Nieuws

Reizen Pfalzerland, Duitsland

Heel erg populair is het Pfalzerland niet onder Nederlandse motorrijders. Of het aan de afstand ligt, of dat het simpelweg een kwestie van ‘onbekend maakt onbemind’ is, geen idee, de aantrekkingskracht van een Sauerland of Eifel heeft het gewoonweg niet. Best onterecht, want het is fantastisch motorrijden in dit gebied, dat samen met de aanpalende Noord-Vogezen één van Europa’s grootste bosgebieden vormt!

Toegegeven, voor een weekend weg ligt het Pfalzerland, of beter gezegd de Pfalz zoals het officieel heet, bepaald niet naast de deur. Vanaf Utrecht is het toch een dikke 450 kilometer rijden tot Kaiserslautern, dat aan de noordkant van deze regio ligt. En dat zijn bepaald niet de meest enerverende kilometers, om het maar eens zacht uit te drukken. Zeker niet wanneer je zoals ons vanuit het oosten des lands komt en de snelste of kortste route dwars door de industriële treurnis voert die Ruhrgebied heet. Door de jaren heen inmiddels talloze secundaire alternatieven richting Zuidwest-Duitsland geprobeerd, maar echt mooi wordt het nooit, hooguit acceptabel. Simpelweg teveel bebouwing, teveel beton en bovenal te druk. Over de aanrijroute richting de laatste van onze 2022 lezersreizen, zijn waarde collega Ad en ik het dan ook vrij snel eens. Zo snel mogelijk door een van Europa’s grootste industriegebieden zeilen, langs Bonn en Koblenz, om vervolgens bij Ellern de snelweg te verlaten voor de laatste pak ‘m beet 120 landelijke kilometers naar de uitvalsbasis voor de komende dagen in Dannenfels.

We treffen elkaar om een uurtje of tien op een parkeerplaats aan de A3, een stukje over de Nederlands-Duitse grens. Het weer is fantastisch (niet te warm, niet te koud), het verkeer relatief rustig en zo worden de obligate snelwegkilometers in no-time afgewerkt. De klok slaat nog niet eens één uur wanneer de afslag Ellern op de B50 zich aandient. Met iets meer tijd hadden we ons een dik uur snelweg kunnen besparen, door onder Bonn al een secundaire route op te pakken, maar a) zat dat er wegens omstandigheden vandaag even niet in, en b) hebben we beide geen bloedhekel aan de snelweg, mits het maar binnen de perken blijft!

En dat blijft het in dit geval. Bovendien ben je de saaie kilometers direct vergeten wanneer het vierbaans voor twee- en enkelbaans is ingewisseld. Het landschap is meteen prachtig, al zijn we hier nog niet in het Pfalzerland, maar in de Hunsrück. De hoogste toppen van dit middengebergte (tot iets over de 800 meter) liggen meer richting het westen, maar ook hier glooit het landschap al dat het een lieve lust is. En glooien betekent bochten. De Suzuki GSX-S1000 en Honda NT1100 maken van de gelegenheid dankbaar gebruik om ook de zijkanten van het rubber nu even lekker te plooien.

Veel bos meteen al op de weg naar onder meer Dörrebach en aansluitend Stromberg. Dat laatste plaatsje herbergt onder meer de Alte Stromburg, de overblijfselen van een burcht die pas in de jaren 80 van de vorige eeuw zijn ontdekt en vervolgens uitgegraven. Klinkt spannender dan het is, de ruïne is weliswaar mooi, maar niet echt spectaculair. Exact hetzelfde geldt voor het uitzicht over de omgeving, snel op weg maar weer daarom. Deels ook omdat de temperatuur inmiddels lekker is opgelopen en de inwendige mens snakt naar wat verfrissing. En op weg naar hier bleek het plaatsje over een weliswaar klein, maar ook bijzonder sfeervol centrum met de nodige terrasjes te beschikken. De klok tikt echter ook sneller door dan gewenst, waardoor we besluiten toch eerst nog maar wat kilometers te maken.

