+ Plus

Reizen Rijnland-Palts

Pfälzer Wald, Hunsrück, Westerwald en Eifel; alleen al deze namen zorgen er voor dat de brandstof met hoge snelheid naar de verbrandingskamers van je motor vloeit. Want prachtige wegen door frisgroene, heuvelachtige landschappen, en dat alles op slechts een steenworpafstand van Nederland. Op weg dan maar!

Zo moet de dag beginnen! Er staan nog geen vijftien kilometers op de teller en de ene wijde 180-gradenbocht volgt op de andere. Eerst de overzichtelijke exemplaren, de bochten waarin je een beetje feeling met het wegdek krijgt. In het graanveld naast me bloeit vette papaver. Dan wordt het zonlicht opgeslokt door het eerste kleine bos en komen de grillige krappe bochten aan bod. Terugschakelen naar de eerste versnelling en dan scherp naar rechts bergafwaarts. Het gaat verder door een labyrintachtig mikado van dennenstammen, waarbij de rijwind is vervuld van de geur van vers gekapt hout. De straatmarkering is verdwenen, net als Andy en Jochen trouwens, die voorop rijden.
Het bos is te onoverzichtelijk om iedereen in het zicht te kunnen behouden, maar dat is ook helemaal niet nodig. We rijden zo vaak samen dat we blind op elkaar kunnen vertrouwen. Bovendien hebben we door de jaren heen een collectief zintuig ontwikkeld voor signaalprikkels. In Nothweiler, een plaats die alleen als oriënteringspunt zou moeten fungeren, slaat het weer een keer toe. Aan de linkerhand een terras met een groot zonnescherm en aan de rechterhand tafels en stoelen voor een verbouwde vakwerkschuur. Jochen wipt vragend met zijn wijsvinger van links naar rechts heen en weer. Vakwerkschuur!
Wij zijn vanmorgen niet de enigen die voor een tweede kop koffie bij ‘Vetters Scheune’ stoppen. Drie ingezetenen verrassen ons er met hun grondige kennis van het plaatselijke wegennet: via een enigszins legale weg zouden we de Franse grens kunnen passeren om dan in Wissembourg een heerlijke Grand Crème op te slurpen. En dan is er daar ergens ook nog een patisserie, waar ik jaren geleden al een keer mijn buik rond heb gegeten. We zouden vandaag enkel Duitsland aan doen, maar al vliegensvlug zijn er voldoende tegenargumenten op de landkaart zichtbaar: van een klein uitstapje tijdens onze reis zou toch niemand iets merken. Aan de andere kant van de grens verandert er bovendien niet veel, de plaatsen genieten zelfs dezelfde Paltische namen als hier: Dambach, Windstein, Obersteinbach. Een kortstondig uitstapje kan dus best!

We worstelen ons vanuit de grensstreek in een noordelijke richting. Niederschlettenbach, Vorderweidental, beide gehuchten genieten een bepaalde charme, maar het is ons vooral te doen om de 900 honderd jaar oude Burg Berwartstein, die staat op een rotsachtige bergrug midden tussen beide voornoemde dorpen in. Er doen veel verhalen de ronde over deze burcht, maar het meest bekend is toch wel het vertelsel over roofridder Hans Trapp. Een bijzonder grote rover was hij eigenlijk helemaal niet, maar ouders die hun kinderen niet in het gareel kunnen krijgen, dreigen maar al te graag met de slechte Trapp. En zo speelt hij hier tot de dag van vandaag als volgeling van Sinterklaas een rol in de adventsverhalen. Zwarte Piet is hier werkloos.
We zouden nu de B48 omhoog kunnen schieten richting Johanniskreuz, maar we willen het grootste aaneengesloten bos van Duitsland een beetje meer aandacht schenken en rijden er via het achterdeurtje naar binnen. In Wilgartswiesen splitst zich een paralelweg af, die zich een weg baant door een naadloos bladerdak. Boven ons protsen de verzadigde groene bladeren in de kruinen van de bomen, nietsvermoedend dat ze met de komst van de herfst ook als tapijt dienst gaan doen.
Op de parkingbij het Johanniskreuz, die zo groot is als een voetbalveld, staat naast een gebruikelijke collectie motoren ook een gezelschap met Kreidler brommers. Als eigenwijze snotneus keek ik altijd met een jaloerse blik naar de jongens die al op een ‘Flori 3’ of zelfs een RMC mochten rijden. Vandaag is de jaloezie veranderd in bewondering, het is verbazingwekkend hoe goed sommige mensen hun oude liefjes weten te onderhouden.
De afspraak is dat we tijdens onze trip de grote steden buitensluiten, zo ook Kaiserslautern. Toch is het best de moeite waard om eventjes stil te staan bij deze stad, die verbonden is met belangrijke figuren uit de Duitse geschiedenis. Zoals Keizer Frederik I (beter bekend als Barbarossa) bijvoorbeeld. Of Fritz Walter, één van de meest populaire Duitse voetballers ooit. En hoewel de binnenstad ook best de moeite waard is, laten we Kaiserlautern toch links liggen. Afspraak is afspraak immers! Dat gevalletje Frankrijk van daarnet even buiten beschouwing gelaten dan…

