Nieuws

Reizen Thüringer Wald, Dyuitsland

Het is maar een klein berichtje ergens op een achteraf internetsite: de Thüringer Braadworst staat op de nominatielijst voor Unesco Werelderfgoed. Op zoek naar een leuke bestemming voor een lang weekend motorrijden is daarmee het pleit beslecht: het wordt het Thüringer Wald. Kunnen we meteen eens proefondervindelijk vaststellen of die nominatie terecht is!

Wie verwacht dat nou? Eind mei en dan nog nachtvorst? Wij in ieder geval niet, maar het dunne laagje ijs op het motorzadel verraadt dat het kwik vannacht toch echt tot onder het vriespunt is gedaald. Zelf hadden we gerekend op behaaglijke temperaturen ruim in het tweecijferige bereik, maar in plaats daarvan houden Tom en ik vanmorgen onze koffiemokken stevig vast om wat warmte op te snuiven voor de tocht door het Thüringer Wald.

Tien minuten later draaien de motoren gewillig rond. En direct moeten ze behoorlijk aan de bak, want de weg van Gehlberg naar Schmücke loopt meteen al stevig omhoog. Kort voor Schmücke breken we de grens van 900 meter zelfs, waarna de hoogtemeter in het plaatsje zelf nog door klimt tot 916 meter. En daarmee hebben we het hoogste punt van de Rennsteig bereikt, de wandelroute die 170 kilometer door het Thüringer Wald, het Thüringer Schiefergebirge en het noordelijke Frankenwald loopt. Van de 220 hoogtewandelpaden in Duitsland is dit een van de meest bekende.

Schmücke zelf is niet meer dan een paar huizen die verspreid liggen in het groene landschap. We gebruiken het voor een korte stop om over het Thüringer Wald uit te kijken. Veel hoger dan dit komen we niet, want na Oberhof gaat de weg weer naar lager gebieden. De weg erheen voert echter wel langs de Großer Beerberg, met 982 meter de Mount Everest van de deelstaat.
De L1129 leidt ons naar Oberhof, een mooie weg en behoorlijk bochtig. Helaas zijn de vingers echter koud, verlangen naar warmte. Onze frisse zomeroutfit is niet opgewassen tegen deze ‘verfrissende’ omstandigheden. We moeten dus niet alleen tanken in Oberhof, maar ook bijtanken!

Na het tweede kopje thee begint het fysiek wat gesmeerder te lopen. Tom heeft de tijd benut om wat leuke wegen te zoeken, maar Oberhof laat ons niet zo gemakkelijk gaan. Het stadje telt nauwelijks 1.600 zielen en heeft eigenlijk niet veel te bieden, al zeker architectonisch niet. De bezienswaardigheden liggen een beetje uit de route. Deze plaats komt namelijk pas echt tot leven in de winter, en wel als wintersportcentrum. Internationale wintersportenwedstrijden zoals biatlon, langlaufen, bobsleeën, rodelen en schansspringen worden ieder jaar in Oberhof gehouden. De sportfaciliteiten zijn indrukwekkend en vanaf een afstandje kun je je de omvang van onder meer de wereldbekerwedstrijden bijna niet voorstellen. Tot enkele jaren terug waren de winters in Oberhof altijd vrij sneeuwzeker, maar ‘das war einmal’. Tegenwoordig vervoeren vaak tientallen vrachtwagens zo’n tweeduizend kubieke meter witte pracht van de skihal in Gelsenkirchen naar Oberhof om de sneeuw voor een WK Biatlon te garanderen.

