+ Plus

Simmer Dim op de Shetland Islands

Terwijl een hard-rockband keihard zijn best doet, komen de ‘silly-games’ op gang. Een feestganger probeert met een zwaar elastiek om zijn middel en lurkend aan een pint bier zover mogelijk weg te lopen. Een ander slingert zich snel tien keer achtereen om een paal, om vervolgens tussen een rij biervaten te slalommen. Met zoveel drank op gaat dat, tot grote hilariteit van het publiek, natuurlijk niet goed. Weer applaus en gejuich! En nog meer bier, van de Walhalla-brouwerij. We zijn op de Simmer Dim-rally op de Shetland-eilanden. Om te genieten van deze gekkigheid. Maar meer nog om te genieten van de schitterende motorwegen op deze eilandengroep tussen Schotland en Noorwegen.
Uit alle hoeken van Groot-Brittanië komen ze. In 2006 alweer voor de 25e keer. Ze zijn hier voor een feestje bij het dorpje Vidlin, in the middle of nowhere op de Shetland-eilanden. Officieel vieren de Engelse motorrijders hier de langste dag – de ‘Simmer Dim’ – maar waarschijnlijk zal het iedereen worst wezen wat nu precies de aanleiding is. Het is de gezelligheid waar het om draait. En hoewel er nog maar weinig nuchter zijn, is er geen greintje agressie te bekennen. Degenen die niet meer overeind kunnen blijven, verdwijnen rustig naar hun tentje in het weiland achter de grote feesttent.
Maar de honderden feestgangers zijn niet alleen voor de Simmer Dim-rally naar de Shetlands gekomen. Ze zijn ook gekomen voor de fantastische motorwegen op de eilandengroep ten noorden van Schotland. En tussen de feestelijkheden door kom je de motorrijders rond de 21e juni tegen in alle hoeken van deze eilandengroep, want je kunt hier geweldig motorrijden. Dankzij de oliewelvaart en de dikke portemonnee van het ministerie van Defensie zijn veel van de slingerwegen door het open landschap van uitstekende kwaliteit. En vanwege het geringe aantal eilandbewoners zijn ze ook nog eens on-Europees leeg. Hoewel je wel constant op de hoede moet blijven voor loslopende schapen…
 
De reis naar de Shetland-eilanden is overigens al een mooie vakantie op zich. Zeker vanuit Nederland, want dan is de veerboot tussen IJmuiden en Newcastle de aangewezen overtocht. ‘s Avonds rij je in IJmuiden de boot op en kan je vakantie beginnen. Je eet en drinkt wat, slaapt in de gereserveerde hut en de volgende morgen rij je na een broodje de boot af, zo Engeland binnen.
En net buiten Newcastle begint het betere stuurwerk al op de A696, die arm aan verkeer en rijk aan bochten is. Samen met de fantastische vergezichten over een leeg landschap van gras, graniet en heide, brengen die je direct al in een feeststemming.  Grauwe stenen muurtjes geven lekker ver vooruit al aan hoe de weg loopt. De zware vierpitter neuriet onder mijn kont.
Na de Schotse grens – in de Cheviot Hills – komen we in een meer bosrijke omgeving en worden de bochten ook korter. Langs de weg naar Edinburgh staan trouwens zeker twintig flitskasten en hoewel ze niet allemaal een camera bevatten, weet je maar nooit. Het goede nieuws is wel dat ze opvallend geel geverfd zijn.
De monumentale spoorbrug over de Forth of Firth is een mooie plek voor een korte lunchpauze en ik neem de afslag naar het schilderachtige dorpje South Queensferry. De brug blijkt nog steeds deels ingepakt in steigerwerk en witte plastic zeilen. De schilderbeurt van de oranjerode constructie lijkt eindeloos door te gaan. Het geeft de brug nu al een paar jaar de waardigheid van een oorlogsslachtoffer. Het lullige trammetje dat juist over de brug reutelt past overigens ook niet in het beeld. Hier hoort eigenlijk een zware stoomlocomotief voorbij te stampen!
In veel dorpjes langs de kustweg ten noorden van de brug blijken 30 kilometerzones te zijn ingesteld. Wel veilig voor de inwoners, maar niet aantrekkelijk meer voor ons motorrijders. Het wordt pas weer goed op de A92 vanaf Dundee. Relaxed en toch snel zoef ik richting ferry in Aberdeen. Onderweg neem ik nog een korte pauze bij een dorpje net ten noorden van Montrose. Vanaf de top van een klif kijk ik neer op het strand en een vissersgehucht. Het is een beetje heiïg en de horizon is afwezig. Een passerende mammoettanker lijkt daardoor in de lucht te hangen.
 
