Nieuws

Reizen Roemenië

Veel authentieker dan Roemenië krijg je het niet snel. Zo blijkt wel tijdens een ontdekkingsreis door het allroadparadijs dat de Karpaten heet. Het Oost-Europese land schittert in al zijn eenvoud en lijkt maar niet te kunnen kiezen gisteren en vandaag!

Eigenlijk ligt Roemenië helemaal niet zo ver van het centrum van Europa. Vanaf Amsterdam is het ruim 1.700 kilometer rijden naar Timișoara in het westen van het land aan de Zwarte Zee. Dat is weliswaar een behoorlijke afstand, maar nog altijd best goed te doen. Toch leidt de weg van de gemiddelde motorreiziger zelden naar het oosten. Spanje, Italië, Kroatië, de Noordkaap, ja, die staan bij velen hoog op het verlanglijstje, maar Roemenië? Onbekend maakt onbemind misschien wel. Want wat weten eigenlijk van dit land aan de Zwarte Zee?
Niet heel veel waarschijnlijk. Dat de vampierlegende Graaf Dracula er zijn kasteel heeft, dat weet menigeen nog wel. Verder overheersen toch veelal overwegend negatieve associaties. Van bedelende vrouwen in lange gewaden tot bendes die westerse auto’s per dozijn verpatsen. Maar al met al is er niet veel bekend over het land dat vroeger in het hart van het socialisme leefde. Het lag bijna volledig geïsoleerd achter de Balkan en Hongarije en zuchtte onder één van de meest ijzersterke communistische dictaturen van dat moment. Trefwoord: Nicolae Ceaușescu.

Wanneer je dit fascinerende land wilt leren kennen en begrijpen, kun je het beste op ontdekkingstocht gaan met een lokale inwoner. Iemand zoals Matei, een Bukuresti, zoals de inwoners van de hoofdstad worden genoemd. Matei volgde een opleiding tot motorrij-instructeur en organiseert tegenwoordig veiligheidstrainingen. Vroeger werkte hij voor Audi en spreekt daardoor zeer goed Engels en Duits. Hij is wat dat betreft van onschatbare hulp in het achtergebleven Roemeense achterland, waar Roemeens en Russisch de enige voertalen zijn. Eenmaal per jaar organiseert Matei de RideX GS Transylvania Tour, een rondrit door de Karpaten voor BMW GS motoren. Het middelgebergte ten noorden van de hoofdstad, op de grens met Oekraïne, wordt door sommigen als synoniem voor het ‘einde van de wereld’ bestempeld middels de uitdrukking ‘naar de Karpaten’. In de ogen van de kosmopolitische bevolking van Boekarest is de regio in alle opzichten ook daadwerkelijk achtergebleven gebied. Of ze gelijk hebben? We gaan het zelf ervaren!

Het begin van de tocht brengt ons over de vierbaanssnelweg vanaf de hoofdstad naar het behoorlijk toeristische heuvelland rond Brașov. We krijgen direct een eerste indruk van de botsende realiteiten van het leven in dit andere land: slechts enkele kilometers na de levendige winkelcentra houdt een rustig voortkabbelende paard-en-wagen op de snelweg het achteropkomende verkeer op. Het achtergebleven Roemenië zoals de meesten van ons het zich voorstellen. De snelheid moet er behoorlijk snel uit, maar gelukkig zijn we behoorlijk flexibel op onze motoren en zijn de andere weggebruikers attent genoeg om ons er langs te laten, zodat we niet al teveel oponthoud hebben door deze rijdende chicane.

Vandaag is maar een korte dag, morgen begint het echte werk pas. ‘s Avonds hebben alle twintig deelnemers zich verzameld in het moderne hotelcomplex met een prachtig buitenzwembad. Matei houdt een praatje over wat er allemaal verwacht kan worden, geeft instructies, waarna de meeste de route van de eerste dag in hun navigatiesysteem zetten. Tijdens het behoorlijk opulente diner – in de Karpaten is het eten overvloedig en hartig, met veel vlees, gevoelige magen moeten zich aanpassen aan de veelal gezuurde gerechten en vegetariërs staan meestal in de kou – blijkt dat de meeste deelnemers uit Boekarest komen. Op twee of drie nieuwkomers na heeft iedereen al meerdere keren deelgenomen aan de GS TT, die in 2016 zijn première beleefde. Een blik op het parkeerterrein toont de hele Beierse armada: van de eencilinder F650GS in Dakar-look via de F800/F850 tot de dikke boxermodellen met 1200 plus cc’s. En uiteraard zijn er ook de nodige rijk aangeklede Adventures aanwezig. Grote gemeenschappelijke delers is het feit dat iedereen goed op het niet geasfalteerde avontuur is voorbereid, iedere motorfiets is namelijk voorzien van gripvolle noppenbanden.

