+ Plus

Reizen Riding Reporters (2) – Brazilië

Opstuivende stofwolken door ritmisch gestamp van honderden indianenvoeten tijdens een ritueel kampvuur, tegenover een monsterlijke miljoenenstad bestaande uit een zee van wolkenkrabbers. Brazilië is gigantisch en voor ons amper te bevatten in haar tegenstellingen en verscheidenheid. Daarnaast is haar natuurschoon nauwelijks te overtreffen met onder meer het Amazoneregenwoud, achtduizend kilometer aan kustlijn met witte stranden en turquoise zee en het 220 watervallen tellende natuurfenomeen Foz do Iguaçu. Het land laat een onuitwisbare blauwdruk achter op ons netvlies.

Woest waait de wind ons bijna omver, wanneer we vertrekken uit Praia de Pipa. We kiezen het zandpad langs het strand in plaats van de reguliere weg. Net als we enkele meters gereden hebben, slaat het weer 180 graden om. De zon verdwijnt in rap tempo achter donkere, dreigende wolken, die hun belofte gelijk inlossen. Enkele tellen later komt het met bakken uit de hemel. Zand is één ding, maar om door een enorme bak modder te ploeteren, is toch net weer wat anders. We besluiten om alsnog voor het asfalt te kiezen en hebben geluk: de bui zet niet door.
Puur genieten is het om na een paar dagen weer te mogen rijden op onze KTM 690 Enduro R’s. Wat een fantastische machines zijn het toch! Heerlijk licht en wendbaar, maar daarnaast ook echte krachtpatsers. Zo fijn, dat het vanzelfsprekend is dat ze alle ondergronden probleemloos en perfect aankunnen, met zware bepakking en al. Maar op dit moment ben ik me er ten volle van bewust en geef hem een dankbaar klopje op zijn flank.
Het plan is om te gaan lunchen in het historische centrum van Olinda. Volgens de reisgids is het een van de mooiste en best bewaarde koloniale stadjes in Brazilië en is het zelfs nog in Nederlandse handen geweest in de 17e eeuw. Het is inderdaad prachtig. Vanaf het hoogste punt is het uitzicht weergaloos met koloniaal, groen Olinda op de voorgrond en in de achtergrond de kust en skyline van het moderne Recife.
Een man komt naar ons toe gelopen. Hij is oprecht ontroerd dat wíj in zíjn restaurant eten en door zíjn stad en land reizen. Hij bedankt ons en wil alles weten over ons en de motoren, en er uiteraard mee op de foto. Ze blijven ons verbazen, de Brazilianen. Wat een open, vriendelijk en enthousiast volk is het toch!
Tijdens het vertrek kijk ik naar beneden en moet wel even slikken. Dit is wel erg steil en een lang stuk nog ook. De enkele auto’s die de afdaling wagen, doen dat op een kruipend tempo, ondertussen schokkend en slippend door het vele remmen. Al snel ruikt het sterk naar een verbrande koppakking. Nu het mijn beurt is, krijg ik het er warm van en mijn motor glijdt zelfs zonder gas te geven met een rotvaart naar beneden. Ik rem pompend, maar het vermindert mijn snelheid nauwelijks en de weg is nog lang niet klaar met dalen. Mijn hart begint luid te bonzen, als ik een blinde kruising zie aankomen. Ik probeer zoveel te remmen als kan, dat scheelt echter maar een fractie. Ik hoop van harte dat er geen ander verkeer aankomt, want anders ben ik de klos. Met al mijn macht hoop ik en wanneer het zover is… is er niemand. Wat een opluchting! Ik heb genoeg van Olinda gezien, hoogste tijd om het achter ons te laten en weer wat kilometers te maken.

