Nieuws

Reizen Zwitserland in de winter

Een reis door de Zwitserse Alpen op de motor is voor iedereen een absoluut hoogtepunt. In de winter verschuift de belevenisgraad echter wel een flink stuk, zo hebben we ervaren. En dan zeker niet richting het vriespunt, zoals je zou verwachten!

Onrust, het zit er bij sommigen gewoon diep ingebakken. Er zijn mensen die hun voeten domweg niet stil kunnen houden en mezelf schaar ik bij tijd en wijle ook onder die groep. En dan vooral in de late winter en het vroege voorjaar, wanneer de plaatselijke weersomstandigheden het gros van de mensen aanmoedigen om iglo’s te bouwen of andere winterse activiteiten te ondernemen. Of om maar gewoon binnen te blijven, wachtend op beter weer terwijl Netflix overuren draait of het internet bijna lijkt uitgelezen. Dan begint het echt te kriebelen. Wanneer gaan de Alpenpassen weer open? Wanneer is het weer mogelijk om in de Provence of door de Balkan te reizen zonder zo hard te bibberen dat het gebit klappert? Gelukkig is deze pathologische neiging tot altijd weer willen reizen nog niet geanalyseerd door een afstammeling van Sigmund Freud. Ik zou zeker worden opgenomen in een mentale instelling ben ik bang. En wanneer een forensisch expert het plaats delict (mijn woning) tussen januari en maart zou bezoeken, zou hij iets heel verontrustends aantreffen: talrijke wegenkaarten verspreid over de vloer van de woonkamer. Kleurrijke lijnen verbinden de afzonderlijke kaarten, gekrabbelde notities liggen schijnbaar willekeurig verspreid. Foto’s, reistijdschriften en geïllustreerde boeken maken de chaos compleet. De diagnose is duidelijk: hier is duidelijk iemand zowel letterlijk als figuurlijk helemaal het spoor bijster. Maar is zo’n ontspoorde ziel ook gevaarlijk?

Om minder een doelwit te zijn voor spontane bezoekjes van de Sigmund Freuds of forensisch experts beroep ik me tegenwoordig niet meer op analoge kaarten, maar doe ik een beroep op de wondere digitale wereld. En terwijl ik een beetje op het wereldwijde web bezig ben, valt me iets opvallends op. Bij het plannen van een trip met behulp van onder meer Google Maps, wordt ook de actuele routeinformatie ter plaatse meegenomen. Dat resulteert er onder meer in dat je hartje winter geen route over de gesloten Alpenpassen kunt plannen, zonder overladen te worden met allerlei waarschuwingen. En ja, die passen zijn momenteel allemaal gesloten, toch? Maar wacht eens even: er zijn wel degelijk passen begaanbaar! Nu, terwijl het skiseizoen in volle gang is?

Inmiddels zijn we twee weken verder en vraag ik mezelf af of het wel zo slim was om aan de midwinterse roep van het reizen gehoor te geven? Net achter Thusis hebben we de navelstreng van de trans-Europese snelwegen achter ons gelaten. Daarmee samenhangend ook de onuitgesproken belofte van een goede en veilige begaanbaarheid. We zijn niet alleen op de weg, wel de enige op twee wielen. We worden geflankeerd door een eindeloze colonne auto’s, SUV’s, busjes en jeeps. Allemaal met ski’s op het dak, het interieur volgeladen met overlevingsuitrusting voor een wintersportvakantie in Davos of Sankt Moritz. Onze overlevingsuitrusting is heel wat meer basaal: deze omvat slechts handvatverwarming, die al sinds Tiefencastel op de grillstand staat en onze vingers lekker behaaglijk warm houdt. Toch kijkt Diana, die voor me rijdt, een beetje gespannen. Zou het de kou zijn? Nou, de boordcomputer geeft momenteel min drie graden aan en ondanks de kristalheldere zon aan de hemel voorziet dat natuurlijk niet in het betere Caribisch gevoel. Maar dat is het niet, zo merk ik zelf ook. Het lichte gevoel van onbehagen wordt niet door de temperatuur veroorzaakt, het is wat ander.

