+ Plus

Reizen Noorwegen

De coronazomer van 2020 maakte reizen in Europa niet makkelijk. Noorwegen was slechts een paar weken open. Birgit Pütz en Jo Deleker maakten van de gelegenheid gebruik om ver noordwaarts naar de Lofoten te reizen.

In het tijdperk van Instagram verworden foto’s steeds vaker tot willekeurige massaproducten. Uitmuntende foto’s worden steeds zeldzamer in de eindeloze stroom van selfies, maar ze bestaan nog wel. Wat heeft dat met dit verhaal te maken? Welnu, twee weken voor onze reis vinden we op internet een winnende foto van de gerenommeerde Siena Photo Award. Een prachtplaat van een monumentale berg genaamd Segla op het eiland Senja in magisch licht.
Segla? Senja? Nooit van gehoord. We komen er snel achter dat dit eiland slechts één dagreis ten noorden van de Lofoten ligt. Wat een toeval, we breiden spontaan onze reisplannen uit. Een dikke 2300 kilometer later rijden we over de vijftig meter hoge betonnen brug naar het eiland Senja. Birgit op haar oude Suzuki DR 650 SE, Jo op zijn nieuwe Ténéré. Beiden met pijnlijke billen na de lange reis, maar euforisch om eindelijk aan te komen. Een kleine domper: het miezert bij een magere zes graden. Thuis was het 34 graden, dus niemand heeft vandaag zin om een tent op te zetten. We huren liever een gezellige, warme houten hut met een mooi uitzicht over de Størnesfjord.
De topografie van Senja is duidelijk: heuvelachtig bos- en landbouwgebied in het zuiden, de ruige kust met smalle fjorden in het noorden, omlijst door steile bergen tot duizend meter hoog. Een spectaculair landschap, ruig, moeilijk toegankelijk, zelfs eind augustus zien we nog restanten van sneeuw. Geen wonder, de poolcirkel ligt ver naar het zuiden.
Ons dagprogramma is eenvoudig. Er is er geen. Wij rijden gewoon, sightseeing, fjord in, fjord uit. We verkennen de weinige doodlopende wegen naar eenzame plaatsen, verwonderen ons over deze grandioze noordelijke wereld, bewonderen de extreem steile rotstorens die zelfs in de Dolomieten een goed figuur slaan.
De Noordzeeweg is een echte knaller. Je weet nauwelijks waar je moet kijken zo snel veranderen de smalle tunnels, de lastige bochten en de uitzichten op de fjorden. Liefde op het eerste gezicht. Kleine stadjes als Husøy, Mefjordbotn en Senjahopen, waar drukte een vreemd woord is. In de volgende baai een breed zandstrand met surfers in neopreen die tevergeefs op golven wachten. De Noord-Atlantische Oceaan rust in zomerslaap. Bij de parkeerplaats, een verguld toiletgebouw met een glazen dak, verwarmd en brandschoon van binnen. Het is kunst in het Noors.

 

