+ Plus

Reizen Zuid-India

Ze heten bumper, speed braker of rumbler en overal in Zuid-India struikel je erover. De verkeersdrempels doen de vullingen uit je gebit trillen, maar daardoor worden racende motorrijders reizigers, de koningen van de weg ook. Een verhaal over onthaasting.Officiële statistieken zijn er niet, maar redelijke betrouwbare schattingen wel. Gemiddeld genomen rammelt het hoofd elke kilometer minimaal één keer losjes op de romp. Het Zuid-Indiase asfalt werpt je namelijk met redelijk gelijkmatige intervallen een speciaal gemodificeerd stukje weg voor de voeten dat één doel heeft: het westerse gemoed laten onthaasten. Gevolg de vering van de Enfield slaat door en als bestuurder kun je dan maar beter even uit het zadel komen. Met afstanden van 250 kilometer per dag voelt het anders alsof je 250 keer een ferme trap onder je achterste krijgt, maar van 250 keer uit het zadel komen heeft ook zo zijn weerslag op de knieën, bovenbenen en enkels, pijn doet het linksom of rechtsom uiteindelijk dus toch. Als je echter aan het eind van de dag met loodzware benen je nest in duikt, weet je in ieder geval precies wat je hebt gedaan. Een gemiddelde snelheid van 45 kilometer per uur is hier snel, een tempo dat normaliter meer past bij een dagje offroad rijden. Natuurlijk kruipt de teller bij tijd en wijle ook boven de 100 km/uur, maar dat is dan ook het maximaal haalbare voor de 25 pk ééncilinder. Snel genoeg, er zijn hier vele wegen die ongestoord rijplezier bieden met veel aaneengeregen bochten waar echt tempo maken sowieso niet aan de orde is, bijvoorbeeld de route die ons naar het hoogland Western Ghats bij Amboli voert. Op andere wegen neemt de dichtheid van de zogenoemde ‘speed breakers’ echter drastische vormen en roepen de kegelvormig, halfronde of wasbordachtige drempels de drang naar snelheid al gauw tot een halt. Kortom: hardrijders komen hier in India niet echt aan hun trekken. Wie zich echter weinig aantrekt van de rumblers, bumpers of speedbreakers – of hoe de verschillende provincies die dingen ook noemen – zal op een Enfield een ongeëvenaarde reisbelevenis meemaken. Zeker omdat de drempels op de al beschreven lichamelijk ongemakken na de motorrijders alleen maar goeds te bieden hebben. Wanneer je tijdens het relaxte cruisen bijvoorbeeld door een terreinwagen achterop wordt gereden, die je subiet inhaalt, de boel vervolgens vlak voor het voorwiel weer naar links gooit (men rijdt hier links voor de volledigheid) en vervolgens vandoor spuit. Tot de volgende bumper tenminste, want daar moet iedereen remmen, vrachtwagens, bussen, bestelwagens, koetsen en auto’s staan hier in de file voor het obstakel. En als motorrijder passeer je de wachtende colonne dan simpelweg via de wegkant of (hopelijk vrije) tegengestelde rijbaan. Na het drempeltje geef je weer gas en bent dan bijna niet meer in te halen voor de volgende drempel zich aandient. Een bijzonder onderhoudend kan-en-muis-spel, voor de Enfieldrijder met zijn 180 kilo zware machine tenminste. Tot een jaar of vijftien geleden mochten motorrijders niet sneller zijn dan de politie, die op Enfields reed. De Bullet stond dan ook bekend als het gemotoriseerde projectiel bij uitstek, en dat is het, ter plaatse dan, ondanks de verouderde techniek eigenlijk nog altijd. Bij de start van de tour in Assagao in het noorden van Goa zijn de deelnemers echter in eerste instantie nogal sceptisch. Deze oudjes moeten ons de komende tien dagen met vertrouwen door het land begeleiden? Toch rijden ze prima, dat