes met buitenmaats grote vrachtwagens, campers en wat er verder voor volk op en langs de Route des Grandes Alpes verkeert. De toppen, gisteren onzichtbaar in de grijze hemelsluiers, fonkelen heden in de zon. Die zullen hun witte wintermutsen wel snel kwijt zijn, als dit zonnetje aanhoudt. Hier en daar buldert het smeltwater de steile hellingen af, soms rakelings langs de weg.Cormet de Roselend. Ja, zo heet die pas nou eenmaal, waar alleen mos zich spaarzaam aan de stenen en rotsen weet vast te klampen. Er waait een frisse bries. Zo gaat het voortdurend langs de Route van de Grote Alpen: eerst barst je van de hitte, dan sterf je van de kou. Beneden in de valleien kruipt het doorgaande verkeer, bovenop de passen schitteren berijders van racefietsen en motoren in de tintelende, ijle berglucht. Beneden stik ik in mijn motorpak, en vervloek ik de vrachtwagens, caravans, stoplichten, verkeerdrempels en snelheidsbeperkingen. Boven is het happen naar lucht, heus niet alleen vanwege de kou en het gebrek aan zuurstof! Op elke pashoogte volgt de rituele stop tussen gelijkgezinde weggebruikers. Genieten van het uitzicht, bijkomen van de bochten, hier een knabbel en daar een babbel.In de afdaling wordt de weg steeds smaller, zonder dat het bochtige karakter ervan vermindert. Klimmen en dalen vergen meer van mens en machine dan een stukje tuffen door de Flevopolder. De naald van de benzinemeter daalt net zo sterk als de weg langs de bergwanden richting Bourg Saint Maurice. Hier geen ruimte voor praatpalen, laat staan voor vluchtstrook. Hoe moet het als ik hier zonder peut kom te staan? Op de laatste druppels benzine bereik ik de pomp van de lokale supermarkt, waar ik aansluit in de rij motoren. Ondanks de benauwende hitte haal ik opgelucht adem en neem het vreemde ritueel voor lief: eerst tanken, dan te voet naar de kassa, aansluiten in de rij auto’s, bij het loket de pompier niet verstaan ondanks z’n intercom, mijn helm stotend tegen de kassaruit (want wie zet er nou z’n helm af bij het tanken?), betalen, vingers klem in het geldlaatje, terugsjokken naar de motor, oprijden, aansluiten in de rij auto’s voor de kassa, langs de slagboom manoeuvreren, voorrang verlenen, de weg opdraaien, ein-de-lijk gas geven en meteen weer in de remmen moeten voor de eerste de beste verkeerdrempel.Weer wat geleerd: in het vervolg kijk ik alvast uit naar een pomp als de benzinemeter nog maar half leeg aangeeft. En dan het liefste een gewone pomp, niet zo’n omstandig supermarktgeval. Die paar Eurocentimes extra per liter betaal ik dan grif en graag.Gelukkig daalt de temperatuur ook binnen m’n kokende motorpak al snel bij de gestage beklimming van de Col d’Iseran. In een van de laatste haarspeldbochten voor de top zet ik de motor op z’n zijpoot. Even goed adem halen. En even genieten van het schitterende uitzicht op de wintersportplaats Val d’Isère, het meer daarachter en de omringende bergen. Allemachtig wat is het hier mooi!Vanaf mijn bermplaats bezie ik de wereld, en het passerende verkeer. Een stoet Renault 5’s die iets met een Afrikarally te maken willen hebben. Motoren in alle soorten, kleuren en maten. Fietsers, alleen of in konvooi, zelfs een racefiets model tandem. Een nauwelijks aflatende stroom vehikels passeert mijn tijdelijke standplaats in het leven. Iets verderop in de berm probeert een marmot over te steken. Best groot zo’n beest, die krijg ik liever niet voor de wielen. Gelukkig is dit Alpenwezen gezegend met gezond verstand, of heeft het goed opgelet bij verkeersles: niet oversteken als je verkeer ziet naderen! Het duurt geruime tijd voordat knagemans de asfaltband over kan steken, op weg naar het geluk. Luttele seconden later stort hij zich echter weer in volle vaart en zonder uit te kijken terug over de weg, achterna gezeten door een uitzinnig piepende soortgenoot die zíjn territorium verdedigt:“Jij