+ Plus

Reizen Westelijke Alpen

De meteorologische lente heeft net z’n intrede gedaan, een hardnekkig lagedrukgebied echter heeft de mooie en bekende Alpenpassen in z’n beklemmende greep, daarmee de winter verlengend. Een simpele zwaai richting het zuidwesten, waar de mediterrane lucht de kou al lang en breed heeft verdreven, blijkt voldoende om vroeg in het voorjaar al ontspannen echte hoogtemeters te kunnen maken!

Staalblauw is de hemel, die zich achter het frisgroen van de platanen richting de horizon aftekent. Eén van de petanque speler knijpt zijn ogen tot een smalle spleet samen en slingert de 800 gram zware kogel naar voren. Met een flinke ‘klak’ raakt hij de kogel van zijn tegenstander, buigt licht af en komt na een korte draai direct naast de cochonnet (doelkogel) tot stilstand. Chapeau! Zo kan de tireur het spel in één worp ten eigen gunste draaien.
We bevinden ons in Collobrières, een ingedut dorp in Zuid-Frankrijk dat eigenlijk helemaal niet op de route van onze geplande Alpen voorjaarstrip lag. Het lot, of beter gezegd het weer, deed ons echter de plannen omgooien. Een flinke depressie die vanuit het noorden van Frankrijk richting zuiden trok, heeft de sneeuwgrens rondom Briançon tot 1.500 meter doen dalen. Niet bepaald aantrekkelijke weersomstandigheden om de lente in de hoge bergen de hand te schudden en dus is de koers verder richting zuiden verlegd, rond de Côte d’Azur.
De eerste kilometers voeren door het Massif des Maures, een gebergte dat eerlijkheidshalve wat onterecht het predicaat ‘exceptioneel bijzonder’ voert. Desondanks heeft het wel het één en ander te bieden, een veelvoud aan prachtige pistes bijvoorbeeld, net als verschillende schilderachtige plaatsjes en een stukje lokale volkssport in de vorm van het hiervoor beschreven petanque wedstrijdje. Of laten we het regionaal cultureel tijdverdrijf noemen, klinkt net even wat spannender. Bovendien laat zich hier ook de zonnige kant van het lagedrukgebied zien, de mistral. Waar deze soms met ware orkaankracht door het Rhône-dal veegt, laten zich hier in de slagschaduw van de Provencaalse bergen vooral de voordelen er van plukken: kraakheldere, droge lucht in combinatie met een aangenaam warme bries. Een blik op de weerkaart leert bovendien dat de richting de zuidelijke regio’s trekkende depressie inmiddels aardig tot rust is gekomen, kunnen we nu tenminste echt koers zetten naar het beoogde zuiden, waar het weer de komende tijd ronduit goed lijkt te gaan worden.
Sospel, een op het oog perfect dorpje in de Zee-Alpen (Alpes Maritimes) om de eerste warme kilometers van het jaar te maken, wordt onze uitvalsbasis tijdens de reis. Daar, op 350 meter hoogte en slechts twintig kilometer verwijderd van de Middellandse Zee, kun je na een enerverende rijdag genieten van de mediterrane flair in de oude dorpskern. Voor het echter zover is, wacht ons vandaag eerst nog een lekker aperitief in de vorm van een extreem bochtige weg, die vanuit het groene Roya-dal richting La Maglia voert. Eerst nog van een solide asfaltlaag voorzien, wisselt de wegoppervlak met het uit het oog verdwijnen van de laatste resten van civilisatie al snel naar ruige steenslag. Een grijs wolkendek heeft zich in het dal genesteld, maar met het vorderen van de hoogtemeters wordt het licht alsmaar feller en feller. Het vooruitzicht van een ophanden zijnde hereniging met de zon in combinatie met de goede, redelijk snel te berijden piste brengt ons snel via de ‘Baisse de Colla Bassa’ naar de rondweg rond het Massif de l’Authion. De route verwent met wijdse uitzichten richting de Middellandse Zee, waarbij de inmiddels opgeloste wolken een vrije blik tot ver in oostelijke richting gunnen. Daar, oostelijk van het Roya-dal, loopt de wereldberoemde Ligurische Grenskamstraat, ons doel van morgen. Maar het is nog vandaag, en vandaag ligt het eindpunt van ons rondje Authion onder de rook van de door de Rallye Monte Carlo wereldberoemd geworden Col de Turini. Maar net zoals er meerdere wegen naar Rome leiden, leiden er ook meerdere wegen naar Sospel. Aan de ene kant wacht een tweede bochtenorgie omlaag het Vesubie-dal in, aan de andere kant zijn er meerdere kleine, maar o zo fijne pasjes die richting hetzelfde einddoel voeren. Dit keer valt de beslissing niet uit in het voordeel van de Turini, we kiezen voor de passen en rijden zo snel mogelijk de warme middagzon tegemoet.

