Reizen Moezel, Rijn en Lahn
De herfst staat alweer aan de deur te kloppen en dat betekent voor veel motorrijders tijd voor een laatste eindejaarstoer. Met de bomen die zich in alle kleuren van de regenboog hullen, kan dat zomaar eens de mooiste tocht van het jaar worden. Geloof je niet? Hier is het bewijs!
Die vermaledijde zaterdagnacht staat weer voor de deur, de nacht dat de klok een uur terug wordt gezet. Met enige schrik stel je vast dat het om vijf uur alweer donker begint te worden. En daarmee dringt ook het schrikbeeld op van de op handen zijnde winter met zijn vrieskou en donkere dagen. Niet goed, helemaal niet goed zelfs. We zijn nog lang niet klaar met de zomer. Wie nu panisch zijn hol in kruipt voor een lange winterslaap, mist de misschien wel mooiste weken van het jaar. Eind oktober, begin november? Jazeker, want het gebeurt meer dan eens dat precies in deze tijd een hogedrukgebied zijn anker boven ons uitgooit, terwijl gelijktijdig de Indian Summer de bossen in een bonte kleurenpracht hullen. Dan ben je maar wat blij met die paar vakantiedagen die er nog op het bedrijfsconto staan.
De omstandigheden en onze timing hadden niet beter gekund. Vier dagen vrij, vier dagen zon. De nachten zijn weliswaar behoorlijk fris, maar overdag tikt het kwik moeiteloos de 15 graden Celsius aan. Bovendien zijn de wegen verlaten, is de hemel strakblauw en zijn de bladeren aan de bomen gehuld in een breed pallet aan kleuren, waarin het groen grotendeels ontbreekt. Alsof de natuur nog één keer zijn stinkende best doet om ons te verrassen, voor het overwegend grijs van de winter een paar maanden het uitzicht domineert. Tijd kortom voor de grande finale!
Nu alleen niet de fout maken om koers te zetten naar de in de zomer zo heerlijk koele dennenbossen, die zien er in dit jaargetijde namelijk ongelooflijk deprimerend uit. Nee, je zoekt naar kleur. Hellingen vol wijnranken en loofbossen badend in het warme herfstlicht, dat doet het gemoed goed. Echt waar. Dé reden ook dat we het vizier hebben gericht op de regio rond de Moezel, Rijn en Lahn. Een van de mooiste gebieden bij onze Oosterburen voor een waanzinnige herfsttocht. Heerlijk rijden over kleine, kronkelende straatjes, langs monumentale burchten en kastelen, door karakteristieke vakwerkstadjes. En dat alles gelardeerd met onovertroffen uitzichten over de drie rivieren. In de zomer is het gebied maar al te vaak overspoeld door toeristen, maar in de herfst keer de rust weer en kun je er heerlijk rijden. Birgit heeft zich in het zadel van haar W650 genesteld, mijn achterste rust op het zadel van een Ducati Desert Sled. Grommend komend de beide tweecilinders op de verkeersluwe secundaire wegen in zuidelijke richting op temperatuur. Niet veel later doemt burcht Eltz op, een van de meest indrukwekkende historische gebouwen van de regio. In de vroege middag is de nevel uit het dal volledig opgelost, tussen de geel oplichtende bosschages laten de contouren van de 850 jaar oude burcht zich zien. Die is trouwens nooit aangevallen of vernietigd, maar verkeert nog in volledig originele staat. In het weke tegenlicht lijkt het bijna op een fata morgana, zo waanzinnig mooi. Zitten en genieten, zo luidt het devies. Jammer dat de dagen zo kort zijn en de tijdsdruk zich niet meer zo makkelijk laat afschudden. Vanaf vier à vijf uur wordt het al vochtig, klam en koud. Dat is dan weer de keerzijde van dit jaargetijde!
Snel verder daarom. Tal van waanzinnige pistes brengen ons steeds lager het Moezeldal in, aan de andere oever leiden al even leuke wegen ons weer naar de hoogte van de Hunsrück. De mooiste straatjes? Die door het Schrumpfbachtal naar Hatzenport, van Pommern via Kail naar Klotten en van Beilstein via Liesenich en Mittelstrimmig naar Treis-Karden. En zeker niet te vergeten, de weg van Brodenbach die je eerst via verrassend krappe bochten omhoog richting de Hunsrückhöhenstraße voert, en vervolgens weer naar beneden naar Boppard leidt. Bovenop de kale hoogvlakte bij Windhausen krijgen we een grandioos schouwspel voorgeschoteld. Boven de boomgaarden heeft zich een zee van nevel gevormd, die zich in slow-motion een weg naar beneden richting de voeten van de bonkige, nu nog in een zwak oranje zonlicht badende stammen baant. Het is bijna te mooi om waar te zijn. Dergelijke betoverende momenten vallen je enkel in de herfst ten deel. Eigenlijk zou je de tijd stil willen zetten, die gaat nu veel te snel, het wordt namelijk al donker. We starten daarom de motoren en slingeren snel onder een invallende avond naar beneden het Rijndal in. Naar Boppard om precies te zijn, waar we direct aan de oever van de rivier een hotelkamer hebben geboekt!