De officiële start is om 8.30 uur de volgende ochtend. De meeste deelnemers hebben er klaarblijkelijk zin in, want het gros van de aanwezige GS’en staan al rond acht uur warm te draaien. Over warm gesproken: het is augustus en dat is doorgaans één van de warmste maanden in Roemenië, toch stijgt het kwik op dit moment nog niet eens tot in het tweecijferige bereik. “Hier in de Karpaten is het altijd een stuk koeler dan in het omliggende laagland”, weet Matei, terwijl hij met zijn handen in elkaar wrijft voor wat extra warmte. “Thuis in Boekarest zakt de thermometer in deze tijd van het jaar zelden onder de dertig graden, dus prijs je gelukkig nu.”

De komende vier dagen hebben we zo’n twaalfhonderd kilometer asfalt, zandwegen en woest terrein voor de boeg. De lunchpakketten worden in koffers en topkoffers opgeborgen, en dan gaan we op weg in kleine groepjes die gisteravond tijdens het diner zijn gevormd. We laten Brașov na twee of drie keer gas geven achter ons en rijden door licht golvend, duidelijk agrarisch georiënteerd landschap. Aan het eind van een dorp laten we het asfalt achter ons en volgen een riviertje over een onverharde weg. Zo tussen de tien à vijftien kilometer lang is de weg, waarop we werkelijk geen levende ziel tegenkomen. Meermaals doorkruisen we de waterloop, wanneer je geen waterdichte laarzen hebt, zul je de rest van de dag met kletsnatte voeten moeten rijden.

We passeren verschillende kleurrijke dorpjes waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Het voelt bijna als rijden door de vorige eeuw langs de vakwerk- en stenen huizen, waar enkel een onverharde weg tussendoor loopt. Paardenwagens in plaats van tractoren staan aan de rand van de weg en de fiets is hier ogenschijnlijk het enige vervoermiddel voor de lokale inwoners. Jonge honden rennen met de motorfietsen mee, kleine kinderen zwaaien vrolijk en de oudere dorpsbewoners zitten op het plein, maken een praatje en kijken ons een beetje verwonderd na. Niet zelden graast er een eenzame koe in het groen naast de hoofdweg. Achter de kleine dorpen wisselen bloeiende weides en vruchtbare akkers elkaar voortdurend af. Op de velden werken boeren en hun knechten zich in het zweet bij het bewerken van het land. Wat een immens contrast met ons airconditioned hotel voorzien van alle gemakken en comfort, waaruit we nog maar enkele uren geleden vertrokken.

“Dit gebied hier is de Siebenbürgische Heide”, vertelt Matei op een gegeven moment. “Hier houden ze nog altijd vast aan de oude Saksische tradities en spreken de meeste inwoners ook Duits.” Saksen, Duits? Heel vreemd, maar de verklaring blijkt eigenlijk heel eenvoudig. Siebenbürgen is de Duitse benaming van Transsylvanië, waarbij men eigenlijk nooit de oorsprong van de Duitse benaming heeft kunnen achterhalen. Vermoedelijk voert de naam terug naar zeven steden die door Duitse immigranten zijn gesticht. Het zou echter ook kunnen verwijzen naar de ‘Zeven Stoelen’, de administratieve gebieden met eigen regels en wetten in het lang betwiste grensgebied in het oosten van Roemenië. In ieder geval heeft het woord deels betrekking op het aantrekken van Duitse kolonisten in de twaalfde en dertiende eeuw, waarmee de toenmalige vorsten hun regio’s wilden beschermen tegen de invasie van de Tataren en Turken. De kolonisten kwamen echter lang niet allemaal uit het huidige Saksen, maar ook uit de regio’s Midden-Rijn, Moezel, Vlaanderen en Wallonië. Aangezien Saksen in die tijd het Latijnse stereotype was voor iedereen die ook maar uit West-Europa kwam, werden zij dus Saksen genoemd. Dat is onder meer nog altijd de reden waarom veel straatnaamborden en opschriften naast Roemeense ook Duitse namen dragen.