‘s Avonds parkeren we de motoren in Fjordgård, trekken de wandelschoenen aan en hijsen ons 500 meter omhoog naar Segla. Van onderaf ziet de 648 meter hoge berg er onbeduidend uit, maar als we de top van de bergkam naar de naburige berg Hesten bereiken, staan we opnieuw versteld. Helder gepolijste granieten rotsen, de Segla rijst verticaal op als een vinger, en hetzelfde geldt voor de fjord aan de westkant. Bijna de hele noordkust is van hieruit te zien, bergen, fjorden, meren, piepkleine dorpjes, een vissersbootje vaart naar huis, een wilde subarctische wereld. Wat een geluk dat we dit mogen meemaken in de waanzinnige zomer van 2020.
De volgende dag gaan we aan boord van de veerboot MS Stetind naar Andenes op de Vesterålen-archipel. Andenes noemt zichzelf trots de “walvishoofdstad van Noorwegen”. In feite is er hier geen andere plaats waar je ’s zomers een walvissafari met zo’n belofte kan boeken. Noorwegen negeert nog steeds het internationale verbod op de walvisvangst en doodt elk jaar ongeveer 500 dwergvinvissen. Ook dat hoort nog steeds bij Noorwegen.
De westkust van Andøya ademt de beste einde-van-de-wereld sfeer uit. Brede stranden met lange Atlantische golven die schuimend stuk slaan, zware grijze luchten, zelden een rood of wit houten huis, geen enkele auto in vijftig kilometer. Pure eenzaamheid. We veranderen van eiland, rijden noordwaarts op Langøya naar een speciale plaats – Nyksund. In het verleden, voordat de grote vistrawlers de kabeljauw overal ter wereld vingen, was Nyksund een typisch vissersdorp. Zo’n vijftig jaar geleden werd het een spookstad, met kleine boten was vissen niet langer winstgevend. Beetje bij beetje vestigden zich er kunstenaars en drop-outs. Vandaag is Nyksund een spannende mix van verval en nieuw leven. En er is een heel gezellig café met heerlijke taarten. Een klein stukje kost € 7,50. Als je de prijs niet van tevoren vraagt, wil je het misschien niet eens weten.
Op Vesterålen en Senja kun je het hoge noorden nog ervaren zonder massatoerisme. De witte plaag van campers rolt meestal langs de E6 naar de Noordkaap. De eilanden laten ze links liggen. Maar eind augustus is er zelfs op de populaire Lofoten bijna geen toerisme meer. Een stevige bries duwt dikke zwarte buienwolken van de zee de bergen in. Ze ontlasten zich kort en hevig en banen zich dan een weg over het volgende eiland. Tussendoor brandt de felle zon door openingen in de wolken en verzilvert de vertrekkende buien tot gloeiende gordijnen. Magie van de goden. Het nadeel: je hebt altijd haast om niet in zo’n monsterlijke bui terecht te komen en je vindt niet altijd op tijd een bushalte.
We gaan naar Melbu. Daar gaan we aan boord van de grote veerboot Tyksfjord, die ons naar de Lofoten brengt. Nergens anders is de combinatie van drama en idylle zo duidelijk als hier. Bergtoppen rijzen direct uit de fjorden duizend meter hoog, houten huisjes aan de kust, traditionele vissersboten aan de kade, soms grenst de schoonheid aan kitsch. Maar het is echt. Het reizen hier kan nauwelijks gemakkelijker. De E10, die door de hele archipel naar de laatste stad Å loopt, is al lang veel te breed gemaakt, met weinig bochten en veel tunnels. We denken weemoedig aan onze eerste reis naar Noorwegen. Aan de hobbelige gravelweg waar we ons 37 jaar geleden avonturiers voelden op XT 500’s en Zündapp KS 175’s en we ons in vreselijk weer een weg naar Å vochten. Verhalen van eergisteren.
De eerste stop is eilandhoofdstad Svolvær. We zoeken het Hurtigruten-kantoor, maar er is er geen meer. Wij zouden de terugreis graag met duizend kilometer inkorten en de poststoomboot naar Kristiansund nemen. Er zijn genoeg hutten online beschikbaar, maar we kunnen onze motoren niet inboeken. Terwijl er toch altijd een hoekje vrij moet zijn voor twee motortjes. Zonder een plaatselijk kantoor met een echte medewerker kunnen we de overtocht niet boeken. Zelfs de hulplijn weet niet wat te doen, haalt de schouders op en zegt slechts “nieuwe digitale tijden”. Hoe vervelend.

 

Ach, we hebben nog wat tijd voor de terugreis. Dagen waarin we bijna alle wegen op de Lofoten verkennen. Er zijn er niet zoveel. We rijden naar het surfstrand van Unstad, ronden het rustige eiland Gimsøya, bewonderen de rotsachtige getijdenpoelen in de baai van Utakleiv en rijden tenslotte de Nusfjord in. Zelfs de benadering van het mooiste vissersdorp van het noorden is ontzagwekkend. De weg gaat rechtstreeks op het gigantische rotsbassin van Stjerntinden af, maakt een haakse bocht vlak voor de gladde granietwand en buigt af naar de Nusfjord. De typische Rorbuer-huisjes, kleine houten huisjes in rood en geel, draperen zich rond de kleine beschutte haven. Nusfjord heeft zelfs een toegangsprijs en de status van museumdorp.
Verder naar het zuiden wordt het landschap steeds spectaculairder, de bergen spitser, de fjorden smaller. Het hoogtepunt is de Kjerkfjord. Het begint tussen de prachtige dorpen Hamnøy en Reine – waar iedereen de typische Lofoten-foto’s neemt – en kronkelt tussen steile bergen bijna tot aan de westkust. Talrijke bruggen verbinden de kleine eilandjes aan de ingang van de fjord, en de indrukken veranderen met de seconde. Het wordt nog beter. Van bovenaf. Daarvoor beklimmen we 1800 treden van de 450 meter hoge berg Reinebringen. Na verschillende dodelijke ongevallen op het voorheen gevaarlijk steile pad – omdat steeds meer mensen van bovenaf een selfie wilden nemen – huurden de autoriteiten in 2019 Nepalese Sherpa’s in om hier een trap te bouwen. Het uitzicht is alle inspanning waard. Als je geluk met het weer hebt , maak je hier misschien wel de foto van je leven. Al is het maar voor Instagram.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Indian Scout

Eerste Test Indian Scout

25 april, 2024

Met honderdduizend verkochte units sinds 2015, goed voor ruim veertig procent van de totale verkopen, kun je wel ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-