blijft aan jouw kant van de weg, deze berm is van mij. Gesnopen?”Bovenop de pas buldert de wind op volle kracht. De meeste passanten houden het er dan ook snel voor gezien, en storten zich na de verplichte foto van, bij en/of met het verkeersbord weer aan deze of gene zijde van de hoogste pasweg van Frankrijk naar beneden. Het asfalt rond de pas is voorzien van graffiti, bedoeld om wielrenners van de Tour de France een hart onder de riem te steken. Want de Route des Grandes Alpes is natuurlijk meer dan welke andere weg dan ook onlosmakelijk verbonden met de beroemdste wielerwedstrijd ter wereld.De fameuze bergtoppen zijn ook voor mij beslist de hoogtepunten van deze onvergetelijke motorreis. Maar ik vind het ook lekker om beneden in de vallei het gas weer eens open te schroeven in wat flauwere bochten die zich aan het niveau poldermodel confirmeren. Zo gaat de rit verder, afwisselend over toppen en door dalen. Beneden bij Modane duikt het meeste transitverkeer de 12,5 kilometer lange Fréjustunnel naar Italië in. Ik opteer voor de richting Col de Télégraphe, al snel gevolgd door de even beroemde als beruchte Col du Galibier en Col du Lautaret. Stuk voor stuk de heen- en terugreis al waard en hier nu zo maar allemaal voor dezelfde prijs in de aanbieding. Door die veelheid aan passen is het wel onmogelijk om tijdens zo’n meerdaagse rit elke pas volledig in je op te nemen. Daarvoor is de Moto Guzzi Norge ook te snel, dan moet je deze route eigenlijk per fiets bedwingen. Maar toch zou ik niet graag ruilen met die trage fietsers. Niet eens zozeer vanwege de benodigde conditie, maar juist omdat de snelle afwisseling van indrukken in het motorzadel een heel eigen bekoring vormt.Op de motor krijg je de verschillende bergen, steensoorten, wegen en panorama’s in lekker rap tempo voorgeschoteld.De N91 brengt me vlot en vrolijk langs Briançon, de hoogstgelegen stad van Europa naar het heet. Beroemd om de vestingwerken van architect Vauban, vanuit het zadel zie ik verschillende indrukwekkende bouwwerken op de bergen staan. Nog indrukwekkender: door de natuur gestapelde stenen rond de Col d’Izoard. Zonder twijfel een van de mooiste delen langs de hele Alpenroute. Bij de eenzame herberg onder de pas serveert de familie Guion heerlijke taart bij de koffie. Helaas zijn ook de lokale vliegen er dol op. Allemensen, wat zoemt en fladdert het hier rond de pas, het is hier toch niet toevallig een vuilnisbelt? Hoewel: enkele kilometers in de afdaling ná de pas slingert de weg door de casse deserte, wat losjes vertaald “verlaten puinstort” betekent. Bizarre stenen, door de elementen vormgegeven trekken heel wat bekijks vanaf de uitzichtspunten langs de weg.Beneden sta ik voor de keus. Variant 1 van de Route des Grandes Alpes loopt westwaarts via het Lac de Serre-Poncon. Vanwege het massatoerisme op en aan dat meer kies ik voor variant 2 via de ruige Col de Vars. Bij Jausiers moet ik opnieuw kiezen tussen Col de la Bonnette en Col de Cayolle. Allebei klassiek, elke weg heeft zijn eigen schare liefhebbers. Gelet op de stand van de wolken opteer ik voor de laatste richting. Na Barcelonette sla ik linksaf en stijg over een zeer nauwe weg door de volgende parel van de Alpen: de Gorges du Bachelard. Het wegdek is niet alleen zeer smal (verboden voor vrachtwagens en caravans: wat een feest!), maar ook hier en daar tamelijk hobbelig. Toch betreur ik mijn keuze voor deze variant geen seconde, daarvoor is de omringende natuur, ook in druilerig weer, eenvoudigweg te mooi. Prachtige steenformaties, met grillige vormen in diverse lagen: recht, schuin, horizontaal, vertikaal, diagonaal en nog allerlei varianten daartussen. Ooit met zóveel kracht uit de aarde omhoog geslingerd, dat zelfs het koppel en de acceleratie van mijn stoere 1200 uit Mandello del Lario daarbij zouden verbleken.De Route des Grandes Alpes volgt