Nieuws

Reportage 30 jaar vader/zoon-vakantie

Met het motorrijbewijs kakelvers op zak gaat Rik klein Goldewijk in 1993 met vader Ferdie op motorvakantie. Het is het begin van een dertig jaar lange traditie. Vader en zoon slaan geen jaar over en verdelen hun trips over bergpas- en avonturenvakanties. “Wat wij met z’n tweeën hebben is zeldzaam mooi.”

Niets en niemand komen tussen de jaarlijkse vakantie van vader Ferdie en zoon Rik. De familie klein Goldewijk is bijna klef hecht, maar zus Femke en moeder Mieke worden genadeloos afgepoeierd als ze mee willen. Leuk dat moeder oppert er met de auto achteraan te willen rijden, maar het gaat echt niet gebeuren. Ter compensatie neemt Rik zijn moeder dan maar naar Armin van Buuren op Ibiza. Dat past ook beter bij de Achterhoekse diva. Ze stopte jaren terug met motorrijden omdat ze geen helm op haar gestylde haar wenst, handschoenen haat en motorlaarzen als lomp schoeisel afdoet. Als een gracieuze Audrey Hepburn in Amazonezit achterop een scooter is prima, maar niet als een aangeklede crashtestdummy.

Diezelfde moeder steekt net als haar echtgenoot en zoon tevreden een sigaartje op en schenkt de glazen vol witte wijn. Dit is geen gezin, maar een vriendenclub. Dat is ook direct het geheim van het succes van de gezamenlijke motorvakanties. Ferdie is een van de beste vrienden van Rik en voor Ferdie geldt hetzelfde. Als Ferdie ruzie heeft met zijn vrouw overlegt hij zelfs met Rik.
Voor de vakantie met zijn zoon zet Ferdie moet alles wijken. “Ook mijn 75ste verjaardag”, rakelt moeder oud zeer op. Al dertig jaar lang hebben vader en zoon er honderd procent zin in. Ferdie neemt wel steeds het initiatief omdat Rik te chaotisch is. Op de vraag wat er zo mooi aan is, hoeft het duo niet lang na te denken. Ferdie: “Het gaat om het motor rijden.” Rik: “Het is de vriendschap en de volgende bocht. Wat wij met z’n tweeën hebben is zeldzaam mooi. Het is heel makkelijk om een excuus te verzinnen om niet te gaan, maar we wisten vanaf de eerste keer direct dat deze trip jaarlijks moest terugkeren. Toen Ferdie voor de eerste keer mee ging was hij vijftig en dacht ik dat hij het tot z’n zestigste zou volhouden. Tot we plotseling 25 jaar met elkaar onderweg waren.”

Een paar dagen na het afronden van de middelbare school – het was nog even zeuren of hij geslaagd was – stapte de achttienjarige Rik op zijn Harley-Davidson en reed voor het eerst samen met zijn vijftigjarige vader naar een Harley-Davidson treffen in Murazzano in Italië. Hoe lang dertig jaar geleden is? Het duo mocht in Italië nog zonder helm rijden: “bandana op de kop en gaan.” Rik heeft de Harley-Davidson nog altijd. De wijze les van zijn vader over de eerste motorfiets: “die had ik nooit moeten verkopen” knoopte hij goed in de oren.
De eerste trip ging in een tentje, maar Rik is absoluut geen kampeerder. “Ik ben een kind van mijn moeder. Vre-se-lijk dat kamperen, alles is nat, ik pas er niet in en je moet altijd van alles oprollen.” Het hotel maakt al bij de tweede gezamenlijke reis zijn entree. “Het was de tijd dat je niet overal welkom was als motorrijder”, vertelt Ferdie. “Daarom ging ik altijd ging altijd de lobby in. Mijn grijze haren kwamen betrouwbaar over. Haar in de scheiding, buiten het Harley-jack uit en altijd met twee woorden praten.” De eerste twee nachten in een twijfelaar in een hotel zijn altijd wennen. Rik: “Dan nemen we altijd een paar slokken whisky en een half pammetje (slaappilletje, red.) en vallen we perfect in slaap.”

De kortste vakantie duurde vier dagen, de langste twee weken. Waar de duur duidelijk verschilt is er wel één gemene deler bij de gezamenlijke vakanties. Rik: “We hebben altijd een willekeurig doel als excuus. Daarvan was het Harley-treffen het eerste voorbeeld, we bezochten de BMW-fabriek in Berlijn. Tikten Land’s End aan, maar we hebben ook wel eens een geleende landkaart na jaren teruggebracht naar de rechtmatige eigenaar. By the way: die woonde in zuid-Spanje.” Het duo bezocht ook de Meteora Kloosters in Griekenland omdat Ferdie bij een eerder bezoek in zijn jonge jaren had nagelaten daar een foto te maken.
Het ene jaar gaat de reis naar de bergen om bergpassen te rijden, het jaar erop is het de beurt aan een zogenaamde avonturenreis. Er werd een paar keer offroad gereden in Turkije en ook de trips naar Corsica, Sicilië, Griekenland vallen onder de noemer avonturenreis. Alle landen van Europa zijn aangedaan behalve Scandinavië. “Daar is de drank te duur en de terrassen te slecht”, geeft Ferdie als reden.