bewijst het eerste testrondje van zestig kilometer richting het droomstrand van Arambol. De tijd dat de vierbak nog rechts geschakeld moest worden, de voorrem er meer voor de sier op zat en de kickstarter menig motorrijder tot waanzin dreef zijn gelukkig voorbij. De actuele Enfield Bullit laat zich wat dat betreft rijden als een vernuftige middenklasser uit de jaren ‘80. Gids Martin herkent de argusogen waarmee er naar de machines wordt gekeken, maar heeft een heel eigen kijk op de zaak. “Wanneer je gaat motorrijden in India, dan doe je dat op een Enfield. Het geeft je reis een extra, bijna mythische lading. Als je het thuisfront kunt melden dat je op een Enfield het land bent doorkruist, oogst dat immers heel wat meer bewondering dan wanneer je moet melden dat je dezelfde trip op een GS Adventure hebt gedaan.”Hij heeft natuurlijk gelijk, bovendien weet hij ook waar hij het over heeft. Martin woont al bijna dertig jaar in de Zuid-Indiase provincie Goa. Deze kleinste Indische provincie (circa 3700 vierkante kilometer) is met zijn ruim honderd kustkilometers een paradijs voor de vakantieganger. Palmstranden, gunstige overnachtingsmogelijkheden, lage alcoholtax en een grote culinaire diversiteit onder meer te danken aan de koloniale tijd toen de Portugezen hier nog de scepter zwaaiden. Anders dan bij de strenggelovige hindoes vind je hier bijvoorbeeld ook rundvlees op de menukaart, hoewel de koe ook in Goa als heilig dier wordt beschouwd. Toch is het de visliefhebber die hier zijn walhalla zal vinden, het aanbod aan vis en schelpdieren (haai, barracuda, red snapper, garnalen en nog veel meer) is zo rijk dat de reis naar Goa zich alleen hiervoor al loont. Maar voor ons nog geen eten vooralsnog, onze gids neemt ons mee naar één van zijn favoriete stekjes in Arambol. Het ‘beach en bike’ concept bevalt me wat dat betreft van meet af aan prima, eerst flink stof eten op de motor, daarna baden in het warme water van de Arabische Zee. Heerlijk! Dat vinden ook de vele vakantiegangers, in eerste linie hier om flink los te gaan maar daarnaast ook bij één van de vele kleine verhuurbedrijfjes een scooter of motor huren. Toch zie je maar weinigen onderweg op een Enfield. Niet geheel onbegrijpelijk, want de Enfield heeft sinds enkele jaren bij de opkomende middenklasse en soort cultstatus verworven. Wachttijden van enkele maanden voor een nieuwe machine zijn geen uitzondering, waardoor verhuurders liever hun heil zoeken bij kleinere en bovenal stuk goedkopere brommers. De voornamelijk in feesten geïnteresseerde toeristen zal het ook worst wezen waar ze op rijden, of welke kleding ze dragen wat dat aangaat. Twee jonge Russische bikinischoonheden, wier zonnebril het kledingstuk met de hoogste bedekkingsgraad is, liggen met volledig dicht gepleisterde, in verband gezwachtelde armen en ben op het strand. Op de terugweg van de disco toch een verkeersdrempeltje over het hoofd waarschijnlijk. Auwa. We zijn de provincie Goa nog niet uit of kort achter Arambol, in de richting van Maharashtra, begint het echte India. Veel te zien voor, maarlang niet alles is even fraai. Bedelaars, veel rotzooi op de weg, net als koeien. Zie je er onverhoopt eentje over het hoofd – toegegeven, die kans is klein – dan loopt het niet lekker af. Bovendien doen de vlaaien die beesten her en der op het asfalt droppen, de grip geen goed. Ach ja, goed voor de verhalen later. Martin is het allemaal wel gewend, de deelnemers daarentegen tasten de vreemde wegverhoudingen nog met enige terughoudendheid