We zijn namelijk onderweg om in een paar dagen naar Chapada Diamantina te rijden, één van de mooiste natuurparken van het land. De volgende dag zal wederom een lange rijdag worden, alles om maar zo veel mogelijk kilometers op de teller te zetten. We rijden door glooiende, groene heuvels van suikerriet. Het zonlicht schijnt er op volle kracht doorheen en maakt het groen nog feller.
Het landschap verandert en dat we langs de kust rijden is niet te missen. Door de talloze, hoge, ranke palmbomen schittert de turquoise gekleurde zee. Het is de ‘goudkust’ van het land en het ene resort volgt het andere op. Zeeschildpadden zien, staat ook nog hoog op ons verlanglijstje. Het liefst in de vrije natuur, maar we krijgen als tip om naar Praia do Forte te gaan waar Projeto Tamar zit. Een non-profit organisatie die er jaarlijks voor zorgt dat 500.000 baby zeeschildpadden kunnen uitkomen en daarnaast gewonde, volwassen exemplaren helpt herstellen en ze weer terug uitzet.
Praia do Forte is makkelijk te vinden en oogt mooi, maar erg toeristisch. Zodra we Projeto Tamar naderen, worden we overspoeld door een enorm hoog ‘Euro Disney-gehalte’. We zouden niet verbaasd opkijken, als er ineens een levensgroot equivalent van Mickey Mouse in zeeschildpadoutfit voor onze neus zou springen. Ondanks dat het een goed initiatief is en we door hen de dieren kunnen bewonderen, is het gevoel wat overblijft toch vooral dat van grote zeedieren in veel te kleine basins. Met nota bene het uitzicht op de immense Atlantische Oceaan enkele meters verderop.
Onze reis gaat via een slingerende kustroute door het Atlantisch regenwoud verder naar Salvador. Bekend als de stad waar 400 jaar geleden capoeira is uitgevonden door de Afro-Braziliaanse slaven. Nu nog steeds een stad waar alles om muziek en dans draait. We genieten van de live muziek die overal op straat klinkt en tot vroeg in de ochtend doorgaat. Daarnaast proberen we de lokale specialiteit acarajé (gefrituurde bonen met garnalen balletjes), maar zijn er niet weg van. In tegenstelling tot het paarse açaibessen ijs, wat wij combineren met honing, banaan en muesli, maar wat met alle mogelijke fruit en extra’s gecombineerd kan worden.
Chapada Diamantina ligt vierhonderd kilometer verder en dat overbruggen we in één dag. We boeken een toer die uit twee delen bestaat: een wandeling naar een bergtop, tussen rotsen en rivierbeddingen klauteren, gevolgd door een tocht naar een grot waar we in het helder blauwe water in het aardedonker een kort snorkeltripje maken. Het is schitterend. Alleen hier zou je al weken kunnen verblijven en talloze wandeltochten doen.
Wij gaan echter snel verder, in de hoop voorbij trekkende walvissen te kunnen bewonderen. Na weer een heerlijke, bochtige kustweg met redelijk asfalt duiken we de snelweg op richting Caravelas, de uitvalbasis naar de walvissen. Helaas blijkt oktober net te laat in het seizoen. We besluiten om een stukje terug te rijden naar Caraíva, vanwaar de Pataxó indianen te bereiken zijn.
De avond valt, terwijl we op een smal zandpad over kleine heuvels rijden naar stranddorp Caraíva. De heuvels blijven elkaar maar opvolgen en het pad wordt alsmaar steiler en smaller. Net als ik me afvraag of we wel de goede kant op rijden, zie ik een handgemaakte wegwijzer die de twijfel wegneemt. In het aardedonker wissel ik telkens van stadslicht naar grootlicht. Het harde rode zand maakt plaats voor een losse, witte variant. Gelukkig nog steeds goed te doen op onze oranje ‘zandheersers’. Na 45 kilometer eindigen we op een parkeerplaats waar we onze KTM’s moeten achter laten, om vervolgens in een bootje naar de overkant te varen naar Caraíva. Een klein dorp waar geen motorvoertuigen zijn toegestaan.
Via Leandro, die we in ons hostel ontmoeten, komen we in contact met de Pataxó indianen. We blijven bij ze eten en overnachten, en maken zelfs een ritueel kampvuur mee. Met beschilderde gezichten en lichamen, gehuld in rieten rokjes en hoofdtooien dansen en zingen de Pataxó rond het vuur: een onvergetelijke ervaring. Daarnaast volg ik Caio, een 20-jarige Pataxó, een paar dagen met mijn camera en pen. Hij is de verbindende link tussen de jonge en oude generatie. Na een verschrikkelijke geschiedenis van uitroeiing en onderdrukking vanaf het moment dat de Portugezen Brazilië hebben gekoloniseerd, kampen ze vandaag de dag nog steeds met bedreigingen, zoals landonteigening door grote internationale landbouwbedrijven en het oprukkende toerisme. Maar desondanks weten de Pataxó inmiddels internet en sociale media in hun voordeel te gebruiken en lijkt hun toekomst voorzichtig positief.

