Nieuws

Reizen Gran Canaria

Sommige mensen dromen van een vakantie op de lange latten in de sneeuw, anderen van motorrijden bij 22 graden. Op eigen bodem blijft het gedurende het winterse jaargetijde dan bij dromen, maar op Gran Canaria wordt die droom echt werkelijkheid!

Het kan zo simpel zijn. Als je de gure, natte winter helemaal zat bent en je volgende motoravontuur nog een eeuwigheid duurt, dan vlieg je toch gewoon naar een wat exotischer oord waar de zon wel schijnt? Een oord als Gran Canaria bijvoorbeeld. Het bergachtige eiland voor de Marokkaanse kust, onderdeel van de Canarische Eilanden, wordt gezien als een echt motorparadijs: zon en dik twintig graden zijn bijna, ook hartje winter, gegarandeerd. En dat alles op een uurtje of vier vliegen van ons koude kikkerlandje. Niet geheel onbelangrijk, er zijn ook prima huurmotoren voor een klein winteruitstapje te vinden. Zo worden wij bijvoorbeeld bij het verhuurbedrijf opgewacht door een KTM 390 Adventure en een Honda XL700V Transalp. Kwestie van het obligate papierwerk invullen, tanktassen vastbinden en klaar is kees!

Wanneer kort na vertrek de ontelbare hotels van Maspalomas in onze spiegels verdwijnen, verandert alles. De weg voor ons slingert omhoog, met links en rechts bruingrijze woestijnen die zijn bezaaid met cactussen en agaven. Bergen en kale rotsen rijzen in de verte duizend meter hoog op. Met de zachte lentelucht in de helm is het nog steeds moeilijk te bevatten dat dit geen droom is. Thuis, zo wist de smartphone net te vertellen, is het een uiterst druilerige dag met een temperatuur die met moeite de vijf graden aantikt. Een groter contrast met het weer hier, is bijna niet denkbaar.

Voorbij Fataga, dat met grote palmbomen en oude, witte huizen lijkt op een levensecht fotoboek, slingeren we door de vloeiende bochten. Dat voelt goed! Wie hier geen extra gelukshormonen aanmaakt, doet er goed aan om even een consult bij de huisarts in te plannen. Op bijna duizend meter hoogte bereiken we het historische dorp San Bartolomé. Fraai gerestaureerde huizen omringen de geplaveide straat en Panaderia Tunte blijkt het perfecte café dat we de komende dagen nog vaak zullen bezoeken. Hier hebben ze de beste koffie en gebak in de wijde omtrek.

Verderop buigt de GC-654 naar rechts af. De kleine, maar heerlijke panoramaweg baant zich via krappe bochten een weg door de vallei onder de geelbruine rotsen. Bijna als een muur doemt de immense Calderos Altos voor ons op, met de 1.949 meter Pico de las Nieves als letterlijke hoogtepunt, die met zijn top trots richting hemel wijst. Een prachtig landschap, gedomineerd door geërodeerde rotspunten, massieve torens en grillige muren van geelbruin gesteente. In de beschutting van het massief liggen witte huizen tussen de met terrassen geëgaliseerde hellingen vol fleurige bloemen, palmen en bloeiende amandelbomen. Oude mannen met de obligate hoed zitten in de warme ochtendzon voor hun huis, knikken naar ons als we langsrijden. Onderwijl drijven in zwart geklede vrouwen een kudde geiten langs en over de weg drijven. Dit is Gran Canaria in zijn oorspronkelijke staat, ver weg van de toeristische stranden nabij Playa del Inglés.
We vervolgen onze weg naar Cruz de Tejeda, waar het plaatselijke café als trefpunt voor motorrijders uit Las Palmas dient. Met 1.450 meter hoogte vormt de pas ook de weerscheiding van het eiland.

Een dik, incontinent passaatwolkendek is hier bepaald niet zeldzaam, waardoor de temperatuur regelmatig daalt tot onder de vijf graden. Gelukkig blijven die wolken ons vandaag bespaard, maar ze komen wel steeds dichterbij. Snel weer terug naar het droge deel van het eiland dan maar. Tientallen wegen kronkelen van de zee omhoog de bergen in en nagenoeg allemaal verdienen ze het predicaat ‘sterk aanbevolen’, maar als je ze allemaal wilt rijden ben je minstens twee weken onder de pannen. Toch zijn er een paar tips, die je zeker op je to-do lijstje mag zetten. De GC-605 naar Cruz de San Antonio bijvoorbeeld, die vanaf daar door een kaal en droog landschap afdaalt naar Mogan, is zo’n lekkernij. Of de behoorlijk rustieke (lees: verweerde) GC-607, na de steile Roque Bentaya meandert het asfalt tussen de lege akkers en langs grote cactussen naar het pittoreske dorpje El Chorillo. En dan is er nog de GC-210, een waar bochtenwonder dat afdaalt naar San Nicolas. Van daaruit slingert de fameuze GC-200 zich een weg naar zee bij Puerto de Mogan.