Ondertussen heeft de zon zich een weg door de wolken gevochten en warmt de omgeving op. Een goede gelegenheid om eindelijk eens wat kilometers af te raffelen en de motorfietsen aan het werk te zetten op de kleine weggetjes. Nauwelijks in het zadel, worden we evenwel weer naar de kant gelokt door een potentiële Unesco Werelderfgoed-locatie. ‘Thüringer Rostbratwurst’ staat er op een klein hutje. Mijn ouders hebben me altijd het belang van cultureel erfgoed ingepeperd, dus dit laat ik niet zomaar liggen. Even later noteert de verkoper onze bestelling. Of deze regionale specialiteit daadwerkelijk ooit tot ‘immaterieel cultureel erfgoed’ wordt gepromoveerd is nog niet helemaal zeker, want er zijn concurrenten: de tuinkabouters in Gräfenroda, de Duitse bordspelcultuur in het algemeen en de waterkers uit Erfurt om precies te zijn. De Thüringer Worst hoort bij een select gezelschap kortom, welke worst zich specifiek Thüringer mag noemen, is dan ook duidelijk gedefinieerd. Het moet varkensvlees zijn, met een omhulsel van natuurlijke darm en een lengte van exact twintig centimeter. Parameters die de worst erg populair maken onder alle lagen van de bevolking, zowel lokaal, regionaal als zelfs internationaal.

“De motoren hebben vandaag niet echt de kans gehad om op te warmen”, klinkt de korte klaagzang van Tom bij de volgende stop, die net om de hoek ligt. Slechts een kilometer verderop komen we bij de volgende attractie van Oberhof: de schansspringtorens. Twee machtige schansen direct naast de weg, waarvan de grootste een ‘jurylengte’ heeft van 140 meter, dat wil zeggen het punt dat als gevaarlijk wordt beschouwd wanneer springers eroverheen komen. Het schansrecord bedraagt 147 bedraagt, in 2005 door de Fin Anssi Koivuranta bij elkaar gevlogen. Da’s best indrukwekkend!

Tom begint inmiddels knap onrustig te worden, hij wil nu eindelijk wel eens wat meer dan een paar kilometer rijden. Dat komt goed uit, want voor ons ligt een kronkelige schoonheid: de L1128 voert door veel bos, afgewisseld met weelderige groene weiden. Ergens moeten we net de ruïnes van kasteel Hallenburg zijn gepasseerd, althans dat is wat mijn GPS me vertelt. We laten Rotterode achter ons en komen twaalf kilometer verder aan in Kleinschmalkalden. Een mooie, rustige plaats waar weinig gebeurt, maar wel veel idyllisch landschap. Toch vraagt ook Kleinschmalkalden om een stop. De grootste koebel ter wereld smacht om bewonderd te worden. Deze monsterlijke bel weegt bijna een ton, de klepel alleen al 25 kilo, en is beveiligd zodat niet elke bezoeker alarm slaat. Natuurlijk staat de bijna 3,30 meter hoge bel in het Guinness Book of Records.

Afijn, de twaalf prachtige kilometers naar Friedrichroda liggen veel te snel achter ons. Het plan van vandaag is dat we niet echt een plan hebben, en dus rommelt Tom wat met zijn smartphone. “Wil je het snel en recht, of langzaam en bochtig?”, stelt hij een enigszins onnozele vraag. We slaan linksaf en zetten koers naar een kleine bezienswaardigheid op de route. Een kleine twintig kilometer verder en talloze bochten later staan we voor de Trusetal waterval, waarschijnlijk de enige seizoenswaterval ter wereld. De waterval is gebouwd in 1865 en alleen in bedrijf van de lente tot de herfst. Het water valt 58 meter naar beneden in een 3,5 kilometer lang kanaal. In de winter wordt het water afgesloten.

Kort na Brotterode-Trusetal buigt de L2608 af richting Schmalkalden en loopt door het bos. Wat volgt is elf kilometer puur kronkelplezier. Tom is eindelijk helemaal in zijn element. Het navigatiesysteem leidt ons via de toverformule ‘bochtige route’ over de kleinste, meest lommerrijke wegen naar de camping in Gehlberg. Het begint frisjes te worden en we stoppen eerst nog even voor een kop koffie in een café. Daar krijgen we terloops te horen dat Gehlberg een plaats met geschiedenis is. De röntgenstralen, in 1895 door Conrad Röntgen ontdekt, zorgden voor een revolutie in de medische wereld en de meeste buizen die hiervoor nodig waren, kwamen in de beginjaren uit Gehlberg.