Het zandhappen hebben we voorlopig achter de rug, offroad is ingeruild voor zesbaans snelwegen. We doen drie grote steden aan: Rio de Janeiro, São Paulo en Curitiba. Met precies 10.000 kilometer op de teller rijden we Rio binnen en zijn direct weer teruggekeerd in het moderne Brazilië. Kano’s glijden over het in de zon schitterende water, terwijl we op de achtergrond de door jungle bedekte berg zien met één van de zeven wereldwonderen erop: Christo de Redentor. Rio heeft veel te bieden aan bezienswaardigheden, cultuur en uitgaansleven. Uiteraard bezoeken wij ook het 38 meter hoge Jezusbeeld, wonen we een voetbalwedstrijd bij in het Maracanã stadion, een van de grootste ter wereld, en wandelen over de beroemde stranden van Copacobana en Ipanema.
Nadeel is dat de wegen in Brazilië over het algemeen té goed zijn. Het asfalt is perfect en daar betaal je tol voor. De brede snelwegen zijn niet de leukste manier om afstanden op de KTM’s af te leggen, maar wel de snelste. Alhoewel zelfs het snelweggedeelte naar São Paulo toe overweldigend mooi is. Als amper te spotten streepjes mieren, rijden we over hoge bruggen en door talloze tunnels in de gigantische, beboste bergen.
Eindeloze wolkenkrabbers vormen het nieuwe uitzicht: we rijden São Paulo binnen. Met 22 miljoen mensen overtreft deze wereldstad alleen al het inwonertal van ons complete land. Het doet wel wat aan New York denken. We bezoeken enkele musea en wandelen door een stadspark dat de jungle-versie van Central Park lijkt.
Curitiba is weer een heel ander verhaal. Het wordt ook wel de ‘rockcity’ van Brazilië genoemd en dat zie je terug aan de bevolking. Veel tatoeages, baarden, piercings en bandshirts. Mocht je ooit Curitiba aan doen, ga dan vooral naar het uitzonderlijke Oscar Niemeyer museum. Een ongelooflijk apart gebouw met een gevarieerde, interessante kunstcollectie. Wij verblijven een aantal dagen in deze stad, zodat ik een reportage kan maken over enkele schoonmakers uit de favella’s (sloppenwijken).
Voordat we de grens gaan oversteken bij natuurwereldwonder Foz do Iguaçu, sta ik te popelen om via een omweg eerst naar Serro do Rio do Rastro te gaan. Één van de mooiste bergwegen ter wereld. Het raam van het hotel waar we overnachten zit compleet volgeplakt met stickers van motorclubs. Het verraadt hoe geliefd deze bergpas is en maakt me nog enthousiaster. Zodra de tassen weer op onze KTM’s zitten, kunnen we aan de weergaloze bergweg beginnen. Gelukkig starten we zonder regen, in tegenstelling tot de laatste paar dagen. Maar plotsklaps trekt de hele bergkam dicht met mist. Net terwijl ik klaar sta om Lia in een mooie bocht vast te leggen. Na een uur wachten wordt ik er lichtelijk hopeloos van en besluiten we om toch maar verder te gaan. Zodra we de bergpas achter ons laten, komt de zon aan de andere kant echter voorzichtig tevoorschijn en trekt de sluiermist op enkele plekken geleidelijk open. We draaien om en gaan terug. Zal ik werkelijk alsnog de kans krijgen om deze prachtweg te fotograferen? We wachten nog wat langer en de mist verdwijnt zowaar haast volledig. Wat een geluk! Ook daarna blijft het genieten van prachtige wegen door ‘snow valley’, een welkome afwisseling na dagen van voornamelijk strak asfalt op snelwegen.