De volgende ochtend voelen we ons wat beneveld, wat overigens niet aan de wijn van gisteravond ligt. Wel aan het herfstachtige hogedrukgebied. De weervrouw orakelde gisterenavond al: “Het wordt een zonnige dag, als de nevel in het dal oplost althans.” En dat lukt blijkbaar vooralsnog niet. De beide motoren glinsteren nog onder een dun laagje water, schudden een beetje mismoedig de nacht uit lijf en leden na een druk op de startknop. De buddy even droogmaken, roltas vastknopen en daar zijn we alweer op weg. Voorzichtig tasten we ons een halfblinde weg omhoog de Hunsrück op. En voilà, het weer doet precies wat het moet doen: nevel in het dal, zon op de hogere regionen. Zonder enige waarschuwing stijgen we vanuit de grijze natte soep de stralende warme zon tegemoet. Het dashboard van de Ducati plopt van vijf naar veertien graden. Heerlijk, zo hoort het!
Over de kleinste en meest kronkelende wegen meanderen we haarscherp langs de rand van het Rijndal, dat nog altijd met bloemkoolvormige nevelwolken gevuld is. Prachtig om die wolken zo van bovenaf te zien, zonder er dwars doorheen te hoeven rijden. Wel spijtig dat we zo de rivier zelf niet kunnen zien. Tegen de middag echter lijken de woorden van de weervrouw ook tot de nevel door te dringen, die ineens volledig in het niets is verdwenen.
We rijden langs de Loreley en de unieke burcht Pfalzgarfenstein, dat als een middeleeuws slagschip in het midden van de Rijn op een klein eiland ligt. Aansluitend duiken we het dal in richting de rivier en enteren de veerboot die ons naar de andere oever brengt. De landkaart in de bescheiden tanktas lonkt met talloze lommerrijke wegen, allemaal gemarkeerd met een groene streep, die zich oostelijk van de Rijn een weg de hoogte in banen naar het Schiefergebergte. Het asfalt is droog, biedt veel grip en de Ducati boendert dan ook vol enthousiasme door het vlechtwerk aan wegen. De Pirelli STR Rallye banden moet flink aan de bak om de boel in het gareel te houden. Dit zouden we een eeuwigheid kunnen volhouden, al was het alleen al omdat we moederziel alleen lijken te zijn hier. Niemand hier die onze euforische bochtenwals verstoort. Het zou zomaar eens de laatste beetje warme dag van het jaar kunnen zijn en alleen al deze wetenschap zorgt dat alle zintuigen volledig op scherp staan. Momenten die je in de zomer simpelweg voor lief neemt, probeer je nu intensief te ervaren. Ze bieden meer kwaliteit op de een of andere manier, zo lijkt het. Klinkt een beetje filosofisch misschien, maar zo voelt het nu eenmaal.
Lorch, Sauerthal, Rettershain, Nehlen, Lollscheid; enerverende wegen, sommige regelrechte bochtenwonderen. De tweecilinders voelen zich al net zo monter als wij. Dan duiken we de loofbossen langs de Lahn in. Tussen Hunzel en Attenhausen worden we verrast door een kleurexplosie van zeldzame aard. Eigenlijk is het gewoon een weinig bijzonder beukenbos, dat normaliter in de herfst verkleurt van groen via geel naar roestrood. Dit bos echter, gloeit in het weke tegenlicht bijna fel oranje, zo intensief heb ik het nog niet meegemaakt. Zachtjes ritselen de bladeren in de wind en het is de hoogste tijd om te stoppen. Motor uit, geuren, kleuren en stilte op je laten inwerken. En foto’s maken natuurlijk. Het is zo’n dag waarop alles klopt. Anders als in het Rijn- en Moezeldal tikt de tijd hier langs de Lahn langzamer weg, zeker in de herfst. Dat ligt deels ook aan de rivier, de stroomsnelheid ligt door de vele stuwen tegen de nul. Enigszins oneerbiedig wordt de Lahn door de vele peddelaars ook wel het langste meer van Duitsland genoemd. We hoeven de rivier niet verder in noordelijke richting te volgen. Hier tussen Bad Ems en Balduinstein verstoppen zich aan weerskanten van het water ontelbaar veel kleine straatjes tussen de bossen en dalen. Meer dan voldoende voer voor minimaal twee dagen bochtenrijgen.
Achter Nassau, en dan hebben we het in dit geval niet over de hoofdstad van de Bahama’s, maar over een stadje aan de Lahn, gaat het linksaf de bergen in. Plotseling duikt op ooghoogte een panorama op, dat me direct aanspoort tot een noodstop. Maar goed dat Birgit inmiddels gewend is aan mijn strapatsen en al even doortastend tot stilstand komt. Ver onder ons, op een 120 meter hoge rotspartij boven het Lahndal, vecht zich de 900 jaar oude burcht Nassau met zijn karakteristieke toren omhoog uit de witte mist. Een sprookjesachtig beeld dat geen oponthoud duldt. Nog geen tien minuten later is de wolk volledig opgelost en baadt de burcht weer in het volle zonlicht. Zoveel veelzijdige gezichten krijg je elk jaar maar op één moment voorgeschoteld, in de herfst inderdaad!