geen vastomlijnd parcours, maar beschrijft meerdere varianten. Daarbuiten kan ik zelf óók nog naar hartelust zijwegen inslaan, zoals vanaf Saint-Martin-d’Entraunus naar Beauvezer via de Col du Champs. Een regelrechte aanrader, in geen enkele reisgids beschreven. Helemaal zelf ontdekt! En in Beauvezer stuit ik op Hotel le Bellevue. Een hotel met als doelgroep motorrijders en als hoteleigenaren Leo en Karin de Lijster. Uit Nederland hierheen getrokken om mij onderdak en restauratie te bieden in passende ambiance, tegen schappelijke prijzen. Hier blijf ik graag ’n dagje hangen om bij te tanken en opgedane indrukken te verwerken.Terug op de hoofdroute via Col de Cayolle blijkt dat ik mijn lesje goed heb geleerd. Een blik op de kaart is genoeg voor het besluit mijn eigen Route des Grandes Alpes samen te stellen. Het geplande ererondje via Gorges de Daluis en Gorges du Cians overtreft m’n door indrukwekkend lijnenspel op de kaart hooggespannen verwachtingen. De Gorges de Daluis zijn ronduit spectaculair, als een schaalmodel van die Grote Canyon aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Maar dan wel een stuk makkelijker te bereiken vanuit Nederland.Eigenlijk moet ik deze canyon in tegengestelde richting rijden. Want dan ga je niet door de tunnels, maar over de bruggen die aan de dalzijde zijn geslagen, tunnels voor verkeer de ene kant op, bruggen voor de andere richting. Dus rij ik de vallei gewoon nóg een keer heen en weer, zo lang is-ie nou ook weer niet. En buiten het bochtenverloop is ook het uitzicht de extra benzinekosten dubbel en dwars waard. Zo pik ik ook mooi het weggetje aan de andere kant van de vallei mee, langs de camping, daarna onverhard maar zo kom ik legaal over de Pont de Mariée te rijden, waar volgens de legende een kersverse bruid in het water verdween, toen ze besefte dat haar bruidegom het met de huwelijkse trouw niet zo nauw nam. Tegenwoordig springen mensen voor hun plezier vanaf de ‘bruidenbrug’, maar dan met een elastiek aan hun enkels. Mij niet gezien trouwens, ik krijg al de bibbers als ik hier links en rechts over de brugleuning kijk, naar het op de rotsen schuimende water tachtig meter lager. Ik laat de Guzzi weer knallen en moeder natuur goochelt de ene verrassing na de ander uit haar hoge hoed. Zo mooi kan geen beëdigde en officieel erkende kunstartiest het verzinnen. Het schuimende water van de Var diep naast de weg. Al die kriskraslijnen in de rotsen, die grillige vormen, hoe krijgt ze het voor elkaar. Kleurenblinden missen beslist het fascinerende palet, waarin een dieprode kleur in het gesteente overheerst. Aha: rijk aan mineralen dus, net als de vitaminepillen van het Kruitvat! En inderdaad werd in de Gorges de Daluis naar goud gezocht, en koper gedolven. De Romeinse centurion Caïus Aliens Severus stichtte het huidige dorp Daluis, waar zowaar wijn wordt gemaakt, met een eigen kleur rood en een eigen karakter. Niks voor de export of verkoop: alleen de allerarmsten zagen zich genoodzaakt hun kostbare druivensap te gelde te maken. De rest hield de wijn lekker voor eigen consumptie, wat gelukkig niet geldt voor de spectaculaire weg, die gewoon openbaar is en niks proprieté privé of route barrée.Parallel en terug naar de hoofdroute der Grote Alpen loopt de weg door de eveneens wonderschone Gorges du Cians. In Nederland nergens vergelijkbaar bochtenwerk, hier achteloos naast elkaar neer gesmeten, op één grote hoop. Doe je er je voordeel mee! Ook de wat ‘mindere’ (lees: minder hoog dan 2000 meter) bergpassen mogen er zeker zijn. Via Col Saint-Martin, Col de Turini en Col de Castillon daal ik langzaam maar zeker af naar zeeniveau. Als in een droom liggen ineens de bergen achter me, en het blauwe water van de Middellandse Zee voor me. Ik ben een onvergetelijke ervaring op de motor rijker wanneer ik de Moto Guzzi aan de kust omdraai en weer