af. Aan de drempels zijn we inmiddels wel gewend en met een sonore toon tokkelt de Enfield verder terwijl de de zon voor ons langzaam in zee wegzakt. Clichéromantiek ten top, maar toch voelt het goed. Dit in schril contrast tot de ergonomie van de Enfield. Hier past niets, knieën zeldzaam onmogelijk gebogen, stuureinden onder een hoek uit de prehistorie en wil je met de voet remmen, dan zit de kickstarter in de weg. Wat overigens wel als gegoten past is de knop voor de claxon. Intuïtief zit je meteen goed met de duim en dat is maar goed ook, want wie in India niet enthousiast met de menigte mee toetert, doet er goed aan gewoon thuis te blijven. Claxonneren betekent ook niet ‘kijk uit, gevaar’ of ‘donder op, ik wil er langs’, maar heeft een veel vriendelijker karakter. Een beetje als ‘hier kom ik, schrik niet, mocht het gelegen komen, zou u dan een stukje terzijde willen gaan zodat ik mijn weg kan vervolgen’. Voelt in het begin nog wat onwennig, maar na één of uiterlijk twee stedelijke doorkruisingen maakt de duim meer overuren dan die van een puber op de Nintendo. Dharwad und Hubli in de provincie Karnataka zijn bijvoorbeeld perfecte trainingsoorden voor de professionele toeteraar. Een dergelijke miljoenenstad doorkruizen kost gemiddeld iets meer dan een uur, gemiddeld goed voor zo’n 3600 keer claxonneren. Enige probleem is dat alle andere weggebruikers net zo fanatiek meedoen, zodat uiteindelijk je eigen vriendelijke geluidsgebaar om plaats te maken volledig oplost in de totale kakofonie van toeters, hoorns en sirenes. Kansloze missie, zeker omdat alle regels ten prooi vallen aan een totale verkeersanarchie. Het verkeer heeft zo zijn eigen regels, zoals bij een verkeerslicht bijvoorbeeld. Rood is het teken om zo dicht mogelijk op elkaar te gaan staan, oranje bestaat niet en bij groen luidt het devies ‘alle remmen los’. Helaas ook bij het verkeer dat van links en rechts komt en dat eigenlijk rood licht heeft. Maakt niet uit. En ondanks dat men hier links rijdt blijkt links inhalen geen probleem. Net als door het midden inhalen en rechts trouwens. Claxon op standje voluit en gáááás. Ook op het trottoir mag iedereen rijden, want de stoep is de weg, en andersom. Voetgangers benutten ook alle rijbanen, mogen bovendien het midden van de kruising graag gebruiken om even op adem te komen. En staat er geen voetganger te rusten, dan wordt deze ook als alternatieve parkeerplaats voor vee en karren gebruikt. Feitelijk is er maar één regel: rij, kom op de één of andere manier door de chaos aan de andere kant en wind je ondertussen vooral niet op! Veel beter kun je je de energie besparen voor de vele verkeersdrempels die zonder twijfel nog zullen volgen. Of neem wat vaker de tijd voor een korte pauze. Niet dat je aan de rand van de weg veel rust zult vinden overigens. Binnen enkele minuten, seconden soms zelfs, schaart zich een menigte om je heen die wil weten hoe je heet, waar je vandaan komt en waar je vandaag nog heen gaat. En dat terwijl ze helemaal niets met het antwoord kunnen, want Nederland is voor deze lokale inwoners een net zo’n nietszeggend begrip als de stranden van Goa of het Dandeli Wildlife reservaat dat feitelijk bij hen om de hoek ligt. Geen van deze plekken zullen ze hoogstwaarschijnlijk ooit met eigen ogen mogen aanschouwen, het is namelijk bijna onmogelijk om te ontsnappen aan het zware dagelijkse juk van werken op de velden, vullen van gaten in het wegdek met teer of het met hamers verkleinen van metaalschroot. Je bent wie je bent voor het