Het Pfälzerwald ligt achter ons en boven de helmen breekt zich een diepblauwe hemel open. Windmolens staan verloren in de uitgestrektheid van het landschap, wachtend op de wind om ergens een wasdroger of föhn aan te drijven. We zijn al zo gewend geraakt aan een deze gevoelsmatige hoogvlakte, dat de afdaling het dal van de Nahe in des te verrassender aanvoelt.
Tussen Bad Sobernheim en Rheinböllen gaan we weer even terug naar onze vroege jeugd. Voor de ‘Jäger aus Kurpfalz’, een oud-Duits, maar nu nagenoeg vergeten volksliedje, hebben ze hier een monument opgericht. Opmerkelijker dan de oude jager is het wegennet hier in de Soonwald. Het heeft er alle schijn van dat een nogal gemakzuchtig ingestelde medemens hier gewoon een asfaltlint over het beschikbare landschap heeft gesmeten. Bomen die in de weg staan? Daar wordt gewoon omheen gereden. Ronde bergkoppen die het zicht belemmeren? Die mogen ook blijven, dan maar wat rustiger rijden. Het komt het rijplezier gelukkig allemaal alleen maar ten goede.
Ontspannen rijden we met af en toe een korte blik over de Rijn naar beneden, naar Bacharach. De Rijn romantiek tussen de rode vakwerkhuizen zorgt voor een steeds groter wordend enthousiasme. Het perfecte Duitsland plaatje voor Japanse reisgezelschappen. Het Westerwald past ook precies in dit plaatje van lieftallige gemoedelijkheid. Net als de Hunsrück aan de andere kant van de Rijn is het gebied een beetje te ongenaakbaar. Veel landschappelijke juweeltjes, die echter allemaal een beetje verborgen liggen. Bijvoorbeeld in het Gelbachtal.
Vliegensvlug bevrijdt het Gelbachtal zich van de restanten van de bekende ‘Deutsche gemütlichkeit’ en andere suffigheden. Jochen geeft zijn RT de sporen. Vanaf Puderbach naar het Wiedtal doen we er nog een schepje bovenop en voordat we het doorhebben staan we weer aan de Rijn. Wat motorisch vermaak betreft is deze Westerwald etappe bijna niet te overtreffen. Toch zijn er nog voldoende mogelijkheden over om het plezier nog een beetje op te voeren. En die liggen nu vlak voor ons!

Er zijn streken die zijn zo prachtig, dat ze al bijna weer een beetje smakeloos zijn. De Moezel, de met afstand favoriete bestemming voor het jaarlijkse uitstapje van seniorengroepjes, kegelclubs en koorgemeenschappen, is er zo een. En dat is eigenlijk heel begrijpelijk: de Moezel met haar steile hellingen is langschappelijk gezien immers een dikke voltreffer. Bovendien heeft het een waar arsenaal van de mooiste en soms ook meest vette motorroutes van misschien wel heel Duitsland paraat. Het voortdurende Moezel-op-en-neer-rijden met de bespottelijke bochtencombinaties zorgt ervoor dat ik continu door de versnellingsbak klim en daal, met de handen zowel koppelings- als remhendel beroerend. Zonder motorfiets zou dit meer lijken op Gangnam Style, ik zou dan een Koreaan zijn en figureren in het filmpje met meeste hits op YouTube.
Gangnam of niet: ik heb heel dringend een rustpauze nodig. Gewoon hier bij een van de talrijke wijngaarden. Echter enkel hier tussen de wijnstokken gewoon een beetje rondhangen en wachten tot het adrenalinepeil weer een beetje tot een acceptabel niveau is gedaald, kan ik ook niet. Ik begin een beetje te ijsberen tussen de wijnstokken. Een druif van de nieuwe oogst zou ik alvast kunnen proeven. Door zijn felle kleur lijkt de druif onweerstaanbaar, maar de schijn bedriegt. De druiven zijn gruwelijk zuur! De rustpauze is dan ook snel weer afgelopen.
In de buurt van Zell springen we over de Moezel heen en bewegen ons spiraalsgewijs richting Bad Bertrich. Welkom in de Eifel. Net als in andere regionen, zou je maanden onderweg moeten zijn om alle spannende routes te rijden. Die tijd is ons echter niet gegeven, en dus beperken we ons vandaag tot een regelrechte klassieker: Manderscheid und den Maaren. We rijden langs de ruïnes van de geschiedenis der mensheid, stoppen even bij Gerolstein en komen ook nog langs de Nürburgring. Twee Gixxers in een sportieve racing look zorgen bij de Ring voor de juiste atmosfeer. Opeens bekruipt me het gevoel dat we zelf juist wat gezapig onderweg zijn. Hoewel: zelfhulpgroep ‘Lage Bloeddruk’ zou zeker in een nog veel lager tempo onder weg zijn, alles is immers relatief. En bovendien draait het vandaag niet om snel, maar om mooi. Hier althans.
En de slotetappe van vandaag is bovendien van zo’n schoonheid dat het qua plezier de coureurs op de Ring zonder enige twijfel naar de kroon steekt: Reiferscheid, Fuchshofen, Wershofen, Aremberg. Met snel wordt het hier niks, alleen maar met mooi. Op het terras van onze herberg zien we de zon vlak boven de horizon hangen. We halen ons nog even de mooiste momenten van deze laatste etappe voor de geest. Toch wel prettig om de dag zo af te sluiten. Proost!

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...