Achter het heuvelland rijzen de toppen van de Karpaten de hoogte in en wordt het weer merkbaar koeler. Een prachtig kronkelende asfaltweg leidt bijna als een diep ingesneden kloof door donkere naaldbossen naar het idyllisch gelegen bergmeer Lacs Rosus. Hier volgt andermaal een schril contrast: vanuit de volledige eenzaamheid van het Roemeense achterland stuiten we aan de oever van het meer op een toeristische trekpleister van jewelste, compleet met een enorme busparking, hotels en kraampjes!

Achteraf blijkt dat ons enige bliksembezoekje aan beschaving gedurende langere tijd. De route voert ons over boswegen, die allemaal erg zacht zijn geworden door de regen van de afgelopen tijd, tot boven de boomgrens op de door de wind geteisterde hoogten van de Karpaten. Onderweg treffen we heel sporadisch een eenzame herder met zijn kudde, altijd vergezeld door de herdershonden die een paar honderd meter verderop blaffen. Het terrein is rotsachtig en ruw, uitgespoelde geulen en dikke rotsblokken verhogen de rijtechnische moeilijkheidsgraad enorm. Zo erg, dat niet iedereen er ongeschonden doorheen komt. Een dikke boxer crasht zo ongelukkig op de stenen, dat het kleppendeksel breekt. In het extreem moeilijke toegankelijke terrein duurt het een paar uur voordat de serviceauto bij ons en de beschadigde GS kan zijn. De ongelukkige eigenaar wilde eigenlijk nog over het asfalt naar het onderkomen voor de nacht rijden, maar dat gaat niet meer lukken nu. We nemen afscheid, want we hebben nog heel wat lastige kilometers voor de boeg. Tijdens de winderige lunchpauze aan de voet van de 2.302 meter hoge Pietrosul in het Muntii Rodnei Nationaal Park, kunnen we zelfs over de grens in Oekraïne kijken.

In een grote lus gaat de GS TT verder zuidwaarts richting Cluj-Napoca. Het landschap verandert en wordt meer open. Ook het weer verandert, het wordt heet. Des te dichter we bij de op één na grootste stad van Roemenië komen, des te drukker wordt het verkeer. Steeds meer mensen vinden we op de route, na de stoffige wegen die we voor onszelf hadden, is het een hele aanpassing.
Gelukkig duurt het niet lang, want achter de bruisende stad wacht ons nog een hoogtepunt: door het Apusenigebergte keren we terug naar het land van de Transsylvaanse Saksen. Prachtig slingerende zandwegen, deels van de omliggende weilanden gescheiden door houten hekken, voeren ons door een open en heuvelachtig cultuurlandschap met zeer schaarse beplanting. Bijzonder opvallend zijn de vreemde huizen bovenop de heuvels met hun ongewoon hoge hooidaken. Tot voor kort woonden hele families in deze eenkamerwoningen, maar de meesten van hen zijn naar de steden getrokken, omdat de opbrengst van de landbouw niet langer alle hongerige magen kon voeden.

Aan het eind van de tocht bereiken we Sighișoara, of Schässburg met zijn indrukwekkende middeleeuwse stadscentrum. Met zijn vakwerkhuizen, verstevigde vestingmuren en andere opvallende bouwwerken had de stad ook zomaar ergens in het midden van Duitsland kunnen liggen. De landelijke sfeer wordt gecompleteerd door de historische oude stad met zijn torenhoge kasteel en dikke muren, die in 1999 door de UNESCO tot werelderfgoed is uitgeroepen.
’s Avonds, in de schaduw van de kronkelige steegjes, stuiten we op een zeer bijzondere plaats. In een huis op de markt van Sighișoara werd vermoedelijk het historische voorbeeld van Bram Stoker’s Dracula geboren: Vlad Țepeș III. Drăculea, of ook wel de Spietser genoemd, zou hier rond 1431 zijn geboren en zijn onmenselijke bestaan hebben geleid. Een nogal luguber historisch figuur, en misschien wel de minst goed denkbare reden om eens een keer niet het vizier op Zuid-, maar Oost-Europa te richten. Roemenië is namelijk ronduit fascinerend, brengt je in vervoering en laat je dan nog achter met legio onbeantwoorde vragen. De antwoorden daarop vind je maar op één manier: terugkomen. En dat doen we, zo snel mogelijk…

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...