De oostkant van het eiland is daarentegen minder aantrekkelijk: droog, vlak, ronduit saaie plaatsen aan zee. Door de continue passaatwinden is het een waar paradijs voor wind- en kitesurfers, resultaat is alleen wel dat kuststrook, op Agüimes na, vooral gedomineerd wordt door vrij inwisselbare, ronduit saaie dorpen.
Ook vanuit hier slingeren prachtige wegen zich omhoog de bergen in. De mooiste van die wegen is ongetwijfeld de GC-65, die achter Sardina vaart maakt. Hier is bijna geen verkeer te vinden, waardoor we het euforische bochtenparadijs bijna voor ons alleen hebben. Dat niet alleen, je slingert over perfect asfalt tussen palmbossen, de beeldschone oase van Santa Lucia en diepe valleien – de barrancos – door, waar basaltrotsen getuigen van de vulkanische geschiedenis van het eiland. En dat alles met de rotswand van de Cumbres in zicht. Deze weg is geweldig!
Overdag vermaken we ons met de motoren in de bergen, maar tegen het eind van de middag gaan we rechtsomkeert naar beneden voor de zonsondergang aan de zuidkust. Daar lonken de beroemde duinen van Maspalomas op de kaap van het eiland. Om daar te komen moet je je wel een weg door de grote stad banen, maar dat wordt beloond. Als de badgasten terug in hun hotel zijn, zet het warme licht de duinen perfect in brand en blaast de eeuwige wind pluimen zand over de bergkammen. Het lijkt wel een stukje Sahara direct aan de Atlantische oceaan. Verbazingwekkend wat voor contrasten dit eiland te bieden heeft!

Dagen later zetten we koers naar de noordkant van het eiland. In Puerto de la Nieves hebben we een accommodatie geboekt, dat voor een paar dagen als onze uitvalsbasis zal dienen. Alweer maken we kennis met een nieuw gezicht van het eiland, met subtropisch groen, diepe en steile kloven en als kers op de taart de mooiste en historische steden van het eiland. In het bijzonder de oude steden Arucas en Teror, die indruk maken met hun gemoedelijke sfeer, ruime pleinen en parken en geweldige oude huizen, vaak gebouwd van donkere vulkanische steen en voorzien van de typische Spaanse houten balkons. Hier moet je de tijd nemen en genieten! Het verschil tussen de twee kanten van het eiland kan haast niet groter, van wildwest-atmosfeer met droge woestijnen in het zuiden naar uitgestrekte fauna in het noorden. Twee verschillende werelden die zijn afgezonderd van elkaar door het hoge gebergte er tussenin.

De noordkust zelf is minder de moeite waar. Ontsierd door de snelweg en de min of meer lelijke plaatsen zijn ook niet echt een tractatie voor het netvlies. Om er maar even een understatement tegenaan te gooien. Maar ten westen van de stad Agaete wordt het spectaculair. Hier in het noordwesten, aan de kust van Andén Verde, komen de bergen zeer dicht bij de zee en rijzen ze direct vanuit de Atlantische Oceaan omhoog tot meer dan duizend meter hoog. Geen ideale omstandigheden om een functionele ‘van a naar b weg’ voor normaal verkeer aan te leggen, maar perfect omstandigheden voor de mooiste bochtige bergroutes. De GC-200 tussen Agaete en San Nicolas is ongelooflijk. Er is op deze weg bijna geen recht stuk te bekennen, hij slingert van kloof naar kloof en stijgt tussendoor ook nog even 600 meter, om vervolgens af te dalen naar een kleine baai, waarbij elke rots en richel slechts ternauwernood door het asfalt wordt ontweken. De ruige bergen worden onderbroken door grillige ravijnen, waarbij je continu wordt getrakteerd op een wijds uitzicht over de oceaan naar het naastgelegen Tenerife met zijn enorme, 3.718 meter hoge vulkaan Pico del Teide. De spectaculaire kliffen van Andén Verde zijn misschien wel het spannendste deel van Gran Canaria.

Het voortbestaan van deze magistrale weg, die gewoon eigenlijk een plaats op de Werelderfgoedlijst van Unesco verdient, wordt helaas ernstig bedreigd. Al jaren wordt er gewerkt aan een tunnelrijke en bochtenvrije snelweg, de GC-2, die met zware machines door de bergen wordt gegraven. Fijn voor de vrachtwagenchauffeurs, maar minder fijn voor ons motorrijders. De vrees bestaat dat na opening van de snelweg de oude kustweg niet meer zal worden onderhouden en uiteindelijk daarom zal worden afgesloten. Een zeer droevig lot dat ook verschillende andere prachtige passages op het eiland is beschoren. Doodzonde, want de GC-200 is één van de talloze redenen om de winter in eigen land voor twee weken vaarwel te zeggen en het vliegtuig te pakken naar Gran Canaria. Het is de moeite waard. Beloofd!

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...