+ Plus

Reizen Semois

In de Belgische Gaume en langs de boorden van de Semois krijg je de mooiste bochten voor de wielen geschoven. Het gebied markeert dan ook de zuidgrens van de Ardennen, dat gekenmerkt wordt door schitterende natuur en het betere slingerwerk langs deze meanderende rivier. Met een Aprilia Futura onder de leden was het dan ook een heerlijk weekend knietje aan de grond door het Bourgondische land.In het uiterste zuiden van België ziet het rond de boorden van de rivier Semois in de zonnige weekenden zwart van de motorrijders, en dat terwijl de stroom amper tachtig kilometer lang is, met een uiterst geringe diepgang. Op de meeste plaatsen is een kajak het hoogst haalbare vaartuig om de rivier mee te bedwingen, die zich in alle rust een weg door het landschap baant. De dorpen, steden en het natuurschoon er omheen zijn echter van een schoonheid die het gebied tot een waar motorparadijs maken. Uiteraard samen met het rijkelijk kronkelende asfalt waarop je je met alle gemak een dag lang heerlijk kunt uitleven. De bron van de Semois bevindt zich even buiten de oude stadskern van Aarlen, de hoofdstad van de provincie Luxemburg, één van de tien Belgische provincies en niet te verwarren met het Groot Hertogdom Luxemburg. Aarlen, in het Frans Arlon genoemd, ligt langs de snelweg richting Luxemburg stad en Metz, die voor heel wat toeristen de toegangspoort vormt tot de Franse snelwegen richting zuiden. Al van vele kilometers afstand zie ik het oude stadscentrum van Arlon liggen met zijn opmerkelijke heuvel en de Sint-Donatuskerk. Samen met Doornik en Tongeren strijdt Aarlen om de titel van oudste stad van België. Ongeveer 1.500 jaar voor het begin van onze jaartelling werd er al gesproken over de Keltische nederzetting Arelaunos. De stad staat dan ook bol van archeologische opgravingen zoals de Romeinse toren, baden en de basiliek. Ik parkeer de Futura op de Place Léopold, één van de vele sfeervolle marktpleinen van Arlon, die omgeven is door talrijke horecazaken en historische gebouwen, zoals het oude justitiepaleis en het Provinciehuis. De Amerikaanse M10 tank van het 630th Tank Destroyer Regiment en de daarbij horende gedenksteen van de ‘Weg van de Vrijheid 1944’ zijn een stille herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Plaatselijke kinderen zien het stalen monster echter meer als een klimtuig dan als monument. Arlon blijkt een de perfecte bestemming om de stramme ledematen even de nodige rust te gunnen na een lange rit. De vele cafés en restaurants bieden de uitgelezen mogelijkheid om de innerlijke mens eens even flink te verwennen. Het centrum van Arlon is, zoals zoveel Belgische steden, een wirwar van éénrichtingswegen. Voordeel is wel dat het heerlijk flaneren is de smalle straatjes met kasseien en bovendien heb je overal plaats om je machine te parkeren. Ik wandel langs het Albert I Plein met het standbeeld van de Ruiterkoning der Belgen waarna ik tot slot nog even naar het hoogste gedeelte van de stad rond de kerk van Sint Donatus en haar merkwaardig gevormde klokkentoren slenter. De kerk is gebouwd door kapucijner paters op de fundamenten van een oud kasteel dat toebehoorde aan de markiezen van Arlon. Ik wandel langs de trappen van de kruisweg omhoog en eenmaal boven is het nog een kleine inspanning naar de top van de ‘campanile’ of uitkijktoren van de kerk. Ik sta hier 450 meter boven de zeespiegel en het uitzicht is dan ook prachtig. De bron van de Semois bevindt zich nabij de kruising van de Rue des Tanneries, de Rue Sonnetty en de Rue des Déportés. Tussen de recent opgetrokken woningen blijkt het echter een hele klus om deze te vinden, volgende keer toch maar even een stadsplattegrond halen. Al in de