De veerboot Hrossey is schoon en het vriendelijke personeel laat me de motor zelf vastzetten. Met m’n eigen sjorbanden zet ik de fiets klem tegen een beklede bok. De FJR1300 is de enige motor vandaag. De Simmer Dim-gangers komen kennelijk pas later.
Als ik ’s morgens vroeg van de boot rij, staat mijn Shetlandse motormaat Colin al te wachten. Hij is op zijn antieke BSA. Zijn oude Kawa ER-5 is niet meer; die ging kortgeleden total-loss, toen een plotseling overstekende auto hem van de weg veegde. Afgezien van een paar gebroken ribben, een geperforeerde long en een kapot sleutelbeen bracht Colin het er nog relatief goed af, al is hij volgens eigen zeggen nog niet helemaal de oude. Hij doet het ook opvallend rustig aan en ik zie ons de komende dagen ook niet samen lange ritten maken.
Via een smal asfaltweggetje vol schapenkeutels slingeren we direct naar het uiterste westpuntje van de Shetlands, waar de roodbruine kliffen van Eschaness dramatisch overgaan in de Atlantische Oceaan. Onderaan de tientallen meters hoge muur van basalt en zandsteen slaan grote golven witschuimend te pletter. “Bij storm vliegen de golfkoppen over de rand,” zegt Colin. “Dan kun je hier boven de vissen oprapen.” Brrr, ik vind het nu al vreselijk winderig.
De volgende dag al begin ik echter te begrijpen wat Colin bedoelde. Als de kleine ferry naar Unst – stampend en slingerend – tegen de zuidwester in nadert, zie ik grote witte golfkuiven over het autodek slaan. Lekker, als je daar onbeschermd op je fiets zit om het zaakje overeind te houden! Ik besluit vandaag maar niet naar Unst te gaan en een toer over het eiland Yell te maken.
 
Yell is net zo boomloos als de overige eilanden. Gedurende de ijstijden hebben bulldozerende gletsjers alle scherpe vormen uit het landschap weggeschraapt. Gedurende de volgende 7.000 jaar is hier een dik veenpakket ontstaan dat de kale bulten van rode zandsteen, graniet en oeroud ‘gneiss’ met een metersdikke laag heeft afgedekt. De eilanders profiteren ervan. Her en der liggen rijen baksteenvormige turfjes te drogen, voordat ze de kachel in kunnen. Niet de meest milieuvriendelijke brandstof, maar wel helemaal gratis.
De wind heeft hier ook op het land vrij spel. Hij rukt, trekt en klappert, terwijl ik zwalkend voorttuf. Af en toe probeert mijn opwaaiende helm mijn kaak uit de kom te trekken. Ik zie mijn vizier en mijn windscherm geleidelijk aan troebel worden van het zeezout in de lucht. Sommige schapen lijken half uit hun jas gewaaid en een doorgaans watervlugge watersnip hangt nu stil in de wind.
Bij het gehucht Groul ontdek ik een monument voor 58 vissers, die in 1881 op zee bleven tijdens een enkele storm. Ze waren in hun open roeiboten uitgevaren op de oceaan, toen ze werden overvallen door het noodweer. Een stenen moeder – met kind op de arm – staat nu te wachten op de mannen die destijds spoorloos verdwenen. Ik moet even denken aan Urk, waar een vergelijkbaar beeld het vissersmonument aan het IJsselmeer markeert.
Ook het eiland Yell ligt vol met verlaten en halfingestorte stulpjes. Ze zijn een tastbare herinnering aan de vele kleine boertjes (‘crofters’), die in de 19e eeuw massaal van hun kleine lapjes grond werden gesodemieterd door de grootgrondbezitters. Die wilden hun bezit winstgevender maken met grootschalige schapenteelt. Kennelijk is de ontruiming in grote haast gebeurd, want er is nogal wat achtergebleven. In een van de ruïnes vind ik nog een halfvermolmde stoel, een roestig frame van een gietijzeren ledikant, en warempel ook nog een ouderwetse geëmailleerde pispot.
In Ulsta ligt de ferry terug naar het hoofdeiland al te wachten. Hoewel deze veerboot een stuk groter is dan die naar Unst, parkeer ik voor alle zekerheid maar vlak achter een grote vrachtwagen; een zoutwaterdouche kan ik missen als kiespijn.
 
