+ Plus

Test 8 integraalhelmen

Pech voor de stoere koppen: zonnebrillen zijn helemaal uit, geïntegreerde zonnevizieren zijn de nieuwe norm. Althans bij integraalhelmen voor sportieve toerrijders. Kortom, geachte MC Boulevard: lees deze test en kies jullie nieuwe hoofddeksels!

Een oude zonnebrillendragers-wijsheid luidt: ‘It’s never too dark, to be cool’. Maar helaas, dat is het wel! Wie ooit tijdens een ietwat overmoedige, zonnige Alpenrit met zonnebril op en een stevig tempo een onverlichte, verrassenderwijs als bocht uitgevoerde en van nat asfalt voorziene tunnel is ingedoken, die weet maar al te goed dat het wel degelijk te donker kan zijn voor een zonnebril. Onder die omstandigheden is een donker vizier een stuk veiliger dan een zonnebril, een vizier kun je immers snel open zetten.
Maar het hoeft niet eens persé zo’n griezelige onverlichte Alpentunnel te zijn. Ook het vroege voorjaarsweer in april kan al van die snel wisselende lichtomstandigheden geven. Dan is het al erg praktisch als je met een korte beweging van je linkerhand voor een stukje lichtdemping of juist voor helder zicht kan zorgen. En precise dat wordt mogelijk gemaakt door een geïntegreerd zonnevizier in je helm. Inmiddels heeft bijna elke helmfabrikant, afgezien van Arai, minstens één zo’n model in zijn programma. En het enorme verkoopsucces bewijst het gelijk van deze trend.
Volgens inschatting van marktonderzoekers is inmiddels meer dan de helft van alle verkochte integraalhelmen met zo’n constructie uitgerust. Integraalhelmen zonder zonnescherm worden bijna alleen nog verkocht aan sportieve rijders, die voor racegebruik of de zonnige uren de moeite nemen een donker vizier te monteren. Of in de allerlaagste prijsklasse, waar elke euro kostenbesparing telt. De meerderheid echter, wil een geïntegreerd zonnescherm. Reden genoeg om dit jaar dit ype helm aan een test te onderwerpen.
We beperkten ons bij de uitnodiging aan 23 leveranciers expres niet tot een specifieke prijscategorie, zodat we eveneens konden achterhalen of de prijs ook daadwerkelijk van invloed is op de kwaliteit. Het antwoord kunnen we alvast geven: ja en nee. Ook op andere vlakken bleef de de test ruim van opzet: het moest gaan om een actueel verkrijgbaar model, dat uiteraard voldoet aan de ECE-R 22.05 norm, met als doelgroep sportieve toerrijders, en dan met de nadruk op rijders van naked bikes.

Uiteindelijk kwam het tot een testgroep van acht modellen. Geen wereldschokkend aantal, maar toch een redelijk breed assortiment, dat laat zien wat er momenteel voor 150 tot ruim 600 euro te koop is. Naast oude bekenden als de Schuberth S2 en de Held Brave, kwamen er ook nieuwkomers aan bod zoals de HJC RPHA ST (over zinnenprikkelende namen gesproken). Op onze bekende manier van testen was het voor de kandidaten zaak om zowel in de praktijk- als laboratoriumtesten zoveel mogelijk punten te verzamelen. Bij die laboratoriumtest werd eens temeer duidelijk dat de helmfabrikanten de laatste jaren veel aandacht hebben besteed aan de verbetering van de schokdemping bij impact. Tijdens de première van ons aangescherpte testprotocol, nu vier jaar geleden, zaten veel modellen bij de valtest met 7,5 m/s op de rechterzijde nog boven de 200 g qua versnelling (de ECE-limiet ligt bij 275 g, waarbij 1 g een versnelling van 9,81 m/s2 betekent). Deze keer echter zagen we, op één kleine uitzondering na, enkel nog maar waarden onder de 200 g. Voor de voor de puntentelling relevante HIC-waarde (zie kader ‘De helmen op de pijnbank’) stelden we vier jaar geleden de nog ietwat utopische streefwaarde van 1.000 punten in, deze waarde kwam nu zowaar bijna binnen bereik. HJC en Airoh hoeven niet veel meer te verbeteren om dat te gaan halen, maar ook de rest van het testveld leverde behoorlijk goede waarden. Ook bij de (niet voor de puntentelling meetellende) impacttest op de kin bleek dat er het een en ander is verbeterd, wat vooral werd aangetoond door Shark en Held, die schitterden met verrassend lage g-waarden.
Alles bij elkaar sloegen de testkandidaten een goed tot zeer goed figuur in de laboratoriumtest. De spreiding in punten is minimaal, met een laagste score van 17 en een hoogste van 20. Dit toont in elk geval aan dat de schokabsorptie (demping) niets met de prijs te maken hoeft te hebben.