leven. Bijzonder dat kastensysteem, treurig ook. Wij vreemde motorrijders brengen wat afwisseling in hun harde bestaanleven, dat ze geduldig tot zich nemen. De vriendelijkheid waarmee ze ons benaderen is wat dat betreft nauwelijks te begrijpen. Boeren laten hun vorken vallen en zwaaien naar ons. Het land en haar bevolking gaat gebukt onder pijn, en toch komt de glimlach op hun gezicht recht uit het hart.Om de bevolking daar echt te begrijpen is voor westerlingen een schier onmogelijke zaak. Daarvoor is het cultuurverschil simpelweg veel te groot. Iets dat zich op vele verschillende manieren manifesteert trouwens. Bijvoorbeeld bij een spoorwegovergang. De bomen zijn gesloten en daarvoor hoopt zich een slang aan weggebruikers op, die voornamelijk bestaat uit te zwaar beladen vrachtwagens. Als motorrijder rij je snel langs de wachtende richting de pole position. Ongeduldige bestuurders van kleine auto’s volgen aansluitend je voorbeeld, net als de jeeps en uiteindelijk auto met aanhangers. De trein komt langs, slagbomen gaan omhoog en vanaf dat moment wil iedereen tegelijkertijd weg. Aan de andere kant van het spoor heeft zich echter exact hetzelfde tafereel afgespeeld en ook daar zijn beide rijbanen volledig dichtgeslibd. Honderden voertuigen staan lijnrecht tegenover elkaar, het heeft wel wat weg van een Middeleeuwse veldslag en het begrip ‘verkeersinfarct’ krijgt in ene een heel andere betekenis. Eerst wordt er getoeterd, dan nog een keer, dan hééél vaak en uiteindelijk rolt de boel weer. Net als bij het jongleren, waar de ballen zich schijnbaar willekeurig een weg zoeken zonder elkaar daarbij te raken, lijkt er een soort natuurlijke rangorde te zijn die automatisch de boel weer in het gareel zet. Als door een toverhand gestreeld schuift alles in elkaar en vervolgt eenieder zijn weg.Volgens het devies niet teveel nadenken en just go with the flow vervolgen we onze weg. Dat gaat simpelweg het snelste en beste, waarbij het wel zaak is al je zintuigen in te schakelen, ook je zesde. Zien, horen, ruiken, proeven, voelen, en vooral de drempels en gaten aftasten, de gretigheid ervan vooraf zien in te schatten voor ze je nietsontziend de maag plotseling doen omdraaien.Daarover gesproken, gevoelige magen hebben het zwaar in deze contreien. Bijna iedereen van onze groep werd er wel mee geconfronteerd: muiterij in de darmflora. En dat resulteert doorgaans in een plotselinge, dringende behoefte aan sightseeing naar sanitair gerief. Hoewel de grotere hotels en herbergen op dat gebied prima voldoen, zijn de aan de straatrand gevestigde ‘kleine huisjes’ nogal precair uitgerust. Verwacht sowieso geen propere taferelen zoals in Europa, ook niet lang s de weg. In veel provincies moet iedereen zelf maar zien waar hij of haar het afval laat. En daar wordt nogal creatief mee omgegaan. Eerst wordt het gewoon op de grond gegooid en als het zelfs voor lokale begrippen de spuigaten uitloopt, wordt er een gat gegraven waar de rondliggende rotzooi wordt verzameld. Begint het dan echt te stinken, dan gaat er een vat benzine over en wordt de hele boel in de hens gestoken. Zo wordt je links en rechts van de weg constant geconfronteerd met minivuilverbranders die een nogal gewenning vragend bouquet verspreiden. En dat werkelijk overal, ook waar er gekookt en gewassen wordt. Maar geen zorgen, zo erg is het niet. Zo snel als je aan de talrijke drempels en illustere kabaalcompositie (claxonneren, apengeschreeuw, reclame uit luidsprekers, krijsende vogels, knallende motoren, schreeuwende