Rob de Jong – Suzuki Katana

« Terug naar Mijn Trots
Rob de Jong had vroeger twee dromen: een baan in de scheepsvaart en een Suzuki Katana. Dat eerste bleek geen succes, de Katana wel. In 2008 kocht hij een afgedankt exemplaar met als plan de Japanner weer origineel te maken. Toch besloot hij er een eigen draai aan te geven toen hij de staat waarin de Katana verkeerde onder ogen kreeg. “De chemicaliën van Pernis hebben er plezier aan beleefd!”

“Het motorrijden heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader overleed toen ik vijf was dus ik heb hem nauwelijks gekend, maar men zegt dat ik weleens voor op de tank heb gezeten van zijn Norton Manx. Toen ‘ie nog in de straat getest werd, en dat ik het in tegenstelling tot mijn broer verschrikkelijk leuk vond. Het kon mij niet hard genoeg gaan, daar komt denk ik ook de fascinatie voor de wegrace en in het bijzonder de Isle of man TT vandaan. Ik reed voor mijn 18e al op (cross)brommertjes en heb later ook geracet bij de NMB en KNMV, al had ik nog niet zo veel talent als Jack Middelburg in zijn linker teen. Ook had ik een grote fascinatie voor sportmotoren, omdat ik vond dat je daar als ontwerper het meeste mee kon. Qua lijnen en zo, prachtig. Kijk bijvoorbeeld naar een Ducati, onding om mee te rijden maar prachtig om te zien. Dat had ik met de Katana precies zo, al reed die in mijn ogen wel wat beter dan een Ducati. Toen de Katana in 1980 werd geïntroduceerd waren de meningen zeer verdeeld, 80% vond het niks en 20% vond het erg mooi. Daarvan was ik er één, ik zag meteen die lijnen en het design, dat vond ik zó mooi. Toen dacht ik: ‘Ik moet zo’n ding hebben!’. Maar ik kon ‘m niet betalen. Naast de Katana stond er trouwens nog een op mijn lijstje, de Suzuki XN85. Niet alleen omdat ‘ie een turbo heeft en ik onder de indruk was van de techniek, maar ook omdat het design van de XN lijkt op die van de Katana. De XN kocht ik wél nieuw, in 86. Dat is de enige motor waar ik een lening voor heb afgesloten, zo graag wilde ik ‘m. Uiteindelijk heb ik die moeten verkopen, maar daar kreeg ik meteen spijt van. Mijn broer kocht ‘m, ging direct naar Kruizinga, ruilde ‘m in en kocht een Yamaha 250 crossmotor. Gelukkig zag ik ‘m een aantal jaar terug in MotoPlus staan bij een reportage over Johan Koolen, die deed veel met wankel-, turbo- en zescilindermotoren. Ik herkende ‘m aan de kentekenplaat en heb die toen van Johan (terug)gekocht. Op dat moment ging het met mijn bedrijf, Ride-on Motortours (reisbedrijf voor motorreizen, red.), wat beter en ik had wat meer geld om te spenderen. Ik zag toen een foto van een te koop staande Katana, maar toen ik er heen ging bleek ‘ie toch niet zo mooi als op de foto. Ik weet zeker dat de chemicaliën van Pernis, waar hij stond, er plezier aan hebben beleefd. Ik kwam allerlei kleuren roest tegen en toen kreeg ik door dat het een vermogen ging kosten om hem op te knappen naar origineel, dus ontstond het idee om het anders te gaan doen. Wel de lijnen behouden, dat was mijn uitgangspunt, maar wat er nou onder aan het bulderen was en op wat voor wielen ‘ie stond, vond ik niet belangrijk. Als de lijnen maar blijven. Ik heb alles eraf gehaald en het frame laten poedercoaten. Het originele blok was erg slecht en toen Jon Tober met het idee kwam om er een GSX-R1100-blok in te zetten, dacht ik ‘why not?’. Daar kon ik voor een mooi prijsje aan komen, net als de andere onderdelen die ik heb gebruikt. Dat is een mix geweest van alles door elkaar heen, de wielen en achterbrug zijn bijvoorbeeld van een ZX-R750 en de voorvork en het blok van een GSX-R1100. Dat was wel even wat prutsen, want het moet natuurlijk wel allemaal in lijn staan. Maar na eindeloos proberen lukte het. Ik was op een beurs in Duitsland waar ik een Truxton-achtige motor zag staan met de zwart met rode kleurstelling. Toen wist ik meteen dat ik de Katana ook zo wilde hebben. Het rijwielgedeelte had ik al klaar, maar ik wilde het frame tóch rood hebben, omdat het met een zwart blok en zwarte wielen wel heel donker werd. Dus werd alles weer gedemonteerd, het frame opnieuw gepoedercoat en daarna heb ik alles weer in elkaar gezet. In totaal heeft het denk ik zo’n zeven jaar geduurd, met vorig jaar een nieuw uitlaatsysteem als laatste aanpassing. Ook aan het blok heb ik het een en ander veranderd, zoals snelle nokassen, andere carburateurs, aangepast uitlaatsysteem en K&N performance filters. Nu levert ‘ie zo’n 135 pk aan het achterwiel. Ondanks de lange achterbrug stuurt ‘ie beter dan ik had verwacht, al had ik die toch wat korter gemaakt als ik het nog eens over zou doen. Ik zal niet zeggen dat ‘ie nooit meer weggaat, maar er moet wel heel wat gebeuren wil het zo ver komen!”