Het was dus de praktijktest die het onderscheid tussen de winnaars en verliezers zou bepalen. Daarbij werd al snel duidelijk dat de prijs hier wel een rol speelt. Bijvoorbeeld bij de uitrusting, want een standaard aanwezig Pinlock-vizier, dat als een soort dubbel glas beslaan van je vizier tegengaat, is bij een aanschafprijs van 150 euro moeilijk te realiseren. Desondanks zijn de twee budget-helmen van Caberg en Held al wel voorzien van Pinlock-voorbereiding en kun je ze voor zo’n 30 euro eenvoudig alsnog met zo’n anticondensvizier uitrusten.
Onafhankelijk van de prijs zijn er tegenwoordig bepaalde voorzieningen standaard die tien, vijftien jaar geleden alleen in de hoge prijsklasse te vinden waren. Zo zal het de oplettende lezer niet zijn ontgaan dat het aspect ‘uitneembare en wasbare binnenvoering’ niet meer expliciet wordt genoemd bij de uitrusting; dat behoort namelijk inmiddels tot de vanzelfsprekendheden. En kon je een paar jaar geleden nog hele alinea’s schrijven over vingernagelverwoestende vizierwisseldrama’s, ook dat probleem is inmiddels grotendeels opgelost. Bij bijna alle helmen gaat dat supersnel en eenvoudig. De lichte kritiek op het wisselen van het ROCC-vizier is al een beetje muggeziften en voornamelijk te wijten aan het feit dat er voor de 550 Full Carbon geen specifieke gebruiksaanwijzing voorhanden is, waardoor je dit zelf moet zien uit te vogelen.
Aan de andere kant hebben sommige helmfabrikanten in de afgelopen jaren weinig of niets bijgeleerd. Wat de vormgever van het Shark-vizier precies bezielde toen hij het lipje voor het openen ontwierp, dat blijft een raadsel. Feit is in elk geval dat het betreffende onderdeeltje vanwege de onmogelijke bediening voor serieuze ergernis zorgt. Enkele voor ventilatieschuifjes en –klepjes verantwoordelijke ingenieurs zouden ook uit schaamte door de grond moeten zakken, want de dodelijke combinatie ‘lastig te bedienen’ en ‘vrijwel zonder effect’ komt nota bene meerdere malen voor.

Wie de tabel met de einduitslag eventjes goed bekijkt, zal snel zien waar de verschillende modellen hun sterke en zwakke punten hebben. En zo is het in onze helmtest ongeveer zoals in het echte leven: wie geen echt zwakke punten heeft en steeds lekker punten verzamelt, die zit aan het eind van de rit helemaal voorin. Dat geldt dit jaar voor de HJC RPHA ST, die een fraaie serie HJC-testzeges voortzet en bewijst dat de grootste helmfabrikant ter wereld niet alleen goedkope, maar ook echt goede helmen kan maken. De eigenlijke verrassing komt echter van Airoh, een Italiaans merk dat door onze testers tot nu toe altijd als een degelijke, maar niet spectaculaire middenvelder is beoordeeld. De Airoh Movement is echter een flinke klasse beter: hulde! Dat verandert overigens niks aan het gegeven dat deze test je weliswaar helpt bij het oriënteren, maar dat je persoonlijke favoriet helemaal anders kan zijn!

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...