Terug in ‘hoofdstad’ Lerwick wandel ik door Fort Charlotte, dat uitkijkt over de haven. Het bolwerk is gebouwd in 1665, tijdens de Tweede Nederlandse Oorlog. Kort daarvoor hadden de Nederlanders de Shetlanders fors afgerost in Lerwick. Kennelijk zat er toen dus even een dipje in de relatie. Onze vissers vingen namelijk toen al de haring bij de Shetland-eilanden en ze dreven en passant handel met de eilanders.
Terwijl ik langs de gietijzeren kanonnen over de baai tuur, schuiven plotseling zes Noorse torpedoboten mijn beeld binnen. De vaartuigen – twee zijn uitgevoerd in drijfijscamouflage – meren af aan de kop van de haven. Ze zijn hier als onderdeel van een Navo-oefening, verneem ik later.
De haven van Lerwick biedt sowieso een boeiend schouwspel van grote en kleine veerboten, zeiljachten en andere interessante vaartuigen. In de industriele hoek liggen een paar gigantische oceaantrawlers hun ruim via een dikke slang te lossen. Met dergelijke zeestofzuigers kan ik me wel voorstellen waarom vangstquota nodig zijn!
De volgende dag is het vrijwel windstil en zonnig. Ik grijp mijn kans en ronk noordwaarts naar het Hermaness. Daar, op het uiterste noordpuntje van Shetland, ligt een wereldberoemde zeevogelkolonie. Een wandelpad over deinend veenland brengt me naar de rand van een ijzingwekkend hoge klif. Over de zwartblauwe oceaan onder me hangt een laag van Jan van Genten, zeekoeten en stormvogels, die allemaal op, in en tegen de rotsen nestelen.
Tot bovenin de klifrand zitten holen van papegaaiduikers, koddige zwart-witte clowntjes met een grote kleurige snavel. Terwijl ik het schouwspel in stilte bewonder, zie ik vanuit een ooghoek een papegaaiduikerkop pal naast me uit een gat opdoemen. Zodra de dreumes me in de gaten heeft, neem’ie een spurt, om zich vervolgens in volle vaart over de rand te storten. Vandaag kijk ik tevergeefs uit naar walvissen of reuzenhaaien, die hier regelmatig te zien zijn.
Op de terugweg wip ik aan bij de Walhalla-brouwerij aan de Baltasound. In een schuur naast zijn huis maakte ex-brandweerman Sonny Priest hier van de nood een deugd. “Toen ik overbodig werd op het vliegveldje vlakbij, maakte ik op mijn afscheidsborrel het geintje dat ik dan maar bier zou gaan brouwen,” vertelt hij. Nu, tien jaar later, produceert hij in zijn eentje meer dan tweeduizend liter per week, in acht verschillende soorten.
Naast White Wife en Auld Rock, brouwt Priest sinds kort ook Island Bere. De basis is een oud haverras – ooit op de eilanden geïntroduceerd door de Vikingen – dat tegenwoordig weer op de Shetlands wordt verbouwd. Als hofleverancier van het motorrijdersfeest heeft hij uiteraard ook een ‘Simmer Dim Beer’ in zijn assortiment.
 