We duiken verder richting het zuiden door het Soonwald-Nahe natuurgebied, waarvan het laatste deel van de naam verwijst naar de gelijknamige rivier die de natuurlijke zuidgrens van het gebied vormt. Een andere waterstroom, de Grafenbach begeleidt ons aan de linkerzijde op weg naar Dalberg. Het asfalt volgt het water in speelse bochten, het perfecte territorium voor de Suzuki en Honda, die zich al even speels door het prachtige groene landschap aan de hand laten nemen.

Net buiten het kleine plaatsje Dalberg doemen ze voor het eerst op, wijnranken, die steeds talrijker worden. De iets meer noordelijk gelegen Moezel kent iedereen als wijnstreek, maar ook in de dalen van de Nahe zijn er talrijke wijndomeinen. De Riesling wijnstokken staan net in blad en hullen de hellingen in een lichtgroene kleur. Het is wel duidelijk dat ook hier de lente nu echt is gearriveerd, ondanks dat het in de nacht nog wel behoorlijk kan afkoelen. Nu echter heeft de zon de omgeving opgewarmd tot een bijzonder aangename twintig graden plus.

Nadat het dorpje Hüffelsheim slechts een paar kilometer achter ons ligt, meldt de Nahe zich eindelijk. En dat doet het op magistrale wijze. Vanaf de wederom met wijnranken bedekte heuvels boven Niederhausen, projecteert de rivier zich diep onder ons voor het eerst op het netvlies. Hij is een stuk breder dan verwacht, wat vooral te danken is aan het stuwcomplex (stuwdam zou wat veel eer voor het bouwwerk zijn) aan het eind van het dorp. Eigenlijk moeten we verder naar het zuiden, maar toch pakken we nog een kleine omweg naar Oberhausen an der Nahe. Of beter gezegd, naar de heuvels die uitkijken over het plaatsje. Tussen de wijnranken door loopt namelijk een heerlijk smal en kronkelend weggetje, met een werkelijk fenomenaal uitzicht over Oberhausen en zijn befaamde, uit 1889 stammende Luitpoldbrücke. En als aan de oever van de Nahe Landhotel Niederthäler Hof opdoemt, kan ook eindelijk de dorst worden gelest.

Een kleine vijftig kilometer is het nog naar de eindbestemming van vandaag, waar we rond de klok van zes worden verwacht. Aankomst 18.06 uur meldt de TomTom wanneer we weer in het zadel zitten. Prima op schema dus. De wegen worden echter iets wijdser qua karakter, het tempo gaat navenant omhoog en strak om zes uur draaien we, tot zeer grote tevredenheid van m’n licht autistische persoonlijkheid, de parkeerplaats op van het Bastenhaus in Dannenfels. Het gros van de deelnemers is al gearriveerd. De hoogpotige toermotorfiets is niet geheel onverwacht topfavoriet. Niet alleen van Duitse makelij overigens, ook van Italiaanse, Oostenrijkse, Engelse en Japanse. En dan is er nog Rob, die ook nét komt aanrijden en gewoon al z’n kilometers, en dat zijn er behoorlijk wat, op een Harley-Davidson Sport Glide afwerkt. Maar afijn, genoeg parkeerplaatsgeneuzel, tijd voor een welverdiende versnapering!

Waar gisteren het noordelijke deel van het Pfalzerland/Hunsrück werd ontdekt, staat vandaag een expeditie in zuidelijke richting op de planning. Daarbij voert de route niet alleen door het Pfälzer Wald, maar ook een klein stukje door de noordelijke Vogezen op Frans grondgebied. Beide maken deel uit van hetzelfde middengebergte, dat zich uitstrekt over een gebied van dik achtduizend vierkante kilometer, ongeveer een vijfde deel van Nederland. Daar kun je dus wel wat uitdagende motorkilometers maken.