Op naar Foz do Iguaçu, dat voor de helft in Brazilië ligt en voor de andere helft in Argentinië. De snelste manier om in het Braziliaanse gedeelte te komen is via Argentinië. Extra stempels voor onze paspoorten scoren dan maar. Hoe typisch is het toch iedere keer dat zodra je een landsgrens overgaat, je dat meteen merkt aan de wegen, natuur en bevolking. Bij deze overgang valt het op dat je precies het tegenovergestelde krijgt, van wat je van tevoren verwacht. Zodra we Argentinië inrijden wordt het asfalt aanzienlijk slechter en is er nauwelijks meer ander verkeer op de weg. En dat wat er rijdt, zijn geen glimmende, nieuwe auto’s maar aftandse, verroeste barrels. Inmiddels is het vijf uur en hebben we nog zo’n honderd kilometer te gaan, volgens de TomTom zouden we dan om kwart over zes op plaats van bestemming moeten arriveren. Ineens verandert het grijze asfalt echter in rood zand met kiezels en keien. Wel idyllisch tussen het ongerepte groen, maar ook de uitgelezen manier om uitgerekend hier een lekke band krijgen. Ik passeer een politiepost en constateer opgelucht dat het offroad gedeelte in Argentinië er op zit. Maar waar blijft Lia toch? Zo ver zat ze toch ook weer niet achter me? Ik wacht nog iets langer, maar draai dan om. Al snel zie ik haar weer. En jawel hoor, met een lekke voorband.
Bij de politiepost schieten vier man ons te hulp en halen het voorwiel onder de motor uit, om vervolgens de binnenband te verwisselen. Dat klinkt makkelijker dan het is, want de reserve binnenband erop krijgen en de band weer om het wiel leggen, wil maar niet lukken. Uiteindelijk besluiten we om met alleen het wiel naar een gomeria (bandenplakker) te gaan. In het pikkedonker wordt het wiel weer onder de motor gezet en vertrekken we voor de laatste dertig kilometer naar Foz do Iguaçu. Waar we om half één ‘s nachts aankomen: 6,5 uur later dan gepland!
De volgende ochtend stappen we uit de bus aan de Braziliaanse kant van het meer dan 220 watervallen tellende natuurfenomeen. Wat een ongelooflijk natuurgeweld! Na alle plekken van de Braziliaanse kant bewonderd te hebben, besluiten we om het ook van bovenaf te bekijken tijdens een helikoptervlucht. Weergaloos uitzicht, dat eigenlijk te snel voorbij gaat in tien minuten om echt tot je door te dringen. De Argentijnse kant bewaren we voor de volgende dag.
Pas na een uur gewacht te hebben, stopt de bus die ons naar de andere landzijde brengt. Wat raak je snel gewend aan de luxe van eigen vervoer, die je op ieder gewenst moment naar iedere gewenste plek brengt. Deze kant van de watervallen zijn op geheel andere en eigen wijze verbluffend. We willen ze naast het overweldigende overzicht van bovenaf ook van dichtbij zien, voelen en beleven. Dat zullen we weten. Het boottochtje levert ons drijfnatte kleding op, wanneer de watervallen over ons heen in de boot klateren.
We blijven wel geteld één dag in Argentinië en steken dan de grens over naar Uruguay. Na drie dagen komen we aan in Montevideo, waar het volgende project op ons wacht: een reportage over een bijzondere gevangenis. Daarnaast is dit tevens de plek waar het fantastische gedeelte van de reis met Lia voor haar tot een einde komt en het tweede gedeelte van het geweldige avontuur met en voor Carli zal starten!

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-