Het is deze ongewone trip door een tunnel van sneeuw en ijs. Die voelt in een auto al onnatuurlijk, maar helemaal op twee wielen. De bochten, die op een zomerse dag uitnodigen om er een lekker sportief tempo op na te houden, zijn door de witte wanden volledig aan het zicht onttrokken. Bovendien loopt er smeltwater over het door de zon en de pekel gebleekte asfalt, en dat uitgerekend in de talrijke haarspeldbochten. Is het gewoon nat of is het al tot ijs gevormd? Mijn hersenen draaien overuren en al die gedachten leiden af van het rijden. Ik moet er een andere tactiek op na gaan houden, dit is niet te doen. Anders kijken, anders rijden, meer vertrouwen hebben. Een stuk voorbij de hoge damwand van het bevroren Marmorera reservoir besluit ik dat het genoeg is geweest! Niet meer op deze manier door de bochten slenteren, krampachtig rechtop proberend te blijven als een bejaarde achter een rollator. De klim omhoog over de Julierpas komt ons daarbij gelukkig volledig tegemoet!
De bochten worden langer. Achter de gezellig ogende huizen van Bivio wordt het maagdelijk witte landschap breder en laten we de dichte bossen achter ons. Aan weerszijde omlijsten gigantische Alpenreuzen ons gezichtsveld. De doordringende, snijdende ijsblauwe lucht verdwijnt in de vergetelheid en maakt plaats voor het gevoel dat we in niet te bevatten landschappelijke schoonheid onderweg zijn. En we nemen de volgende haarspeldbochten in een scherpe hoek, steken de waterstromen eerst over, om pas op het droge deel de Ténéré op één oor te leggen. Dan de tweede versnelling, gas erop en de sprint naar de volgende 180 graden slinger wordt ingezet. Korte blik in de spiegel…hé, waar is Diana?

Waarschijnlijk ben ik weer eens afgeleid geweest door een van de vele prachtige witte reuzen om ons heen. Piz Neir? Piz Lagrev? Het moet een bergtop geweest zijn die mijn volledige aandacht opeiste, toen Diana de parkeerplaats van Ospizio Veduta bovenop de Julierpass opdraaide, waar ik aan voorbij raasde. Ik kan haar ook geen ongelijk geven. Rijden door dit winterwonderland mag dan een unieke ervaring zijn, bij min acht graden is een pauze om weer wat warmte in lijf en leden te pompen soms gewoon bittere noodzaak. Pas in de goed verwarmde salon van het etablissement realiseer ik me dat de kou tot de kern van mijn lichaam heeft weten door te dringen. Ik voel het zelfs in m’n botten. Gelukkig hebben ze daar hier de perfecte voor in huis: warme soep, warme koffie, warme apfelstrudel. Aaaaah! Nu ben ik weer helemaal in orde.

Met de normale kleur op de wangen stappen we weer in het zadel van de twins. Wit, wit en nog eens wit trekt aan het netvlies voorbij. Klinkt onnoemelijk saai, maar het tegendeel is waar: het is geweldig! Na een tijdje bevinden we ons volledig alleen op het eenzame zwarte lint dat over de winterse Alp Güglia naar de Malojapas voert. In het gewone zomerse motorseizoen is deze piste een waar genot om te rijden. En nu? Nu voel ik een nog veel diepere emotie die veel verder gaat dan een vluchtig pleziertje. Een onvergetelijke ervaring, het winterse landschap lijkt de zintuigen extra hard te prikkelen. Kunnen we hier niet blijven? In theorie wel, in de praktijk vriest het inmiddels echter twaalf graden. De zon is al onder de horizon gezakt en net zo snel daalt ook de temperatuur. De druppel op het puntje van mijn neus wil bevriezen. Wat is er toch ooit gebeurd met de Thermo-Boy? Bestaat het legendarische winterpak nog of is deze het slachtoffer geworden van de allseason, allround, allweather textielcombi? Nou ja, dat zoeken we thuis wel uit, voor nu is het vooral zaak om snel een warm onderkomen te zoeken. Het liefst een paar honderd meter lager.

Mocht iemand zich afvragen of een paar graden een wereld van verschil kan maken? Het antwoord daarop is ja. De scherpe haarspeldbochten naar Bregaglia nemen we nog altijd met dezelfde, enigszins behoudende rijstijl, maar dan, met het Comomeer in het vooruitzicht, komt er ineens meer tempo in. Niet omdat we de stal ruiken of zo snel mogelijk de warmte willen opzoeken, het kan gewoon weer. Dat lekker opwindende ritme houden we vast tot aan het oude stadscentrum van het Italiaanse Chiavenna. Hier geen spoor van sneeuw of ijs. En zo strijken we na een prachtige dag neer bij de ‘Crotto al Prato’ van uitbater Nando. De heerlijk warme lucht voelt als een welkome gratis sauna en verdrijft de kou in rap tempo. Zeker in combinatie met de stomend hete pizzoccheri die we van de borden lepelen. Dan ineens komt er spontaan iets in me op: “Waarom pakken gaan we morgen de Bernina niet over, met de beroemde Bernina Express?”, opper ik. Diana kijkt me ietwat bevreemd aan: “Met de trein en niet met de motor? Zo koud was het vandaag toch ook weer niet?”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...