+ Plus

Reizen Slowakije

Zeg Slowakije, en niemand die spontaan zal roepen: “Ja, laten we daar dit jaar eens heen gaan.” Het voormalige Oostblokland staat dan ook maar bij weinig reizigers op het vakantievizier. Maar wie de stap waagt en zich onder meer onderdompelt in de magnifieke wereld van de Hoge Tatra vraagt zich achteraf af: “Waarom nu pas?”

Aan de grens geeft een land altijd het eerste visitekaartje af. Sinds het Schengenverdrag kennen we binnen de EU amper nog controles bij de grens. Maar daar is verandering in gekomen sinds de vluchtelingencrisis, zo blijkt. Robert en ik worden ongewild en onverwacht getrakteerd op een meer dan drie uur durende wachttijd, evenals een behoorlijk treiterige afhandeling bij de Slowaakse grenspost van Uzhorod. Een beetje vergelijkbaar met dertig jaar geleden bij het reizen naar de DDR. De dikke en flink zwetende douanier wil weten waar we de tabak en alcoholische drank uit Oekraïne hebben verstopt, hoeveel liters benzine in de tanks van onze allroads verbranding wachten en wat de topsnelheid is van mijn Ténéré. Documenten worden geïnspecteerd, gecontroleerd en gekopieerd, de bagage mag zich verheugen op een grondige doorzoeking. Van harte welkom in het oude Oostblok en EU-lidstaat Slowakije. Hoe luidt het gezegde ook alweer, ‘je krijgt geen tweede kans voor een eerste indruk’? Laten we het dan in dit geval positief benaderen, die eerste indruk is in ieder geval onuitwisbaar. Eens kijken of het land deze bittere bijsmaak nog kan uitwissen.

Het landschap getroost zich in ieder geval veel moeite. Tussen groene heuvels en bruine akkers meanderen de rustige wegen in westelijke richting. In een boemeltempo proberen we de sfeer te proeven van dit voor ons nieuwe land. We rijden langs het stuwmeer Zemplínska Šírava en dan door het kleine plaatsje Michalovce, dat we alweer zijn vergeten nog voordat we het plaatsnaambord zijn gepasseerd. Er zijn amper nog rijdende sporen te bekennen uit de vroegere socialistische tijden. Geen Lada’s, Zastava’s, Wartburgs, Trabi’s of andersoortig vierwielercult uit vervlogen tijden helaas. Wel heel af en toe een oude Skoda of een Jawa, dat maakt het gemis toch een beetje goed.
Westelijk van de grote stad Košice duiken we de boomplantages in van het Slowaakse Ertsgebergte. Het is met bijna vijftienhonderd meter duidelijke hoger dan zijn Duitse naamgenoot. Het bijna ondoordringbare bos onttrekt het gros van de tijd ieder potentieel panorama aan het zicht, maar de kleine bergwegen met weinig verkeer zijn perfect terrein om ontspannen te laveren met de motorfiets. Het land is duidelijk ijverig bezig met het verzamelen van pluspunten. Totdat we in Jasov aankomen, een stad in het dal van de Bodva met een kleine 3.500 inwoners. Eigenlijk heel leuk, maar aan de rand van de stad worden we gechoqueerd door twee systeembouw complexen met drie verdiepingen, die ondanks hun ruïneuze voorkomen worden bewoond door Romazigeuners. De ramen zijn verleden tijd, de deuren werden inclusief raamwerk uit de muren gebroken, vlakbij liggen stinkende bergen afval te dampen, naakte kinderen spelen in gestripte autowrakken en vrouwen wassen hun wasgoed in een nabijgelegen beek. Zulke sloppenwijken verwacht je misschien in Lagos, Manilla of Calcutta verwachten, maar niet in een volwaardige EU lidstaat. Verschrikkelijk.