De tweede nacht brengt gelukkig geen vorst. In de ochtend doen we het daarom lekker rustig aan, wat ook te maken heeft met onze planning. De eerste stop is Suhl, meer specifiek bij het voertuigmuseum, dat de deuren echter pas om 10.00 uur opent. En dus trakteren we onszelf eerst nog een kop koffie. Tien minuten later zitten we in het zadel en gaan precies de andere kant op dan waar Suhl ligt. Waarom? Omdat er hier in de buurt een paar prachtige motorwegen liggen. Het is eigenlijk maar dertig kilometer van Gehlberg naar Suhl, maar tegen de tijd dat we onze tweewielers bij het museum parkeren, staan er toch zestig op de dagteller.

We zijn mooi op tijd. Om tien uur zijn we nog alleen en kunnen op ons gemak door 50 jaar twee- en vierwielergeschiedenis wandelen. Er zijn 260 items te bewonderen, waaronder veel van Simson. Het merk bouwde tot 2006 bijna zes miljoen motorfietsen en de meest bekende is ongetwijfeld de Schwalbe, die in 1964 het levenslicht zag. Ook de opvolger, de K50, bereikte een cultstatus. Ten tijde van de DDR werden in Suhl jaarlijks tot 200.000 tweewielers geproduceerd, na de hereniging stortte de vraag echter volledig in en dat betekende het einde van het merk dat sinds 1856 bestond.

We rijden weer door het Thüringer Wald. Bij een kleine ‘Imbiß’ betuigen we andermaal ons respect aan de Unesco-kandidaat. Met hernieuwde energie richten we het vizier op Steinach en de glasstad Lauscha. Via prachtige wegen dartelen we door de deelstaat en hoewel het een lang weekend is en het weer zich van zijn meest zonnige kant laat zien, is het heerlijk rustig op de weg. Perfect!
.
Het is vroeg in de middag wanneer we Lauscha bereiken. De glazen kerstboomversieringen van hier zijn wereldwijd bekend, maar in de zomer is het vrij rustig in de glasstad. In de winter echter komt de stad helemaal tot leven. Mensen uit heel Duitsland en zelfs van over de grens komen dan naar Lauscha om kerstdecoraties in te slaan. De rust is bedrieglijk, want het motto ‘na Kerstmis is voor Kerstmis’ heeft men hier hoog in het vaandel. De meeste glasblazerijen beginnen al met de planning voor het nieuwe Kerstseizoen in januari.

In Großbreitenbach dwingt iets anders ons tot stoppen. We raken aan de praat met drie heren, twee van rijwielen zijn meer dan zestig jaar oud. Daarmee vergeleken is de derde uit 1996 nog een puber. De drie ‘bikers’ zijn uiterst ontspannen, en dat moet ook wel, want de snelste van de drie Simsons tikt met moeite de vijftig kilometer per uur aan. Het ontbreekt het trio niet aan enthousiasme, vol overgave vertellen ze over hun machines. Snelheid en plezier zijn volledig los van elkaar staande zaken, zo blijkt wel. We zouden nog uren met hen verder kunnen praten, maar ze moeten verder. Er is een campingplek gereserveerd waar ze hun kamp voor de nacht willen opslaan. En wie op deze manier reist, moet zijn reistijd goed plannen.

Wij keren terug richting Gehlberg en passeren het dorpje Allzunah. Kort daarna passeren we een klein weggetje dat naar een overblijfsel uit de Koude Oorlog leidt. Achter de codenaam ‘Trachtenfest’ werd in de DDR-tijd in het bos een grote bunker gebouwd als commandocentrum. Het hele project was topgeheim. Tegenwoordig is het een museum, maar helaas zijn we te laat om de locatie te bezoeken. Het blijft bij een vluchtige blik van buitenaf.

Voor Tom zit het weekend er nu op, hij heeft zondagse familieverplichtingen. Ik niet, en die tijd gebruik ik om er nog even met een oude kennis hier uit de omgeving op uit te trekken. Maximilian kent de omgeving van zijn woonplaats Illmenau als zijn broekzak. Een lange dag gaat het over de kleine paadjes door het bos, we pakken grind- en gravelpaden, doorwaden verschillende kleine stroompjes en doorkruisen kleine, slaperige boerendorpjes. Veel sneller dan gewild zakt de zon alweer aan de horizon. “Wat dacht je van een beetje cultuur zo aan het einde?”, vraagt Maximilian. “Lekker”, antwoord ik bijna automatisch, “ik heb best trek!”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...