De veersteiger van Yell blijkt ook het aanlegpunt voor het pontje naar Fetlar. En laat die nou net op punt staan om te vertrekken. Een te mooie kans om te negeren. Een half uur later kar ik daar over de enige weg oostwaarts. Het is hier echt afgelegen. Er wonen hier niet meer dan 60 mensen. Zelfs de zeldzame grauwe franjepoten die in het vogelreservaatje verderop moeten huizen, laten zich vandaag niet zien. Het enige dat opvalt is een mysterieus ogende toren-met-ruïne van een 19e eeuws buitenverblijf. En een ouderwetse rode telefooncel vol hanggeraniums onderweg.
De veerdiensten vanaf Yell naar Unst en Fetlar zijn sinds kort overigens gratis, zo blijkt. Dat om de eilandbewoners aan te moedigen om er te blijven wonen. Ooit woonden er 900 mensen op Fetlar, maar de meesten konden er hun brood niet meer verdienen.
Terug op het vasteland rij ik nog even langs het gehucht Vidlin, waar de eerste feestgangers nu zijn gearriveerd. De weide bij het dorpshuis staat al vol met tientallen koepeltentjes met de motor ‘voor de deur’. De zijstandaard rust zonder uitzondering op een geplet bierblikje en onder het bijpraten wordt er al flink gehesen. De herinneringen staan onder meer stil bij de stunt die vorig jaar fout ging. Een burn-out met een motor bovenop het plaatselijke bushokje, eindigde in een vervelende stuiterpartij op het wegdek een paar meter lager. En in een paar gebroken ruggenwervels. Dat de overmoedige berijder nu weer van de partij is, geeft aan dat het uiteindelijk toch nog is goed gekomen met hem.
In Brae helpt Colin’s vriend, John Robinson, me mijn langzaam leeglopende achterband te repareren. Na een half uur zoeken vindt hij uiteindelijk een miniem gaatje op het loopvlak, dat we met behulp van een plug van buitenaf stoppen. John – de baas van een flinke Citroengarage – bekent dat hij dit werk eigenlijk veel leuker vindt dan het runnen van zijn business. Hij rekent dan ook geen penny voor deze service!
’s Avonds neemt Colin me mee naar een verjaardagsfeestje bij de buren. In de ene hoek van een grote huiskamer speelt een trio op accordeon en gitaar Schotse en Ierse folkmuziek. Iedereen zingt mee en het klinkt fantastisch. In de andere hoek staat een grote tafel vol hapjes en drankjes. Hoewel het al laat is, moeten we van gastvrouw en gastheer blijven eten. De jarige 18-jarige zoon des huizes heeft dat kennelijk ook altijd braaf gedaan. Hij is al zeker twee keer zo zwaar als ik.
 
Over het smalle deel van het hoofdeiland blaas ik naar Sumburgh Head op het zuidpuntje. Maar met de vuurtoren op de hoge rots in zicht, stuit ik gestopt op een slagboom-met-knipperlicht. De startbaan van het plaatselijke vliegveld kruist de weg hier en de dagelijkse vlucht naar het vasteland vertrekt juist. Het vliegveld blijkt overigens op een populaire plek te liggen. Uit eroderende zandduinen zijn hier de  overblijfselen tevoorschijn gekomen van nederzettingen van Vikingen en mensen uit de IJzertijd.
Ook in ander opzicht zijn de Shetlands een luilekkerland voor archeologen. Her en der liggen herinneringen uit het verre verleden, tot aan de Bronstijd toe. Ze variëren van grafkelders en steencirkels tot grote staande stenen. Het meest in het oog springend zijn de ‘brochs’, zware stenen torens als het onderstel van een windmolen. Ze dateren van voor de jaartelling, en dienden waarschijnlijk als schuilplaats in tijden van oorlog. Tegen Lerwick aan liggen de restanten van Clickimin Broch, maar op het eilandje Mousa staat de meest gave broch.
Afgezien van de vuurtoren, is ook Sumburgh Head bekend als vogelrots. Zo’n 37.000 paar broeden er hier op richels en in klifgaten. Het is broedtijd, dus ze zijn er allemaal. Je kunt ze zelfs ruiken. Je kunt hier van dichtbij zien hoe papegaaiduikers opereren. Vanwege hun kleine vleugeltjes moeten ze vliegen als een raket om in de lucht te blijven. Landen op een smalle richel gaat dan ook niet altijd perfect. De BBC heeft er tijdelijk drie camera’s staan om in hun speciale voorjaarsprogramma mooie spectaculaire beelden te kunnen laten zien.
Sumburgh Head is ook de plek om walvissen en orca’s te zien. Ik ben er nog steeds trots op dat ik een paar jaar geleden hier een groep orca’s heb gezien. Die kwamen vlak voor de kust op zeehonden jagen, een echt fantastisch gezien. Vandaag zit het er helaas niet in.
 