huiswaarts keer. En het allermooiste is: tussen hier en daar ligt een prachtige weg voor me klaar, over de meest spectaculaire paswegen die de Franse Alpen rijk zijn![[kasten 1]]LA ROUTE DES GRAND ALPES VIERT FEESTZeventig jaar geleden, op 10 juli 1937 om precies te zijn, opende de Franse president Lebrun de weg over Col d’Iseran. Het was de laatste schakel in het initiatief dat door de Touring Club de France in 1909 was gestart, met als doel de mooiste Alpenpassen met elkaar te verbinden. Puur een toeristische weg, niet aangelegd uit militaire of economische overwegingen. Met de opkomst van ‘het automobiel’ nam ook de populariteit van de Route des Grandes Alpes toe. Anno 2007 is het een klassieker voor motorrijders. En voor fietsers die in het griezelig smalle bandenspoor van hun illustere helden zwoegen.De route is normaal gesproken in zijn geheel te rijden vanaf eind mei tot begin oktober. Maar ook in de zomer moet je op deze bergpassen soms op slecht weer rekenen. In 1996 werd de Tour de France op de Col d’ Izoard bijvoorbeeld dwars gezeten door hevige sneeuwstormen! Hou dus rekening met een plotselinge weersomslag. En met de grote temperatuurverschillen tussen de dalen en de bergtoppen.De Route des Grandes Alpes is op de motor in drie dagen te rijden, wil je het wat kalmer aan doen, onderweg wat bekijken of hier en daar van de route afwijken voor wat extra kilometers, dan moet je met minimaal vijf dagen rekenen.De Route des Grandes Alpes in cijfers:10 juli 1937: officiële opening van weg over Col d’Iseran door de Franse president Lebrun.697 kilometer: dat is de lengte van de hoofdroute, die loopt van Thonon-les-Bain aan het Meer van Genève naar Menton aan de Middellandse Zee. Van die 697 kilometer voeren er 629 over departementale en 68 over nationale wegen.6 departementen: De Route des Grandes Alpes loopt door zes Franse departementen: Haute Savoie, Savoie, Hautes Alpes, Alpes de Haute Provence, Alpes Maritimes en l’Isère.3 nationale parken: De weg voert door drie nationale parken. Daarnaast doet hij nog twee regionale parken. 16 alpenpassen: De route des Grandes Alpes loopt over zestien Alpenpassen, waarvan Col d’ Iseran met 2770 meter de hoogste is. Daarnaast liggen er nog vijf andere passen boven de 2000 meter.[[kasten2]]INFOMeer weten over deze specifieke Route des Grandes Alpes? De Franse kaartenmaker IGN (Institut Geograhique National) heeft een speciale wegenkaart gemaakt met de meest gangbare varianten van de Route des Grandes Alpes erop. Naast de hoofdroute (waarbij je af en toe al moet kiezen uit enkele opties) bestaan er ook nog een flink aantal extra lusjes en ommetjes. Deze kaart is langs de route in winkels, via toeristenbureaus en bij benzinestations te koop.Uitgeverij Gallimard brengt een prachtig boek over de Route des Grandes Alpes op de markt, maar helaas is dat alleen Franstalig verkrijgbaar via ISBN 2 7424 0565 8.Voor meer toeristische informatie en het aanvragen van folders kun je terecht bij het Maison de la France, het Franse verkeersburo. Bestellen (of downloaden) gaat het beste via hun website: www.franceguide.comMeer specifieke informatie over dze toerroute vind je op: www.routedesgrandesalpes.com www.rhonealpes-tourisme.comwww.areches-beaufort.com OVERNACHTENLangs zo’n toeristische toppenweg is de horeca natuurlijk ruim aanwezig en het vinden van plekken om te eten, drinken en slapen is dan ook geen probleem. Motorrijders zijn nadrukkelijk van hartelijk welkom in de volgende hotels:Hotel les AncoliesLudovic BlancRoute du Grand Mont 73270 Areches-BeaufortTel +33 4 7938 1067www.hotel-les-ancolies.com Hotel le Chastellan06470 ValbergTel +33 4 9302 5741www.le-chastellan.comHotel le BellevueKarin en Leo de LijsterPlace du Village04370 BeauvezerTel +33 4 9283 5160www.lebellevue.euPlaats hier uw tekst

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...