Vijf keer stond een georganiseerde reis op het menu. Ferdie: “Dat past minder bij ons, maar het is eenvoudiger dan zelf een reis organiseren en het gaat altijd over mooie routes.” Rik weet nog dat ze ooit een geboekte georganiseerde reis afbliezen waarvoor ze al wel hadden betaald. “Er werd zulk waardeloos weer voorspeld dat ik desnoods vijfhonderd euro extra wilde betalen als ik maar niet door dat noodweer hoefde te rijden. Toen zijn we weer naar zonnig Italië gereden.” Ferdie en Rik zijn het er stellig over eens dat na dertig jaar de bergpasvakanties tot een brij samensmelten terwijl iedere individuele avonturenreis nog haarscherp op het vizier staat.
Toch blijven de bergen in het programma staan omdat de heren daar hun krachten kunnen meten. Rik: “We willen niet voor elkaar onderdoen. Heb je net een onmogelijke inhaalmanoeuvre gemaakt en dan zit Ferdie toch nog in je spiegel.” Het is ‘de dood of de gladiolen’ op de cols. Rik: “In al die jaren zijn we hoogstens vier keer ingehaald. Er is een verschil: Ferdie haat tornantes.” “Nooit meer de Stelvio”, veert die op. “Ik ben er helemaal klaar mee.” Dat Ferdie haarspeldbochten serieus neemt blijkt uit zijn ochtendgymnastiek. “Daarbij doe ik een oefening zodat ik bij een tornante goed ver de hoek om kan kijken.”

De tachtigjarige Ferdie rijdt net zo fanatiek motorfiets als dat hij aan ochtendgymnastiek doet. In de afgelopen twee jaar tijd zette hij 53.000 kilometer op zijn BMW R1250GS en dat is zeker het vijfvoudige van Rik. Die stelt dan ook zijn moeder gerust: “Over het motor rijden van Ferdie hoef je je nul zorgen te maken.” Ferdie is met motor rijden altijd de fanatiekere van de twee geweest. Rik: “Ferdie was zeker bij de eerste vakanties van de kilometers, kilometers en nog meer kilometers. Hij wilde liefst in een keer naar Italië terwijl ik – rechtstreeks vanaf kantoor – duizend kilometer op een dag genoeg vind op een Harley. Ferdie begint liefst om acht uur, ik om tien.”

Natuurlijk verandert een onderlinge relatie in drie decennia. Waar Rik eerst nog onder de beschermende vleugels van zijn vader zijn kilometers maakte, past de zoon tegenwoordig braaf op zijn oude vadertje. Zo gaat dat in het leven. “Je kijkt continu in de spiegels of hij er nog is. Sinds vorig jaar rijden we met een intercom en dat is super relaxt. Als je elkaar niet ziet, kun je elkaar spreken. Je kunt je vader waarschuwen voor grind in een bocht en zo’n intercom verdient zichzelf terug! Na een tolpoort worstelde ik natuurlijk weer veel te lang met kaartjes, geld en handschoenen. Toen ik Ferdie volgas wilde inhalen hoorde ik plots ‘stop, stop, stop, ze staan hier met een laser’ in mijn oor.
De eerste tien jaar reed Ferdie als vanzelf op kop, ook omdat hij veel beter overweg kan met een landkaart. Met de komst van de navigatie reden vader en zoon om beurten voorop en de laatste tien jaar vindt Ferdie het wel lekker om Rik te volgen. Ook het kilometervreten veranderde met het verstrijken van de jaren. Duizend kilometer op een dag werden er achthonderd en vandaag de dag is zeshonderd ook goed.

Ben je na dertig jaar niet op elkaar uitgekeken? Rik: “Onze gesprekken zijn ook na dertig jaar nog altijd goed. Het gaat over motoren, werk, techniek, de dag zelf en sinds een paar jaar ook politiek. Als ik bij mijn ouders blijf logeren zitten we ook tot diep in de nacht te ouwehoeren. Soms zelfs tot vier uur ’s ochtends.” Ferdie: “Na het eten wandelen we bij onze vakanties altijd even een half uurtje zodat we niet direct aan het bier zitten. Omdat we allebei techneuten zijn staan we dan zo maar een half uur naar een hoge bouwkraan te gluren. We hebben onderweg ook wel eens een niet te negeren drang gekregen om de loop van een beekje te veranderen. Als echte Hollanders bouwden we een immense dijk.”
De gezamenlijke vakanties lijken te goed om waar te zijn, ze neigen naar een sprookje. Daarom is het goed om te horen dat de twee elkaar ook wel eens zat zijn. Rik: “Elke vakantie hebben we één keer ruzie. Dan rijden we een uur lang met beslagen vizieren en daarna geven we elkaar weer een hand.” De grootste bron van ergernis is Ferdie’s hobby om zo goedkoop en laat mogelijk te tanken. “Dan zit ik een half uur met samengeknepen billen omdat mijn motor meer verbruikt. Ooit reed ik in slow motion op een prachtige stuurweg omdat Ferdie na vijfhonderd kilometer snelweg nog niet wilde tanken. Dat heb ik hem wel verteld.”

De teller staat nu op dertig gezamenlijke vakanties. Hoe lang willen vader en zoon nog doorgaan? “Tot het ophoudt”, zegt Rik, “maar voor de periode daarna denk ik nu al aan een cabrio.” Ferdie ziet zich zelf nog zeker tot zijn 85ste met de motor gaan. “Tot het rijden echt niet meer gaat.” Rik: “Ik maak er wel melding van als ik denk dat het echt niet meer kan. Maar nu durf ik nog bij hem achterop.”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...