Techniek: Ecomaxx alkylaatbenzine
Ecomaxx Bikefuel is geen ontwikkeling van een grote oliemaatschappij en wordt ook niet verkocht via tankstations, maar door motordealers. De oorsprong van dit Nederlandse product ligt in alkylaatbenzine, een overwinteringsbrandstof voor de bos- en tuinbouw. Ook veel motorfietsen staan in de winter stil en daarom heeft Ecomaxx deze stabiele brandstof die niet vergomd daarvoor doorontwikkeld. Is het wat? Levert je motor hiermee wel zijn maximale vermogen? En hoe is de gasrespons? Dit schreeuwt om een test op vermogensbank en circuit. Leuke bijvangst: Ecomaxx heeft net een racebrandstof gebaseerd op alkylaat gepresenteerd en die nemen we eens onder de loep.
Om meteen met de deur in huis te vallen: in het kaderstuk ‘vermogensbank’ is te zien dat de vermogensverschillen klein zijn. De overwinteringsbrandstof levert zelfs het meeste topvermogen en middengebied. Kijk, dan sta je al met 1-0 voor! Want je wilt natuurlijk niet dat je trots in het voorjaar wél goed start, maar vervolgens tijdens je eerste stralende voorjaarsrit een sloom ding blijkt te zijn. Tijdens de afgelopen Ducati Club Races op Assen hebben we de brandstoffen ervaren met een Triumph Daytona 675R voor wat betreft gasreactie, rijdbaarheid en dataloggen we snelheid en temperaturen. Deze zaken zijn allemaal in de kaderstukken beschreven.
Op de vrijdag is er tijd voor vier trainingen van elk 20 minuten. We rijden eerst met Euro95, dan met overwinteringsbrandstof Bike Fuel 4 en tot slot met racebenzine R102. De Competition 102 laten we achterwege, gezien het kleine tijdsbestek. De eerste drie sessies zijn droog en hier is de Bike Fuel 4 gevoelsmatig de fijnste brandstof, vooral de gasrespons in bijvoorbeeld Ossenbroeken, waar je lang onder grote hellingshoek rijdt en dus aan het gashendel aait, is de reactie direct en scherp, op een plezierige manier. Als het ware boterzacht en toch direct. Goed hoor! R102 biedt dit gevoel ook. Op de Veenslang lijkt de Triumph met Bike Fuel 4 op hoge toeren het beste door te lopen en dit wordt gestaafd door een 3 km/uur hogere topsnelheid. Na deze eerste drie sessies besluiten we om de rest van het weekend met Bike Fuel 4 verder te rijden. Die missie is alvast geslaagd.
Gedurende deze vrijdag is het fascinerend om te zien hoe heerlijk het rijwielgedeelte van de Triumph reageert op veranderingen. We rijden na een rondje of vijf 1.54, maar na wat aanpassingen stuurt motor veel beter en gaat de tijd naar 1.51. Na het verlagen van de bandenspanning van de Bridgestone R10’s van 1,9 naar 1,8 bar koud, gaat de tijd naar 1.50. Ik rij lekker door, maar het heeft eigenlijk nog weinig met racen te maken, want het opbouwen van snelheid begint nu pas.
De vierde sessie regent het en dat is briljant, want zo kunnen we een setting proberen, mocht het regenen op zondag. Zaterdag rijden we twee kwalificaties. De natte gaat briljant, pole in de Thunderbike-klasse en zevende overall. Net voor de tweede kwalificatie begint, begint de zon te schijnen en verschijnt rap een droog spoor. De Bridgestone semi-slicks gaan erin, maar deze zijn niet opgewarmd. We hebben slechts een paar rondjes en ik krijg onvoldoende grip op deze ijskoude baan, maar na behoorlijk wat beweging in die eerste paar rondjes is mijn animo om volgasbochten als Ruskenhoek of Meeuwenmeer ‘tegen de stuit’ te nemen tamelijk laag en de matige twaalfde tijd is mijn verdiende loon.
Zondag is racedag. Vlak voor de Thunderbike-race begint het te regenen. Wielen met regen-Bridgestone’s erin en na een opwarmronde stellen we ons in de vierde rij aan de rechterkant op, hartslag hikt richting 200, toerental richting 12.000, rode lichten doven en ik heb een superstart! Ik dender twee rijen dikke superbikes voorbij en amuseer mezelf een hoedje. Kies voor de buitenbocht, steek nog twee man buitenom voorbij, maar geef wat ambitieus gas waardoor de achterkant een serieuze stap opzij zet en ik de grip buiten de kerbs moet testen.
Gelukkig kan ik weer enkele rijders voorbij in Ossenbroeken en bij het ingaan van de Strubben prak ik de slanke Engelse nog binnendoor, waardoor ik al op de vierde plek rij. Meer verbaasd ben ik dat in de lange sprint over de Veenslang niemand definitief voorbij komt. Ik rij achter een Panigale 1299 en het duurt eventjes voordat ik daar voorbij ben en blijf. Arie Vos is van polepositie direct vertrokken met zijn KTM Superduke 1290R en goed ook. Die is weg. De tweede man is ook een aardig stuk weg en halverwege de wedstrijd realiseer ik me dat een derde plek eigenlijk wel mooi is.
Maar wacht even, wat is dit nou voor slappe hap? Ook voel ik dat ik met reserve rijd en besluit ik om twee rondjes aan te zetten om te zien hoe dat uitpakt. Precies dán gaat het weer hard regenen, maar nu zet ik door ook. Achteraf blijken de rondetijden ondanks die regen gelijk te blijven en ik ben in een wip en een zucht aan het achterwiel van de gele Aprilia RSV4. Nog twee ronden te gaan en als hij bij het uitaccelereren van de Strubben omkijkt, steek ik mijn duim omhoog. Ik volg eenvoudig en merk dat ik overal grip over heb, waardoor ik er eigenlijk overal voorbij kan. Inhalen van een machine met 60 pk meer moet je even goed plannen en dus wacht ik tot de laatste ronde, bij het ingaan van de Stekkenwal. Beetje wijd laten lopen, nu maximaal aanzetten, hard remmen voor de Bult, hard gasgeven zorgt ervoor dat op een kletsnatte baan het voorwiel opgetild wordt (briljant!), Mandeveen/Duikersloot strakke lijn rijden, vól open door Meeuwenmeer, dapper door Ramshoek, ik hoor die V4 niet meer, toch verdedigend door de GT en de tweede plek is mijn deel. De slechte generale van zaterdag bleek een mooie opmaat voor de race op zondag en dat is wat telt. Dit artikel begon met de vraag of een overwinteringsbrandstof wel iets zou zijn en wat betreft de Bike Fuel 4 kunnen we gerust stellen dat alles super is.