We zijn al vele tientallen kilometers verder als deze gruwelijke beelden langzaam verdwijnen van onze netvliezen. Het reisplezier komt pas weer terug op het moment dat de silhouetten van de Hoge Tatra zich verrassend groot en machtig door de milde namiddagnevel heen weten te worstelen. De Hoge Tatra is het kleinste hooggebergte op aarde, amper dertig kilometer lang, maar wel met twintig bergtoppen hoger dan 2.500 meter. Vooral van veraf maakt de aanblik van deze bergen een enorme indruk. Aan de voet van de steile en ongenaakbare Lomnický Stít vinden we een gigantische camping. Een flinke renovatie zou zeker geen kwaad kunnen, maar het uitzicht is onuitwisbaar mooi. Dus blijven we hier.
De volgende dag verkennen we met de motorfietsen de Hoge Tatra. We rijden zo ver als we kunnen. Er gaat geen enkele bergpas over het steile en ongenaakbare gebergte. In de nauwe en wilde dalen, waar nog lynxen en ongeveer vijftig beren leven, kun je je alleen nog maar te voet voortbewegen. Prima zo. De natuurbeschermers van het nationale park Tanap, een door de Unesco tot biosfeerreservaat uitgeroepen gebied, hebben het echter niet gemakkelijk. De machtige lobby van de bosbouwkundige industrie en de winst- en bouwzuchtige investeerders zouden de Hoge Tatra het liefst veranderen in één groot wintersportcircus met reusachtige hotels, skiliften en kunstsneeuwpistes. Tomas Vancura, de directeur van het nationale park met een vastberaden inzet voor de natuurbelangen van de Tatra, werd zelfs door de regering op straat gezet omdat hij commentaar had op deze plannen.
Het toeristische hart van de Tatra bevindt zich in Tatranska Lomnica met een eigenaardige architectonische mix uit verschillende tijdperken. Zo is er het eerbiedwaardige, 110 jaar oude Grandhotel Praha in de Art Nouveau-stijl uit de Belle Epoque, maar zijn er ook vervallen bouwwerken uit het communistische tijdperk of patserige villa’s, landelijke en robuuste blokhuizen en lelijke hedendaagse hotels van beton. Niettemin is Lomnica ondanks het winterse skicircus heel leuk gebleven. Er zijn rustige lunchrooms met daarnaast de nodige kleine winkels, die in de zomer vooral outdoor-benodigdheden verkopen.
Toch maken de bergen geen grote indruk vanaf hier, ze zijn te dichtbij. Natuurlijk zouden we met de kabelbaan naar de toch 2.633 meter hoge top kunnen zweven van de Lomnický Stít, maar het schandalig dure ticket van 46 euro gaat dwars door de pijngrens, dat laten we dus maar even voor wat het is. Dat zijn immers bijna Zwitsers hoge Alpenprijzen. Liever gaan we op afstand naar de bergen om ze beter te kunnen zien. We rijden over de bochtige kleine wegen door de met dicht bos begroeide Lagere Tatra, langs de reusachtige ruïnes van de Zipser Burcht en dan over een stoffige piste Polen binnen langs de grensrivier Poprad. Grenscontroles zijn er hier gelukkig niet meer. Zo gemakkelijk is een grensovergang van het ene naar het andere land in het huidige Europa.

Polen maakt direct een sympathieke indruk, mooie oude en goed verzorgde houten huizen in gemoedelijke dorpen. Open grasvelden wiegen in de warme wind en machtige onweerswolken trekken op een rustgevende afstand aan ons voorbij. Op de secundaire weg naar Zakopane is nagenoeg geen ander verkeer. In het zuiden zien we de Hoge Tatra de blauwe hemel in rijzen. Omdat de bergen vanaf deze kant zachte rondingen hebben en niet gekloofd en steil zijn, ziet het er vanaf hier veel minder spectaculair uit. De avondspits van Zakopane en de talloze verkeers- en reclameborden werken een beetje op de zenuwen, maar de oude stad heeft ondanks het massatoerisme haar charme weten te behouden. Drie miljoen bezoekers per jaar, die vooral in de winter naar de Poolse skioorden gaan, zorgen voor welvaart.
Ten noorden van Zakopane doen we weer enkele toenaderingspogingen om de Tatra nog een keertje te verkennen. We vinden enkele kleine weggetjes van waar we een vrij uitzicht hebben. Tot aan de grens van het nationale park wordt ijverig maar zonder plan gebouwd: hotels, pensions, luxe en chique villa’s. Allemaal gezegend met een prachtig uitzicht zolang niet iemand anders nog iets groters ervoor bouwt. Twee uur later zijn we weer in Slowakije, de grensovergangen bij Chocholow zijn wederom onbemand. Het land scoort weer ijverig pluspunten. Met onze spaakwielen rollen we heerlijk over de provinciale weg naar Liptovský Mikulás. Bergpassen hoger dan tweeduizend meter, het mooiste asfalt, vloeiende bochten en amper andere verkeersdeelnemers. Echt genieten. Aan de horizon zien we de bergen met hun zachte rondingen van de Lagere Tatra. De hoogste berg, de Dumbier, is toch nog een indrukwekkende 2.045 meter hoog. Een rustig en onspectaculair landschap, dat wordt namelijk aan de Hoge Tatra overgelaten. De sympathieke en goed verzorgde camping Mara, met een goed uitzicht op de Tatra, vinden we bij het grote stuwmeer van Liptovský, het Liptovská Mara. Voor nog geen tien euro nuttigen we op de camping heerlijke pizza en een lekker koel Staropramen biertje. Een ontspannen laatste avond in Slowakije, morgen gaan we namelijk verder naar Tsjechië. Met een beetje pijn in het hart, dat wel. Door het bar slechte onthaal daalde de stemming weliswaar tot ver onder het vriespunt, inmiddels heeft het prachtige land de temperatuur tot aangename hoogte weten om te buigen. Zo zie je maar, laat je nooit leiden door een eerste indruk!

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...