verkopers op de markt en al het andere lawaai boven de 90 decibel) went, zo snel sluit je dit facetrijke land in je hart. Reizen in India is vermoeiend, geen twijfel mogelijk, maar tegelijkertijd ook een ongeëvenaarde exotische belevenis. En reizen op Enfields, dat is een belevenis op zich. Op geen enkel ander voertuig kom je zo dicht bij het land en haar inwoners. Misschien niet op de snelste manier, maar je zit er wel direct middenin. Dat voel je ’s avonds bij het kampvuur in alle gewrichten, maar dat spoel je zo weg met koud bier. Wat blijft zijn onvergetelijke herinneringen en de prachtige verhalen. Nooit gedacht dat het verlangen naar chaos zo groot kan zijn. Maar het kan echt!________________________________________[INFOKASTEN]INFOINDIAHoofdstad: New DelhiOppervlak: 3.287.590 km² (+/- 70 keer Nederland)Staatsvorm: federale republiekTaal: Hindi en EngelsValuta: Indiase Roepie (INR)Inwonertal: 1,2 miljardTOERPROFIELDe westelijk gelegen provincie Goa geldt als de ideale opstartplaats voor beginners die voor het eerst met de motor door India reizen. Tien dagen hebben we actief motor gereden met dagetappes variërend tussen de zestig en 250 kilometer. De conditie van het asfalt en het nogal chaotische verkeer vraagt gewenning en een enige rijervaring is een minimale vereiste. De bekende bezienswaardigheden zijn goed bereikbaar, daarvoor zul je soms wel kleine stukken offroad moeten rijden.OVERNACHTENVan overnachtingen in luxueuze vijfsterren resorts tot scharrige hotels, voor iedere portemonnee is er wel wat te vinden. Je slaapt al in een eenvoudig hotel vanaf 2 euro per nacht, kost niets, maar verwacht ook niets. Voor een net middenklasse hotel met eigen toilet en badkamer betaal je ook niet de hoofdprijs, voor tien euro kom je al een heel eind.ETEN EN DRINKENIn de Indiase keuken neemt groente een belangrijke plaats in. Vaak wordt er niet op een chilipepertje meer of minder gekeken, sterk gekruid is het eten eigenlijk altijd wel. Vlees in het algemeen en rundvlees in het bijzonder zul je niet overal vinden op de kaart. Is er al vlees dan is dat vaak gevleugelte, vis daarentegen is populair in de Indische keuken. Schoon mineraalwater, verse fruitshakes, frisdrank en milkshakes zijn overal voor een schappelijk prijsje verkrijgbaar.KLIMAATTropische hitte (gedeeltelijk boven 30 graden) en zelfs ’s nachts blijft het kwik nog rond de 20 graden steken. In de maanden januari, februari en maart is er nauwelijks regen, vanaf mei tot en met oktober regent het er echter doorgaans veel. REISVOORBEREIDINGVoor een bezoek aan India is naast een paspoort (let op, na je bezoek moet deze nog minimaal een half jaar geldig zijn) ook een visum vereist, deze kun je aanvragen via het visumbureau van de Indiase ambassade (www.vfsglobal.com/india/netherlands). De aanvraag duurt minimaal 9 werkdagen maar neemt doorgaans meer tijd in beslag. Regel dit dus ruim voor vertrek. Er zijn ook externe visumbureaus (bijvoorbeeld www.visum.nl) die dit voor je kunnen regelen, die rekenen echter wel provisiekosten. Verder moet je ook in het bezit zijn van een internationaal rijbewijs, verkrijgbaar bij de ANWB voor slechts € 15,95 (Nederlands rijbewijs en pasfoto meenemen). Wat inentingen betreft moet je je minimaal laten vaccineren tegen polio, hepatitis A en B en tetanus. Een vaccinatie tegen malaria is gezien het minimale risico niet direct noodzakelijk. REISDUUR: 15 DAGEN (INCLUSIEF RUSTDAGEN)GEREDEN AFSTAND: CIRCA 1.500 KILOMETER

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...