Hoewel nog redelijk vroeg en fris, belooft het wederom een prachtige dag te worden, met een temperatuur die in de middag kan oplopen tot een graad of 23. De viercilinders krijgen de kans niet eens om fatsoenlijk warm te worden, want al na een kilometer of acht dient het gehucht Falkenstein zich aan, thuisbasis van de gelijknamige burchtruïne, compleet met een klein amfitheater. Direct naast bescheiden geproportioneerde Middeleeuwse ruïne bevindt zich ook nog een aantrekkelijke Bikertreff. Die onthouden we even voor het eind van de dag, want de spiegeleieren van het ontbijt hebben de maag nog niet eens bereikt. Dat de rondom liggende heuvels de zevenhonderd meter nauwelijks aantikken, heeft gelukkig geen invloed op het bochtenwerk, noch op uitdagende stukken. De weg door het dorp, waarvan het inwonertal de tweehonderd niet eens haalt, heeft op het steilste punt een hellingspercentage van 25%, inclusief soortement van haarspelbochtje. Die willen we natuurlijk wel even in beide richtingen pakken.

Het gaat verder richting zuiden, en na de eerste voorzichtige bossen achter Sippersfeld, Neuhemsbach en Enkenbach-Alsenborn, wordt het woud dichter en dichter, de tussenliggende dorpen minder en minder. Het grootste aaneengesloten woud van Duitsland heeft zich nu toch wel duidelijk gemeld. Voornamelijk beuken en dennen bepalen het woudbeeld, dat zich van een lentefrisgroene kant laat zien. Het bladerdek is dicht en slechts sporadisch slaagt de zon erin zijn licht op het asfalt te laten vallen. Via kleine, voornamelijk eenbaanswegen, vaak met tergend slecht asfalt, slingeren Soes en Honda in een opzwepend ritme naar Waldleiningen. Daarna promoveert het asfalt tot een tweebaansweg, die zich met asfalt van A-kwaliteit in vloeiende bochten een weg richting het in Frankrijk gelegen Wissembourg baant. Toch wel bijzonder prettig dat je in Duitsland gewoon 100 km/uur op de B-wegen mag, wat op de heerlijk B48 gewoon het perfecte tempo is.

Sankt Germanshof telt nog geen veertig inwoners, toch haalde het gehucht op de Duits-Franse grens op 6 augustus 1950 de internationale krantenkoppen. Honderden studenten aan weerszijde van de toen nog streng gecontroleerde grens, bestormden op vreedzame wijze de douaneposten en openden vervolgens de slagbomen tussen beide landen. Een symbolische actie waarmee ze opriepen tot een verenigd Europa.

Sinds 2007 herinnert een gedenkteken tegenover de toenmalige douanepost aan deze kleine revolutie, die door velen wordt beschouwd als het eerste voorzichtige begin van het streven naar de Europese Unie.
Slechts een paar kilometer na de grens dient het fraaie en bijzonder authentieke Wissembourg zich aan. Architectonisch biedt het een pakkende mix tussen typisch Franse en Duitse vakwerk bouwstijl, met verschillende pareltjes zoals de gotische Saint-Pierre-et-Saint-Paul kerk en het 18e eeuwse stadhuis. Midden door het centrum loopt de rivier de Lauter tussen de historische kademuren door, wat de toch al prachtige uitstraling van het dorp nog wat extra cachet geeft. Op een terrasje bij het historische marktplein doen we ons tegoed aan een klassieke ‘tarte flambée’, met uien, crème fraîche en spekjes. Geen overbodige luxe, want er staan nog een flinke 150 kilometer op de planning, is het bochtenvlechtwerk alhier toch goed minimaal drie uur stuurwerk.

Na goed twintig kilometer staan we, na een bliksembezoek aan Chateau de Fleckenstein, weer op Duits grondgebied. Het ritme wordt op dezelfde wijze gedicteerd als vanochtend. Lange wijde bochten, kort kap- en draaiwerk op flink verweerd asfalt, de nodige haarspeldbochten, en dat alles slechts af en toe onderbroken door kleine, op het oog uitgestorven dorpjes. De zon staat al redelijk laag aan de horizon wanneer de afslag naar Falkenstein en zijn uitnodigende Bikertreff zich aandient. Nog even linksaf of toch het laatste stukje van de route afmaken? Even linksaf inderdaad…

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...