Een van de hoogtepunten van de Simmer Dim-rally is de ride-out: de gezamenlijke rit van alle deelnemers over het eiland. Uiterst braaf kachelen we met z’n allen over binnenweggetjes naar Eschaness voor de groepsfoto, om ons vervolgens in een slakkengangetje naar een prive-museumpje met een collectie old-timers te begeven.
Op de terugweg naar de ferry mag ik in eerste instantie van de cassiere aan de benzinepomp in Lerwick mijn motor niet afspuiten in de carwash om het zout van de motor af te spuiten. “Dat zijn nu eenmaal de regels”, zegt ze, als ik naar de reden vraag. Terwijl ik in mezelf mopperend die onzin sta te overdenken, komt de baas aangelopen. “Dat motorverbod geldt eigenlijk voor vuile off-roadmotoren, die laten zoveel modder achter” legt hij uit. “Maar jij kunt je motor wel wassen hoor. Hier heb je een gratis munt…”
 
 
[[infokasten]]
 
INFO
Voor toeristische informatie over Engeland, Schotland en de Shetland-eilanden kun je terecht bij:
het Brits Toeristenbureau, Stadhouderskade 2, 1054 ES Amsterdam, T 020-6890002, F 020-6890003, E britinof.nl@bta.org.uk of W www.visitbritain.com en www.visitscotland.com
Specifieke Shetland-informatie vind je op W www.visitshetland.com, E shetland.tourism@zetnet.co.uk, T 00 44 1595 693 434 of F 00 44 1595 695 807.
 
VEERDIENSTEN
Om in het Noorden van Groot-Brittanië te komen, is de veerdienst IJmuiden-Newcastle de meest aangewezen traject. Newcastle ligt in Noord Engeland, op nog geen uurtje rijden van de Schotse grens en vormt daardoor het ideale startpunt van een motorvakantie in Midden- en Noord-Engeland of Schotland.
Info: DFDS Seaways, W www.dfds.nl of T 0255 – 54 66 66 (zie ook het aparte kaderstuk).
De Shetland-eilanden bereik je via Aberdeen-Lerwick met de Northlink Ferries, W www.northlinkferries.co.uk, T 00 44 845 6000 449 of F 00 44 1856 879 588.
 
GELD:
Groot-Brittannië is (nog) geen euroland en hanteert nog steeds het Britse pond, dat ongeveer 1,48 euro is. Shetland valt onder Schotland, dat zijn eigen pondbiljetten uitgeeft. Het is beter om die daar op te maken, omdat ze in Engeland niet overal worden geaccepteerd.
 
BENZINE
Ongelode benzine kost ongeveer 93 pence (1,36 euro) in Groot-Brittannie, maar is op de Shetlands doorgaans wel wat duurder.
 
KAART
Shetland and Orkney Islands (1: 128.000), ISBN 0-86084-900-7, Estate Publications, zie ook www.estate-publications.co.uk
 
MAXIMUMSNELHEID
In Groot-Brittanië mag je 48 km/uur binnen de bebouwde kom en 96 km/uur erbuiten. Op de snelweg met gescheiden rijstroken mag je 110 km/uur.
 
HET WEER
De Shetlands liggen ter hoogte van zuidelijk Noorwegen, op het grensvlak van de Noordzee en de Atlantische Oceaan. En dat geeft dus een verhoogd risico op regen en wind. Maar in de (voor)zomer is het weer er vaak uitstekend. Het is er nooit echt koud.
 
ONDERDAK
Vanwege het onvoorspelbare weer is kamperen op de Shetlands waarschijnlijk niet de beste optie. Er zijn echter verschillende en niet al te dure Bed&Breakfasts. De meeste accommodatie is te vinden in Lerwick. Er is daar zelfs een hotel.
 