oudheid was hij bekend, toch werd de huidige pas in 1968 bij graafwerken herontdekt. Het water vloeit nu van een klein bassin over een steen, met de beeltenis van een dorstige reiziger die zich laaft aan de bron, in het grote bassin. Op een groot bord is de hele loop van de rivier te zien, die zich strekt door de provincies Luxemburg en Namen tot aan de Franse grens bij Monthermé, waar de naam verandert in Semoy en niet veel later uitmondt in de Maas. Het meest zuidelijk gelegen Belgische dorp is Torgny, dat pal aan de grens ligt met het Franse departement Meuse. Het is hier niet zo hoog als in de Ardennen, maar dankzij de dicht beboste heuvelruggen heeft de gure noordenwind hier weinig invloed. Het meest zuidelijke puntje van België heeft daardoor een soort van microklimaat dat gekenmerkt wordt door weinig neerslag, uitzonderlijk veel uren zon per jaar en in Torgny zelfs heuse wijngaarden. Het idyllische plaatsje is gewoonweg on-Belgisch mooi. Het lijkt wel alsof je in de Franse Provence bent beland en ik neem dan ook ruim de tijd om van de opvallende huisjes met de typische dakpannen en de ontelbare bloemperken te genieten. Ruimte en rust domineren hier de Gaume en er zijn ontelbare rustige toerbaantjes die her en der de grens met ‘la douce France’ overschrijden. Een prachtige route is de D118 tussen Torgny en Montmédy, die voert langs Vélosnes en Bazeilles sur Othain. Ik rij door de vallei van de Othain om even later de citadel van Montmédy aan de horizon te ontwaren. En de kathedraal van Avioth, een vreemd en immens bouwwerk in een nietig klein dorpje. Tussen Herbeumont en Monthermé telt de Semois bijna vijfentwintig meanders en de bochten en hairpins die de baan van de rivier volgen zijn zelfs nog ontelbare malen groter. Kilometers lang rotspartijen aan de ene en de rivier aan de andere kant, waarbij het wegdek op sommige plaatsen helaas in een nogal slechte staat is. Ronduit gevaarlijk zelfs af en toe, groeven, spoorvorming, oplapplekken of zelfs diepe gaten sieren het wegdek dat duidelijk z’n beste tijd heeft gehad. Veel berijders van sportfietsen kiezen dit traject als racepiste en dat betekent foute boel. Op één van de uitkijkpunten waar de Semois als een dolk door het woud klieft, hoor ik in de verte enkele snerpende en loeiende geluiden van enkele supersports, type Blade, R1 of GSXR. Ook enkele Duc’s met hun zware mokerslagen klimmen flink toeren draaiend de heuvels omhoog. De streek hier is geliefd bij duizenden motorrijders, een liefde die af en toe duur betaald wordt blijkt niet veel later. Twee machines liggen totaal in de prak na een ongeval en ondanks dat ik de oorzaak ervan niet weet, geef ik het gashendel onbewust toch wat meer rust. Uitloopstroken en grindbakken vind je hier immers nergens en op sommige plekken laat de weg eenvoudig geen misstappen toe.Een stuk verder staan de grootste toeristische trekpleisters van deze streek, de abdij van Orval en het kasteel van Godfried van Bouillon. Er zijn slechts zes trappistenbrouwerijen in de hele wereld en die liggen netjes verspreid over heel België. Westvleteren, Westmalle en Achel in Vlaanderen en Chimay, Rochefort en Orval in Wallonië. Het gouden bier van Orval wordt gebrouwen volgens de methode van het Engelse drooghoppen, waarbij men de beste hopssoorten drie weken lang laat trekken in grofmazige zakken, die het bier vervolgens het speciale aroma geven. Nog een scheutje vloeibare kandij en klaar is kees. Ik word rondgeleid door Broeder Xavier, die de geschiedenis van de midden tussen de bossen liggende, eeuwenoude abdij tot in detail uitlegt. De eerste nederzetting van de benedictijner Kartuizers, die immigreerden vanuit het Italiaanse Calabrië, dateert al uit 1070. De