De volgende ochtend hangen de wolken andermaal stijf tussen de toppen van het Mercantour nationaalpark. Verder richting het oosten belooft het weer helaas niet veel beter, meer richting zuiden daarentegen, ziet het er een stuk beter uit. Het meest zuidelijke deel van de Zee-Alpen schijnt door warme zonnestralen te worden gestreeld. We besluiten om de Ligurische Grenskamstraat (LGKS) in alle rust te benaderen. Aangezien deze hoogteweg een netwerk van militaire wegen betreft, dat de bergkam aan zowel Italiaanse als Franse kant omzoomt, kun je er op verschillende punten op komen. Gezien de verwachte abominabele weersomstandigheden meer noordwaarts, is de beslissing snel gemaakt om al in La Brigue richting LGKS te klimmen en daarbij het grandioze noordelijke deel dan maar helaas te laten voor wat het is. Al vrij snel bereiken we via de goed te berijden piste de grenskam bij de Colla di Sanson. Langzaam maar zeker baant de zon zich vanuit het zuiden een weg door het dichte wolkendek en doopt de werkelijk fantastische omgeving in een warm licht. Bij één van de talrijke ruïnes, restanten uit een militaristische tijd toen het gebied hier net zo vaak van nationaliteit verwisselde als een kleuter van ondergoed, zetten we de motoren op de jiffy. Uit de koffers worden verse baguettes, kaas, tomaten en olijven getoverd: een perfecte lunch in een perfecte omgeving. Het is hier genieten van een bijna onwerkelijke stilte, die alles in zijn greep houdt. Gefascineerd kijken we ook hoe het Roya-dal maar dikke wolken omhoog blijft stuwen, die vervolgens schijnbaar moeiteloos door de zon worden opgelost. Aansluitend wacht een flinke steenslagpiste, die hier op het zuidelijke deel van de grenskamstraat overigens zeer goed te berijden is, waardoor we al relatief vroeg in de middag la bella Italia in rijden. Tijd voor een flinke ijscoupe ter verzorging van lijf en leden!
Tijdelijke verlichting, want niet veel later gaat het alweer de hoogte in, richting Sella di Gouta om precies te zijn. Hier kun je nog één laatste keer de bergkam op voor de Middellandse Zee zich aandient. Nog voor het zover is echter, worden we tot stoppen gedwongen. Een kudde koeien heeft juist onze piste uitgekozen als snelste weg naar hun Alpenweide. En dat ook nog precies op het punt waar ruwe, grove stenen de bodem sieren, de weg niet breder is dan een metertje of drie en een loodrechte rotswand de weg flankeert. Op een bepaald moment lukt het net om een anderhalve meter breed gat tussen koeien en rotswand te gebruiken om de kudde in te halen. Net op tijd, want slechts een paar kilometer verder opent zich pal voor een serie haarspeldbochten het dikke woud waarna zich voor ons een schitterend panorama over de bergtoppen ontvouwt. En enkel deze toppen scheiden ons nog van de Middellandse Zee, die als een roodgouden deken aan de horizon schittert. Tussen olijvenplantages, wijnranken en andere gewassen door rijdend gaat het via Dolceacqua naar Vallecrosia, een middelgrote plaats aan de boorden van de Middellandse Zee. Even met de voeten de zee in, alvorens weer koers wordt gezet richting Sospel!