 
[[Extra kasten]]
 
EXTRA KORTING VOOR MOTOPLUS-LEZERS BIJ DFDS
 
DFDS Seaways geeft MotoPlus-lezers korting op de overtocht IJmuiden – Newcastle. Op dit traject varen de King of Scandinavia en de Queen of Scandinavia, de grootste cruiseferries van de Noordzee. Aan boord is meer dan genoeg te beleven; naast heerlijk dineren en wat drinken in de bar kunt u ook naar de bioscoop, casino of naar live-optredens in de nachtclub.
Deze lezersaanbieding is geldig bij dagelijks vertrek in 2007.

 
PRIJS PER HUT in euro – enkele reis

 

 

 

Laagseizoen

hoogseizoen

SEAWAYS CLASS – HUTTEN MET DOUCHE/TOILET

01.01-29.06 & 04.09-31.12

30.06-03.09

Binnenhut met bedden boven elkaar op benedendek (1-4 personen)

148

188

Binnenhut met bedden boven elkaar (1-4 personen)

188

228

Binnenhut met bedden boven elkaar (1-2 personen)

108

128

Binnenhut met benedenbedden (1-2 personen)

128

160

Zeezichthut met bedden boven elkaar (1-4 personen)

200

240

Zeezichthut met bedden boven elkaar (1-2 personen)

128

160

Zeezichthut met benedenbedden (1-2 personen)

160

200

 

 

 

COMMODORE CLASS DELUXE*

 

 

Luxe Zeezichthut met bedden boven elkaar (1-4 personen)

260

301

Luxe Zeezichthut met bedden boven elkaar (1-3 personen)

216

256

Luxe Zeezichthut met 2-persoons bed (1-2 personen)

216

256

*ontbijt en minibar inbegrepen

 

 

 

 

 

PRIJS PER MOTOR – enkele reis

 

 

 

 

 

Motor

20

30

Motor met zijspan of aanhanger

38

52

 
Dit speciale voordeeltarief kan op de volgende manier worden gereserveerd:
 
–         bel DFDS SEAWAYS: T  0255 – 54 66 66 (vergeet de boekingscode MotoPlus niet te melden)
–         Of kijk op www.motoplus.nl onder de button toeren/dfds-aanbieding en bespaar 15,- (reserveringskosten)
 
 
 
[[+ 1 Karte.]]
[[Es folgt nog eine kleine extra-karte von Schotland mit die Shetland-eilands]]
 
 
 
[[bildunterschrifte]]
 
Orca’s op zeehondenjacht zijn een regelmatige verschijning rond Shetlands.
 
De voorpret begint al op de A696 in Northumberland.
 
Fort Charlotte waakt over de haven van Lerwick.
 
De Walhalla-brouwerij is de Simmer Dim’s hofleverancier.
 
De Simmer Dim is vooral bijpraten in de juiste sfeer.
 
Engelse humor: knallende condooms als vast onderdeel van het Simmer Dim-vermaak.
 
De groepsrit is vast onderdeel van het Simmer-Dim-motortreffen.
 
Een woonboot als alternatief concept.
 
Colin op zijn BSA uit 1960.
 
Even het gastenboek van het eiland tekenen in een omgebouwde bushalte.
 
De kliffen van Eschaness.
 
De vogelkliffen van Hermaness.
 
De staande steen bij Lund is de grootste van de Shetlands.
 
Noorse torpedoboten in de haven van Lerwick.
 
De visserij is een belangrijke industrie op de Shetlands, dat zie je ook aan de enorme oceaantrawlers.
 
Oog in oog met een papegaaiduiker, waar maak je dat nog mee…
 
Shetlandponies zijn zeldzaam op de Shetlands.
 
De ruïne van een croftershuisje ligt nog vol huisraadresten.
 
Sandvick, basis van de Mousa-ferry.
 
Uitkijken voor schapen!
 
De Simmer Dim-camping: een weinig luxueus tentenkamp in een weiland.
 
Sommige hoofddeksels op de Simmer Dim zijn wat extravagant.
 
Veel Shetlanders steken nog hun eigen turfjes.
 
Vidlin is de basis van het Simmer Dim-feest.
 
Het vikingverleden is nog springlevend op de Shetlands.
 
Het vissersmonument bij Gloup.
Plaats hier uw tekst

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...