Abdij ligt er werkelijk adembenemend mooi bij en dat geldt eveneens voor de burcht van Godfried van Bouillon, het uithangbord van het gelijknamige stadje. De weg erheen is steil en bezaaid met scherpe haarspeldbochten. De burcht staat er al vanaf de negende eeuw, maar echt bekend was deze nooit, dat veranderde echter rond 1050. Aangezet door de preken van Pieter de Kluizenaar verpachtte de Godfried zijn kasteel en vertrok voor de eerste kruistocht naar Jeruzalem. Daar zou hij later gekroond worden als koning van Palestina waar hij een jaar later kwam te overlijden. Toen Van Bouillon met zijn gezellen de Semois overstak, kon hij niet vermoeden dat hij zijn land en burcht nooit meer zou terugzien. Voor mij is het tijd om verder te gaan. Aan de overzijde van de rivier zie ik Le Tombeau du Géant, ofwel het graf van de Reus, en het dorp Frahan liggen. Één van de vele prachtige panorama’s die zich hier in de omgeving ontvouwen, iets dat ook geldt voor de huizen met leien daken die iets verder bij Rochehaut in de diepte liggen. Wil je echter één van de terrassen van Frahan onveilig maken, dan kost je dat wel een ritje van twaalf kilometer over een doodlopende weg. Wel de moeite waard overigens, want het ene uitzicht is nog wonderbaarlijker dan de andere. Wie niet genoeg kan krijgen van het rijden alhier kan bij de plaatselijke VVV terecht, deze bieden diverse toeristische motorroutes aan, allemaal met een verschillend thema. Voor mij de uitgelezen mogelijkheid om binnenkort nog een keer koers te zetten naar deze wonderschone omgeving het zuiden van België. Ligt toch praktisch om de hoek …________________________________________ [INFOKASTEN]INFO De streek van de Gaume en de vallei van de Semois moet het vooral hebben van het toerisme en in mindere mate van de bosbouw. Als bezoekend toerist én motorrijder word je er gastvrij ontvangen en de streekgerechten zijn om de vingers bij af te likken. Een goed geplande trip begint bij de plaatselijke VVV, waar men over het algemeen vrij goed Nederlands spreekt. Vanuit Nederland is de trip zeker niet in één dag te doen, wanneer je naast het rijden ook nog wat kleine excursies wilt ondernemen. Neem je een weekend de tijd, dan kun je in alle rust genieten van alles wat de Gaume te bieden heeft. REISDe afstand van Utrecht naar Aarlen via Breda-Antwerpen-Brussel-Namen is ongeveer 350 kilometer. Kies je echter voor een alternatieve route door de Ardennen, dan vermijd je de wat plichtmatige snelwegkilometers en is de reis erheen nagenoeg net zo mooi als het toeren in de Gaume zelf.ONDERDAKIn de Gaume (www.soleildegaume.com), de streek rond Arlon (www.arlon.be) en langs de boorden van de Semois (www.semois-tourisme.be) is er geen gebrek aan overnachtingsmogelijkheden. Je kunt kiezen tussen de klassieke hotels in alle prijsklassen (al vanaf € 50,- per nacht), campings, jeugdherbergen of gîtes. De ‘chambre d’hôtes’ zijn echter een voordelig alternatief voor een hotelkamer, met als bijkomend voordeel dat je ook kennismaakt met de plaatselijke gebruiken. KEUKENEen echte streek voor fijnproevers. Uiteraard de bekende patés, kazen en vleesgerechten, waarbij je jezelf tijdens het wildseizoen de meest overheerlijke gerechten van het beste wild niet mag ontzeggen. Dat alles wordt weggespoeld met wijn uit eigen gaard of bier uit eigen brouwerij.CONTACTBelgisch VerkeersbureauOffice de Promotion du Tourisme de Wallonie et de Bruxelles, ASBLRue Saint-Bernard 30 1060 BruxellesBelgiqueT + 32 (0)70-221 021E info@opt.beI www.opt.beVVV SemoisPavillon du tourismePlace Albert IerB-6820 FlorenvilleBelgiqueT +32 (0)61-311 229E info@semois-tourisme.beI www.semois-tourisme.be

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...