De volgende dag staat eerst weer in het teken van een stukje cultuur snuiven. Hoog boven het Roya-dal slenteren we door de krappe, middeleeuwse steegjes van Saorge, die door tot tien verdiepingen hoge bouwwerken worden omzoomd. Hier is geen plaats voor gemotoriseerde voertuigen, waardoor dit hartverwarmende bergdorp baadt in een zee van stilte.
De tweede highlight van de dag dient zich niet veel later aan in Tende. Hier schroeft zich op de flank van de Colle de Tende een militaire weg de hoogte in. Deze Franse pendant van de oostelijk gelegen Ligurische Grenskamstraat, voert over de Baisse de Peyrefique richting de top van de Tende. Middels 48 extreem scherpe haarspeldbochten mikt deze legendarische pasweg zich op de zuidelijke helling het Roya-dal in: een droom!
Voor we de neuzen weer richting Sospel draaien, waar we nog altijd onze tent hebben staan, staat er eerst nog een bezoek aan Monaco op het dagprogramma. Slechts 35 kilometer verderop ligt dit dwergstaatje met slechts 30.000 inwoners, dat zijn bekendheid vooral dankt aan de jaarlijkse Formule 1-wedstrijd die er op het stratencicuit wordt verreden en het feit dat het als belastingparadijs te boek staat. Vele naamloze bergwegen brengen ons naar de mondaine badplaats, maar omdat er nog een rekening met het noorden open staat, houden we het bezoek kort. Morgen staat de Maira-Stura kamweg op de agenda en daarvoor willen we wel een beetje fit zijn.
Vanuit Demonte zetten we de volgende ochtend koers richting de Maira-Stura. Een kleine aardverschuiving verspert ons echter de weg nog voordat we de boomgrens hebben bereikt. Maar zo makkelijk laten we ons natuurlijk niet ontmoedigen. Een kleine vijftig kilometer verderop naderen we een tijdje later de kamweg voor de tweede keer, echter is het kort na de Colle dei Morti, op zo’n 2.500 meter hoogte, wederom uit met de pret. Ditmaal ligt er een dik pak sneeuw op de weg, die verder rijden onmogelijk maakt. Wat resteert? Nou, genieten van de lente die hier schoorvoetend zijn intrede doet. Talrijke bergmarmotten bevolken hier de kale hellingen en bakenen hun territorium af middels heftige bokspartijen. Slechts een paar hoogtemeters lager zijn de bergweides al versierd met kleurrijke bloemen. Geen twijfel mogelijk, de zomer laat nu niet lang meer op zich wachten.
Op de Varaita-Maira kamstraat hebben we gelukkig meer mazzel. Deze hoogteweg loopt op ruim 2.200 meter over de zuidzijde van de bergkam en dit keer wordt onze doortocht noch door gesteente, noch door sneeuw versperd. Desondanks vergt de piste kort na de Colle di Sampeyre de uiterste concentratie. Over een lengte van tien kilometer gaat het over zeer grove stenen en rotsen bedachtzaam voorwaarts, even tempo maken laten we maar voor wat het is. Wil je hier een beetje vaart maken, dan moet je zorgen dat de middelpunt vliegende kracht van het voorwiel groter is dan de zijdelingse krachten, alternatief is uiterst rustig in z’n twee boemelen. Een korte blik diep in de afgrond doet ons voor de ‘schijterdstijl’ kiezen. Biedt tenminste ook de gelegenheid om van de omgeving te genieten, daarvoor zijn we ook hier tenslotte. En die omgeving gloeit in het grandioze licht van het blauwe uur, dat inmiddels zijn intrede heeft gedaan in de bergen van de Piemont.
De daaropvolgende dagen wordt het voorjaarsgeluk alleen maar groter. Koffers bijslijpen op de Col de la Lombarde, ongelooflijk goed lunchen in bergdorpjes als Roubion, cruisen door de rode Gorge du Cians en overnachten in Entrevaux, een middeleeuws dorp met kathedraal die wordt beschermd door een immense citadel. En vooral: eindelijk weer de zomer proeven!

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...